Luminous Dash BE

AA & LES ONEIROI – Chants de l’Erèbe

Alexandre Alquier (FR) toonde met To Brothers In the Dark al ruimschoots aan dat kunst hand in hand gaat met muziek en muziek kunst is. Onlangs bracht hij zijn eerste solo-album uit, dat met de winterzonnewende nu ook op cd verscheen. Chants De l’Erèbe, met een meesterlijke artrocksound in 4 experimentele en complex opgebouwde tracks.

Voor Chants de L’Erèbe omringde hij zich met Les Oneiroi: Eric Becker (gitaar/ kennen we ook van Rome), Penny Ikinger (zang, gitaar), Benoit Courribet (bas, bariton, gitaar) en Barclau (lapsteel) blijken daarbij 4 topmuzikanten te zijn, die de esthetiek van Alquier goed begrepen hebben.

Slechts 4 tracks, waarbij Le Tombeau Du Temps meteen goed is voor meer dan de helft van het sonische kunstwerk dat dit album is. Georgio ‘The Dove’ Valentino verleende bijna 22 minuten lang zijn stem voor dit sprankelende nummer dat een web van sentimenten is. Van bij de eerste emotionele pianotoetsen, werden wij gevangenen van de ervaring, want dit lokt meer uit dan luisteren alleen. Als warme tranen rollen de relativerende woorden doorheen de eerste minuten.

“Life’s not an Odyssey of self-realization. The journey’s not more rewarding than the destination. Life’s not a highway. I don’t wanna ride it all night long.”

Wanneer drums en snaarwerk daar intenser worden, krijgt de track een alternatieve wending en weerklinkt een meeslepende progrocksound. Ook neoklassiekere passages vinden hun weg langs duisternis gevuld met muzikale rijkdom. Strelende instrumentale verzuchtingen en met romantiek beladen tristesse bloeien open tot een warm uitwaaierend spel van ritmes en snaren en vullen dit graf van de tijd. Adem diep in en zucht. Wat een intieme intensiteit!

Een donkere baslijn versterkt door knap diepe percussie openen Mer Des Pluies, waarbij de gitaarlijn in schoonheid duetteert met Alexandre’s helderijle stem, die zich af en toe ook licht kreunend rauw laat horen. Wervelend snaarwerk kronkelt zich rond de aparte percussie en de ‘koorzang’ op de achtergrond, die buitenaards klinkt. Intensiteit neemt wervelend toe en sterft met rake pianotoetsen uit. In geen enkele track is de zang dominant, maar vervalt ook het instrumentale geen moment in rust. Beiden discreet, maar zo sterk. Ook op vlak van productie werd de kwalitatieve lat hier hoog gelegd.

Erg filmisch en groots klinkt Birds Of Paradise. Zijn vleugels spreidend in diepe tonen laat de track een parmantig walmend en perfect georkestreerd kluwen van geluid horen. Voor we het beseffen, raken we verstrikt tussen deze vogels, die ons meenemen in hun paradijselijk donkere trance. In alle zachtheid en met de stem van Penny Ikinger sluit L’ Etreinte De Nyx af. Bitterzoete jazzy klanken gaan hand in hand met de meeslepend warme sound van dit omhelzende liefdeslied.

“Then you took my hand and we danced ‘till dawn. Into the deep night we go. How did it get light so soon?”

Verwijzen naar andere artiesten, leidt ons tot een breed spectrum bij deze release, want zowel fans van Tuxedomoon, Goethes Erben en Cocteau Twins, als die van Ennio Morricone, Anathema als Pink Floyd zullen zich erg aangetrokken voelen. Een album dat je meeneemt in dromen die zowel illuster duister kleuren als hoopgevende druppels poëzie van schaduwen zijn. Zo existentieel als de titel zelf, dringt dit werk door iedere porie, om zich – discreet maar voorgoed – onder je muzikale huid te nestelen.

Chants de l’Erèbe is digitaal en op cd verkrijgbaar en verscheen in gezelschap van uitzonderlijk mooi artwork.

Facebook / Bandcamp

Mobiele versie afsluiten