Wij kunnen ons moeilijk voorstellen dat er mensen bestaan die niet stiekem een beetje verliefd zijn op Angèle Van Laeken. Het getalenteerde zusje van Roméo Elvis wist zich in recordtempo te ontpoppen tot de onbetwiste popkoningin van België en van haar aanstekelijke mengeling van luchtige pop, Franse chanson, hedendaagse hiphop en eigentijdse urban elementen kunnen wij alleen maar vrolijk worden.
Het vorig jaar verschenen debuutalbum Brol was voor ons dan ook zonder twijfel meteen één van de muzikale hoogtepunten van dat jaar. En waar Brol nog eindigde met de profetische woorden “J’en ai bien peur / la suite, on verra”, is er nu dat vervolg in de vorm van Brol La Suite dat, om maar meteen met de deur in huis te vallen, in niets moet onderdoen voor het origineel.
Eigenlijk is Brol La Suite gewoon een heruitgave van Brol, maar dan uitgebreid met zes nieuwe nummers en een orkestrale versie van de reeds gekende prachtsong Ta Reine. Maar aangezien je natuurlijk al wist dat de 12 tracks op het originele Brol stuk voor stuk geniale nummers zijn die voor eeuwig in ons hart staan gegraveerd, zullen wij ons verder gewoon beperken tot dat nieuwe materiaal.
Opener daarvan is het magistrale Perdus, waarvan we eerder al een versie te horen kregen op het bekende COLORS YouTube-kanaal. Op de albumversie treedt de vrij zware trapbeat daarvan iets meer naar de voorgrond, waardoor wij enige associaties met bijvoorbeeld Yseult moeilijk kunnen onderdrukken, maar in de eerste plaats toch vooral een herkenbare en alweer ijzersterke Angèle-song en meteen ook één van de hoogtepunten van het nieuwe materiaal.
Daarna komt het als nieuwe single naar voren geschoven Oui Ou Non aan de beurt: een herkenbare, luchtige popsong zoals Angèle er ondertussen al wel meer maakte en ongetwijfeld alweer een radiohit in wording.
Vervolgens is het iets donkerdere Insomnies, een nummer dat werd geschreven in samenwerking met Matthew Irons en Veence Hanao, die eerder ook al aan debuutsingle La Loi De Murphy meewerkten. Opnieuw een onbetwist hoogtepunt. Net als ook het infectueuze, lichtjes funky Tu Me Regardes en de poppy, van een heerlijk refreintje voorziene oorwurm J’entends.
Daarna krijgen we nog Que Du Love, wat ongetwijfeld één van de beste urban poptracks is die Angèle tot nu toe heeft uitgebracht. Hoewel we vinden dat de effecten op de stem van de Parijse gastvocalist Kiddy Smile er hier en daar toch wel wat over gaan, moeten we bekennen dat we na enkele luisterbeurten beginnen wennen aan de mans robotstem.
Afsluiter Ta Reine (Version Orchestrale) is tenslotte en bloedmooie track waarin Van Laeken haar bekende song ten beste geeft met enkel een strijkorkest als begeleiding. En dat bewijst meteen nog maar eens dat Angèle een werkelijk grote dame is, gezegend met een stem waarop waarschijnlijk zelfs elfen, engelen, en andere soortgelijke hemellichamen jaloers zouden zijn.
In het algemeen zijn de beats op de nieuwe nummers van Angéle net iets zwaarder en meer prominent aanwezig dan in de tracks die we reeds kenden vanop het originele Brol, maar La Suite, dat blijkt vooral meer van hetzelfde te zijn, maar dan toch ook weer elke keer een beetje anders. Minstens even goed als het origineel ook, en dat kunnen wij alleen maar toejuichen.
Dat Angèle dus nog wel even de onbetwiste (urban) popkoningin van ons land zal blijven, daar twijfelen wij geen seconde aan. Wij durven zelfs zeggen: ronduit prachtig!