Hart per hart veroveren, het is de moeilijkste, maar nog altijd de meest efficiënte methode. Misschien is het de verslavingsfactor wel (we zagen ze drie keer op tien dagen tijd!), maar de indierockdeuntjes van Dvkes (uitspreken als Dukes en het is de laatste keer dat we het zeggen) hebben een dubbele functie. Enerzijds liedjes die geboren zijn voor een plaatsje op De Afrekening (gewoon omdat het oorwurmen zijn), maar hoe meer je ze hoort (zowel op een schijfje als op een podium) des te meer je merkt hoe veel meer er in zit! Luister aandachtig, en ontdek de vele prachtige details.
Het is blijkbaar een gewoonte geworden van Joos Houwen, Antoni Foscez, Maxim Helincks en Pieter-Jan Janssen om via Mockingbird met de deur in huis te vallen. Een stevige indierocker met verslavend refrein dat meteen de juiste Dvkes-toon zet, lees krautrock ombuigen tot radiovriendelijke indiepop.
De immer sympathieke Joos straalde, want hij zag ook wel dat de balzaal van de Vooruit naar zijn nieuwe troetelkind wilde luisteren. Terecht! De rest van de set kwam natuurlijk grotendeels uit hun onlangs verschenen debuut. Het opzwepende Untie Your Hands waarvan binnenkort een video online uitkomt, het nijdige What Are The Odds of de perfecte afsluiter The Boy Who Cries Wolf dat misschien qua titel een hoog A-Ha-gehalte heeft, maar voor de rest onder te brengen valt onder de naam verslavende psychedelische indiepop. Joos dankte het publiek en hij wist ons te vertellen dat we een fantastisch optreden zouden zien van Zimmerman. Klopt geheel, maar we hadden er al eentje gezien, twee voor de prijs van één dus!
Het zijn grote woorden, wel gemeende, maar met The Afterglow heeft Zimmerman één van de mooiste lp’s van dit jaar gemaakt. Door het sabbatjaar van Balthazar lees je wel eens vaker dat we met drie spin off’s zitten (Warhaus en J Bernadrt) en hoewel je wel ergens de gemeenschappelijke factor erin kan horen (roots kun je niet wegtoveren) is Zimmerman toch een ander, bloedstollend mooi, verhaal.
Bij Balthazar bassist, maar bij zijn eigen geesteskind is Simon Casier de frontman en zanger. Bijgestaan door Senne Guns op keyboard (dat deed hij ook bij Tomàn) en de briljante Laurens Billiet op drums (een man met een jazzopleiding en dat hoor je!)
Gewapend met twee micro’s begon Simon met het fantastische Someday Maybe aan zijn set van twaalf nummers. Drie minuten wondermooie pop waarin onmiddellijk duidelijk werd dat dit concert zou overheerst worden door melancholie en hoogstaand vakmanschap. Simon beheerst uitstekend zijn gitaar, maar ook zijn stem. En ja voor de muggenzifters, sommige songs konden op een Balthazar-plaat staan, maar dat maken ze niet minder mooi!
Choices werd het tweede en ééntje die niet op het prachtdebuut staat, gevolgd door All Eyes On You, een song vol weltschmerz dat je willen of niet blijft mee neuriën. Maar dat was niet meer dan het begin, het aanstekelijke Liar, het ontroerende You Won My Heart met Noémie Wolfs als de (te verwachten) guest of Hard To Pretend waarmee Casier bewijst dat Zimmerman meer is dan zo maar een tussendoortje. Wie dat denkt, moet maar eens naar de afsluiter I Don’t want It That Bad luisteren. Eenzame klasse gebracht in een topconcert. Correctie: twee topconcerten!