Amit Friedman is een toonaangevend Israëlisch jazzsaxofonist die graag vertoeft in de klassieke jazz traditie en daar af en toe wat oosterse invloeden in verwerkt. Zijn derde album Unconditional Love is een ode aan zijn overleden vader met wie hij als tiener de New Yorks Blue Note Club bezocht, een sleutelmoment in zijn muzikale leven.
Friedman opent het album wat ingehouden, alsof hij de luisteraar nog even de kans wil geven om te wennen aan het geluid van zijn saxofoon. Ruim tweeënhalf minuten diep in Home At Last gooit hij eindelijk de remmen los en krijgen we heerlijke festivaljazz die sprankelt en bruist als een waterval fris, gekoeld bruiswater. De wandelende bas sjeest zich eeltvingers door de virtuoze jazzklanken die Amid uit zijn sax tovert. Wat een opener!
In Mal-Mal gaat het er wat rustiger aan toe, toch horen we ook hier een frisheid die aanstekelijk werkt. Dat ingehouden optimisme is trouwens een constante doorheen het album en horen we ook in Name Droppin’. Het titelnummer is dan weer een grote liefdesverklaring waar, naar onze smaak, misschien net iets teveel suiker aan werd toegevoegd. Mooi maar toch wel erg zoet.
In Rill-Rool gaan de saxofoon van Friedman en de piano Tom Oren in een speelse dialoog. De ene keer vullen ze mekaar prettig aan, de andere keer kronkelen ze rond elkaar in een soms bitsige discussie. Tijd evenwel om onze mooiste zwart-witte lederen schoenen aan te trekken en zelfverzekerd te flaneren door de straten met Blues For Jackito als soundtrack. Pure swing, alweer met een zalige “walking bas”. Klasse.
Bossanova tijd in Alma waarin gastzanger en percussionist Joca Perpignan ons meeneemt naar warmer oorden. Het voortdurend wisselen tussen majeure en mineure klanken heeft een zalvend effect en streelt onze ziel.
We hadden het in de intro al aangekondigd en in Sunset zijn ze er eindelijk: de oosterse invloeden. De temperatuur stijgt opnieuw enkele graden terwijl we genieten van een muzikale warme bries op het gelaat. Een milde glimlach vormt zich op ons gezicht, de omstaanders kijken wat gealarmeerd en vrezen het ergste.
De suikerpot gaat terug open op Stride By Stride waarop Stavit Allweis de tekst inzingt. Wat ons betreft het minste nummer van het album. Eindigen doen we met een cover van een Paul McCartney nummer uit 1970 Junk. McCartney schreef het vlak na de split van de Beatles en het origineel klinkt dan ook nog heel Beatlesk. Dat horen we evenwel helemaal niet terug in de bewerking van Friedman. De hoofdrol gaat hier opnieuw naar Tom Oren aan de piano die een vrij bluesy interpretatie brengt van het nummer. Mooi.
Unconditional Love is een vrij conventioneel jazzalbum dat niemand tegen de borst zal stoten. Meestal heerlijk optimistisch en met een open blik op de wereld. Muziek waar je vrolijk van wordt en die smeekt naar zonnige dagen.