In het nobele genre van de country and western zingen vrouwen over hoezeer ze van hun man houden, ook al slaat hij en drinkt hij en slaat hij als hij drinkt. Of drinkt hij als hij slaat. En zingen of huilen mannen naar de Blue Moon of Kentucky over hun vrouw want ze heeft er anderen. Er vloeien tranen in het glas.
Country is een dood genre, platgewandeld door cowboyboots. De écht groten, Patsy Cline en Hank Williams, zijn dood. Willie Nelson leeft nog, bij vlagen. Dolly Parton zet haar dollars om in diamanten. Wat blijft over: rare kwieten onder Stetsons.
En of het het een rare is, die Dougie Poole. Hij komt namelijk niet uit de Deep South maar uit Brooklyn, NY. En hij werkte als informaticus, vandaar de titel die verwijst naar het draaiende regenboogwieltje dat Apple-gebruikers wel zullen kennen. En hij vernieuwt het genre, of probeert dat tenminste. Even luisteren, oké?
Eerste conclusie: hij heeft De Stem niet. Geen gehuil, geen wanhopig gesnik. Geen door liters moonshine vernietigde keel. Neem nu High School Gym: had van Springsteen kunnen zijn op een dag waarop The Boss de vorm maar niet kon vinden. Nothing on This Earth Can Make Me Smile heeft wat Simon & Garfunkel in zich, die zich verzoenen met een lap steel. Maar het mist passie.
Tweede conclusie: lees voorgaand zinnetje. Er is nog Worried Man Blues 2, een eerbetoon aan het origineel van Woodie Guthrie, zullen we maar denken. Maar: iemand die een songtitel als I Lived My Whole Life Last Night verzint vergeven we veel.
Maar niet alles. Zoals: verveling.
Het is heel propertjes allemaal, nergens vloeit een traan in een glas. Country, de blues der witten, gaat over pijn en emotie. En klinkt niet als iets dat je in winkelcentra of de liften daarin moet aanhoren.