In januari kwam het elfde studio-album van Sleater-Kinney uit, de riot-grrrl band die in 1997 cult-legende werd met het album Dig Me Out. De band nam ook een tienjarige break in het begin van het nieuwe millennium, om sinds 2015 weer op volle toeren te draaien.
Anders dan voor The Center Won’t Hold (met St. Vincent als co-producer) werd voor deze plaat samengewerkt met een producer met een meer traditionele werkopvatting: John Congleton, die gewoon het beste uit de nummers en uit de protagonisten Carrie Brownstein en Corine Tucker haalde. Er werd grondig gewroet en omgewroet om tot Little Rope te komen. En waar dit soms leidt tot plat kapot geproducete muziek, heeft het hier geleid tot één van de beste platen uit het oeuvre van de band.
Hell opent en blinkt uit in jaren negentig stil/luid dynamiek. Nummer drie op de plaat heet Say It Like You Mean It. Geen haar op ons hoofd twijfelt er aan dat dit ook het geval is wanneer Corine Tucker dit zingt. Een dijk van een song met een groots refrein en gezongen alsof haar leven ervanaf hangt. Andere songs in dit rijtje zijn Six Mistakes, dat net als opener Hell QOTSA naar de kroon steekt, Small Finds, waarin Tucker door de strofen kreunt en hijgt als een volleerde Chrissie Hynde, en vooral het laatste nummer van de plaat, Untidy Creature, maar daarover later meer.
Ook Carrie Brownstein draagt meer dan haar steentje bij: Don’t Feel Right heeft die typische steno-gitaarriffs, de haar ook typische gepassioneerde zang en ook nog een dijk van een refrein als bonus. Wat een gitaren! Over gans de plaat maken de zessnarigen trouwens een geweldige beurt: ze klinken fantastisch en gevarieerd, rocken als de beesten en zijn origineel en geïnspireerd.
Nog van Brownstein komt Needlessly Wild, Crusader, met een disco-aandoend refrein en het knappe Dress Yourself: “Get up girl, and dress yourself. In clothes you love for a world you hate.” We hadden het zelf niet beter kunnen bedenken. Een mid-tempo nummer en zo goed als het rustigste nummer op de plaat. Geen slappe koffie dus voor Sleater-Kinney, maar een dubbele espresso!
Eervolle vermelding ook voor de nieuwe drummer Angie Boylan die de pannen van het dak speelt en de grote schoenen van Janet Weiss moeiteloos vult.
De plaat sluit af met een echte bom: Untidy Creatures. Een lied dat barst van de urgentie, knappe riff voor en tussen de strofen, een refrein dat nu al refrein van het jaar wordt genoemd ten huize van onze redactie, en een zangprestatie waar Corine Tucker zichzelf nog overtreft. De song werd geschreven in de furie die de conservatieve rechtspraak over vrouwenrechten in het Amerikaans Hooggerechtshof teweeg bracht, maar is qua tekst universeel genoeg om bij verschillende situaties te passen. “But here’s too much here that’s unspoken. And there’s no tomorrow in sight. Could you love me if I was broken. There’s no going back tonight.” De plaat eindigt rafelig met het geluid van de versterker die nog na-gonst van de alternating current die er zonet doorging. Ook wij blijven wat verweesd achter.
Sleater-Kinney bracht in moeilijke omstandigheden – Brownstein vernam het fatale ongeluk van haar moeder en stiefvader tijdens het werk in de studio – een plaat uit die overloopt van de energie, emotie, potige muziek en relevante teksten. Een diepe buiging voor dit songschrijversduo dat niet achterover leunt, maar van elke laatste plaat de beste maakt
Dat kunnen we eens tonen, die diepe buiging, in het OLT Rivierenhof, waar Sleater-Kinney met Blonde Redhead als double bill ten dans speelt op de mooie zomeravond die 21 augustus van dit gezegende jaar zal zijn. En omdat het niet op kan, krijg je er zelfs Noa Lee (Nina Kortekaas) als voorprogramma bij. “My whole life, was like a picture of a sunny day.” We hadden het zelf niet beter kunnen bedenken.
21/08 – OLT Rivierenhof: Noa Lee – Sleater-Kinney – Blonde Redhead