Wie wat bekend is met het fenomeen Alex Koo weet dat het spreekwoordelijke jazz wonderkind anno 2021 niet meer aan zijn proefstuk toe is. Na, onder meer, in 2019 de wereld te verblijden met Appleblueseagreen en in 2020 Kimono Garden op ons los te laten, heeft hij met compagnons de route Ralph Alessi en Attilla Gyárfás anno 2021 alweer een parel van een plaat klaar.
Amateurastronomie zit volgens de meest recente nieuwsberichten opnieuw serieus in de lift. De huidige lockdown heeft de liefde voor de sterren en het heelal bij velen aangewakkerd, waardoor telescopen momenteel nog een groter gegeerd goed zijn dan wc-rollen tijdens de eerste lockdown. Dat de Melkweg ook de drie voorgenoemde heren wist te beroeren, kunnen we duidelijk aflezen van de titel van de plaat, de namen van enkele songs en zelfs de muziek. Hou je telescopen alvast in de aanslag want here we go!
Opener Nebula is potentieel een ode aan de plaats waar sterren geboren worden. Potentieel omdat het louter speculatie is van onze kant. Dat het nummer een ode is aan oerdegelijke jazz staat echter als een paal boven water. De track neemt aanvankelijk een rustige start. Zo rustig zelfs dat, wanneer we onze ogen sluiten, we ons zowaar in wit ruimtepak zorgeloos door het heelal zien zweven. Het nummer is in zekere zin een schizofrene tweestrijd. De piano voorziet aan de ene kant een rustig consistent ritme dat bij momenten een beetje het repetitieve gevoel van een mantra of drone uitdraagt, waar aan de andere kant de trompet een onrust en zekere dissonante toon aan het geheel toevoegt. De muzikanten lijken wel de auditieve weergave te voorzien van de geboorte van een ster ten midden van de rust van het roerloze heelal. De drum lijkt een beetje in tweestrijd tussen de twee elementen te zweven in een poging de schizofrenie te bedaren en terug tot één entiteit te verbinden. Rond minuut 3.30 laat Koo de dissonante Neil Armstrong in zich los en treedt hij met zijn meesterlijke pianospel op de voorgrond om vervolgens een minuut later alweer rustig op de achtergrond te verdwijnen en ruimte vrij te maken voor het trompetspel van Alessi. Eén lange trompetschal later zijn we aan het einde van het nummer beland. Een sterke opener!
Menig goochelaar heeft en zal ongetwijfeld in het verleden, heden en de toekomst nog Levitate! naar diens bevallige assistente roepen in een poging haar te doen zweven. Wie het gelijknamige nummer van Koo, Alessi en Gyárfás reeds ter oren heeft gekregen, zal kunnen beamen dat, net als bij track één, ook dit nummer aanzet tot zweven. Levitate! start net als zijn voorganger downtempo. Het verschil zit hem echter in het feit dat dit keer alle instrumenten dezelfde tempoteneur volgen. Vanaf minuut 02.30 is er echter een duidelijke kentering in het nummer. Het experimentele percussie-element krijgt meer plaats op de voorgrond en ook de piano wordt qua geluid en spel iets experimenteler. Het gebruik van vreemde soundscapes wordt eveneens niet geschuwd. Rond minuut 4 keert de rust van weleer terug en horen we net als bij Nebula een gespleten persoonlijkheid waarbij de piano voor de rust zorgt, de trompet voor de onrust en de drum tussen de twee voorgenoemde entiteiten zweeft. Rond minuut 6.20 wordt door Koo een streepje piano ingezet dat leviteert tussen het melancholische en het akelige. De trompet neemt dezelfde melodie van de piano over waardoor de instrumenten elkaar beginnen te versterken in hun auditieve strijd. Doorheen het samenspel van piano en trompet is er het drumspel van Gyárfás dat nog wat extra subtiele sfeer brengt aan de hand van weloverwogen cymbaaltoetsen. Met zijn 8 minuten is Levitate! een ware ontdekkingsreis en het beste van de zaak is dat dit niet eens het langste nummer van de plaat is!
Ready, Set, Go doet wat het belooft. Het nummer start met zo’n gretigheid dat we bijna geneigd zijn om in een kart te gaan zitten en schildpadschilden naar onze fictieve Italiaanse tweelingbroer te katapulteren. Het nummer is een jazz pletwals van begin tot einde. Na een dikke drie minuten vermoeden we dat de drie heren blij zijn dat het nummer voorbij is en dat ze eens even op adem kunnen komen. Wauw, wauw, wauw!!!
Wie de Aurora Borealis al in levende lijve heeft mogen aanschouwen weet dat het bijna iets magisch met zich meedraagt. Die felgroene golven die de lucht oplichten en een, als het ware, buitenaardse schoonheid op onze blauwe planeet projecteren. Volgens de vakliteratuur is het zeker de moeite om ooit eens te bezoeken. Tot die tijd zijn wij ook al zeer blij met het nummer Aurora. We mogen de groene golven dan niet echt boven ons hebben hangen, als we naar de muziek luisteren en onze ogen sluiten, zijn ze er wel degelijk. Het nummer start enorm magisch en doet ons qua sfeer wat aan Beautiful Boy van John Lennon denken. Rond minuut 3 horen we een kentering in het nummer. De terughoudendheid blijft maar we horen toch dat de instrumenten meer op de voorgrond treden dan in het eerste deel van de compositie. We horen experimentele percussie, een zacht pianowijsje en een trompetgeluid dat wij als oer-jazz zouden beschrijven. Naar het einde van het nummer toe wordt de trompet naar goede gewoonte opnieuw afgebouwd tot het absolute minimum. Wat achterblijft is een zeer rustgevende soundscape die ons dwingt om op de grond te gaan liggen en zorgeloos weg te dromen terwijl we naar leegte op het plafond staren. Zalig! En wat een verschil met de vorige track!
Je kan niet de term jazz in de mond nemen en het vervolgens niet over mythologische Griekse nimfen hebben. Klinkt logisch toch? Meanads is een ode aan de voormalige dienaars van de Griekse God Dionysus. En waar dit figuur dan voor bekend staat, vraag je je af? Wel, onder meer voor: wijn, krankzinnigheid, festiviteiten en theater. Qua onderwerpkeuze kan dat alvast tellen. Het begin van het nummer klinkt behoorlijk krankzinnig en doet het onderwerp alle eer aan. De drie heren vormen een samenspel waarbij het obligatoire meetikken van het ritme met je voet de gemiddelde muziekliefhebber al na enkele seconden zal herleiden tot een verkrampte smurrie. Velen zullen door de tempowissels en de onconventionele ritmes denken dat het maar wat bij elkaar gegooide noten en percussie is maar de waarheid is dat dit nummer een extreem complex staaltje muziek is waar wij maar al te graag onze spreekwoordelijke hoed voor af doen bij Luminous Dash. Beschrijven wat er in het nummer allemaal gebeurt, is onbegonnen werk maar eclectische krankzinnigheid dekt waarschijnlijk nog het beste de lading. Zonder twijfel ons favoriete nummer van de plaat!
In Underwater Star Based Society is het duidelijk Koo die de basis voor het nummer levert met zijn pianospel. Qua pianospel durven we in dit nummer zelfs te stellen dat het eerder de klassieke toer opgaat in plaats van de jazz toer. Om het nummer niet al te conventioneel te maken door het louter gebruik van piano hebben de drie heren het auditieve geheel verder nog opgesmukt met een breed scala aan vreemde geluidjes die zich subtiel verder bewegen op de golven van het nummer. Underwater Star Based Society is een zeer mooi nummer dat ongetwijfeld bij een onderwaterduik nog beter tot zijn recht zou komen. Dat gezegd zijnde kan deze track ons het minst bekoren van de ganse plaat maar als je hebt gelezen wat we tot nu toe al over de plaat geschreven hebben, is het gegeven van het minst bekoren nog sterk te relativeren.
Toy Pianos haalt maar net de kaap van de één minuut en is daarmee met redelijk wat voorsprong het kortste nummer van de plaat. Het nummer is een korte eclectische opstoot van energie waarin het trio een ode brengt aan de speelgoedpiano van weleer en zelfs ruimte maakt voor het instrument in het nummer zelf. De lengte van het nummer draagt in dit geval bij tot de sterkte ervan en doet je verlangen naar meer waardoor je al snel niet meer doorhebt dat je het nummer al voor de tiende keer op repeat hebt gezet omdat het zo goed is. Wij spreken proefondervindelijk. Schitterend, zonder meer!
We zijn alweer aanbeland bij het laatste nummer van de plaat: Source Of The Ten Thousand Things. Weet dat je voor de korte autoritten eraan bent voor de moeite als je dacht het nummer even af te spelen op weg naar je lokale handelaar. Met zijn elf minuten is Source Of The Ten Thousand Things een track waar je best wat tijd voor uitrekt en die je, gezien de lengte, ook best een paar keer luistert om alle nuances erin goed op te nemen. Die laatste uitspraak geldt overigens voor het merendeel van de plaat. Net als je denkt dat je het nummer kent, hoor je toch weer iets tijdens die nieuwe luisterbeurt dat je nog nooit eerder had opgemerkt.
Source Of The Ten Thousand Things kent een mysterieus en ietwat akelig begin. De sfeer wordt gezet door de soundscapes op de achtergrond maar toch nog net ietsje meer door de schrapende, experimentele percussie. Het nummer is bij aanvang volledig anders dan wat we op de plaat tot hier toe al gehoord hebben en heeft dus meteen onze aandacht. Rond minuut vier is het soundscape gegeven langzaam weggeëbd en wordt er ruimte vrijgemaakt voor een ietwat conventioneel pianogeluid in combinatie met de percussie die we in het eerste deel van het nummer al hoorden. Verwacht je in dit nummer niet aan een druk jazzy pianospel maar aan een breekbaar minimum aan noten in combinatie met experimentele, zachte percussie om het geheel in stand te houden en onder de noemer: ‘boeiend luistermateriaal’ te plaatsen.
Acht nummers lang hebben we echt met volle teugen van deze plaat genoten. We kunnen dan ook enkel maar concluderen dat Identified Flying Objects een absolute aanwinst is voor elke muziekliefhebber. Hoewel we weten dat sommigen de neus ophalen voor het jazz-genre en instrumentale muziek, zijn we er zeker van dat ook zij hun gading in het album kunnen vinden. Naast al dat auditieve moois is het geheel dan ook nog eens voorzien van een schitterend staaltje surrealistische artwork van Max Philippi. Wij zouden de muziek enkel en alleen al aangeschaft hebben door de intrigerende cover. Dat er dan ook nog muziek van dergelijke kwaliteit opstaat, is de kers op de taart.
We eindigen deze recensie graag met enkele toepasselijke woorden van de bekendste ruimtevaarder uit ons zonnestelsel.
“And I’m floating in a most peculiar way. And the stars look very different today.” (© David Bowie, Space Oddity)
https://werfrecords.bandcamp.com/album/identified-flying-object