Hij was het kind van Zuid-Amerikaanse immigranten die grote hoop zochten in Detroit en hun kind dus ook. Kon ook niet anders. Veel hoop was er niet maar toch, hij speelde gitaar en had een stem en dat leidde tot twee lp’s zo heel in het begin van de jaren zeventig.
Geen kat die ze kocht. Katten kopen namelijk geen platen, nee, ze bekrassen ze. En Rodriguez – behalve zijn achternaam tevens zijn artiestennaam – ging als arbeider werken, ontfermde zich over de werkende klasse, wou ooit burgemeester van zijn geboortestad worden en dat lukte ook al niet. Dan ging hij maar sneeuw ruimen. In de winter, maar ook in de zomer; zo koppig was hij wel.
Sixto Rodriguez is nu dood. Zijn verhaal is een triest verhaal maar het is een verhaal en daar gaat het om. Cold Fact (1970) en Coming From Reality (een jaar later) waren en zijn meesterwerkjes maar niemand had het door tenzij in bizarre delen des werelds zoals Australië en Zuid-Afrika. Daar was Rodriguez namelijk een ster. Zie wat dat betreft de Oscar-winnende docu Searching For Sugarman. Daarin trekt een filmploeg uit Zuid-Afrika naar Detroit, niet wetend of Rodriguez nog leeft. Net als Elvis of Morrison is hij wel al eens gespot, maar zou hij nog leven? Tot hij in het raam van zijn eenvoudige huisje blijkt te zitten, ooit gekocht voor 50 dollar. Het huis, niet het raam.
De man hield niet van luxe, de man hield niet van aandacht. Al kon hij ook geen nee zeggen: tien jaar geleden ging hij op tournée generale doorheen de wereld en dus ook België.
Rodriguez is en blijft een raadsel. En dat had hij zo gewild ook. Maar luister nog eens naar zijn songs. Enkel José Feliciano – dezelfde afkomst – had zo’n van pijn en mededogen met de rest omwonden stem. Dat het hem goed moge gaan, waar hij nu ook is.