Detroit, ingesloten door veel te grote meren, is nu tot stof en as vergaan. Maar ooit werd elk auto-onderdeel van elke Amerikaanse auto daar gemaakt. Er was geen tijd om je er te vervelen, tot wat lokale drop-outs dat wel beslisten te doen, zo vanaf 1967. Ze waren met vijf en keken met grote ogen naar wat er zoal gebeurde in hun land, want de Amerikaanse renaissance was uitgebroken. Een opstand hier, een rel daar en bovenal massademonstraties voor burgerrechten en tegen Vietnam. En de vijf besloten hun steentje mee te gooien naar flikken en ordediensten.
Dat deden ze met gitaren; de gitaren van hun bandje MC5, wat stond voor Motor City Five. Ene Iggy Pop – uit de buurt – zag hen live en besloot meteen maar The Stooges te starten. Want MC5 was eerst en werd nationaal bekend toen ze speelden op de Democratische Conventie in 1968, in Chicago. Het werd een slagveld. En op Zenta New Year, 31 oktober van dat jaar, namen ze live hun eerste lp op: Kick Out the Jams. En dat is niet meer dan een granaat in je smoel. Het moet tot dan toe de luidste plaat ooit geweest zijn, die voor geen meter verkocht maar waarop wel de beginselen van de punk in de groeven werden geëtst.
MC5: Hun zanger, Rob Tyner, was een halfbloed die eigenlijk geen microfoon behoefde, maar de twee gitaristen vormden evenzeer het gezicht van de band. Fred (Sonic) Smith, die later met Patti Smith zou trouwen en zijn gitaar liet aandrijven door iets als kernenergie. En Wayne Kramer, die dansjes à la James Brown deed en met zijn falset dingen als Ramblin’ Rose in je oren ramde.
Natuurlijk werden ze in de ban geslagen want dat is wat autoriteiten doen als ze het niet kunnen halen. Die openingskreet, “Kick out the jams, motherfuckers!” deed het ‘em. En het hielp ook niet dat hun manager en spirituele goeroe John Sinclair – ja, het waren dat soort tijden – als politiek activist de bak indraaide wegens het bezit van wat stoute sigaretten.
MC5 maakte nog twee platen, hun tweede, Back in the USA, uit 1970 hoor je te hebben maar de explosie van de eerste haalden ze nooit meer. Kon ook moeilijk, want tegen die tijd lagen ze met z’n allen lam door middel van poeders en pillen. Maar dit stukje gaat over Wayne Kramer want die is namelijk dood; pancreaskanker. Zat jarenlang gevangen wegens drugdelicten, werkte in de bouw maar bleef politiek actief zoals in het project Jail Guitar Doors USA, waarin hij opriep om gevangenen gratis gitaren ter beschikking te stellen. De zijne had hij niet meer wegens allemaal verkocht om de naald te kunnen voeden. En van MC5 leeft enkel de drummer nog. Ze zijn werkelijk door hun en onze levens geraasd.
Hieronder beelden van een concert in juli 1970. Het is één van de meest opwindende (Zet luid!!!) laaiende lappen rock-‘n-roll ooit. En Wayne Kramer, kruis al rond zijn nek: het ga je goed.