Site pictogram Luminous Dash BE

WINTERGEEST (28/01/2017)

Ik zou mezelf even op voorhand willen verontschuldigen voor mijn gebrek aan kennis van elektronische muziek die misschien door de review kan heen schijnen. Alles met beats en zang is voor mij meteen synthpop en beats zonder zang zijn, euh, elektronische muziek. Desalniettemin kan ik zonder veel achtergrond bijna alles appreciëren!

Nu de review:

Eergisteren begaf ik mij samen met mijn metgezel richting Sint-Jacobs voor een ijskoude avond met veel warme muziek en kunst. Toen we arriveerden, en ons ticket in de magistraal omgetoverde Sint-Jacobs kerk gingen omruilen voor een bandje en een bonnetje voor een gratis Irish coffee, was er nog geen optreden bezig.

We gingen dan in de kerk wat kuieren tussen de kunst van onder andere Eva Vlonk en Kim Lee Pi. Illustratief werk, fotografie, poëzie, iets met een gemummificeerde kat en gebottelde schoen overspoelden ons, in de daar-niet-echt-voor-geschikte, heel donkere kerk. De meeste werken waren natuurlijk wel verlicht, maar kwamen niet echt tot hun recht door bijv. de schaduw van kerkornamenten die erop viel, zoals bij de foto’s van Eva Vlonk. Desalniettemin ben ik een voorstander van kunst combineren met optredens, zoals men in de Gentse zaal In De Ruimte ook vaak doet. Toen we naar buiten gingen was er reeds een optreden bezig. Seiren stond te spelen, in de gevel van wat vroeger een tweedehands prullariawinkel was die o.a. Sovjet-mutsen en best-of lp’s van vergeten artiesten verkocht. De ruimte waar ik vroeger vele vingerafdrukken op de nutteloze lp’s had gezet was helemaal witgeschilderd en kwam daarmee goed overeen met de muziek van Seiren, die naar mijn idee synthpop speelden, helaas had ik het te koud om er echt op te letten en deed de muziek mij de kou niet vergeten. Na 2 nummers werd het plein verrast op het geklop van een trambel en een aankondiging dat het volgende optreden zich in de kerk zou afspelen.

We snelden ons naar binnen voor Sophia Amman, zij bracht akoestische, melancholische nummers. Haar stem galmde tegen alle pilaren van de kerk en het zachte gitaarspel verwarmde mij althans toch een beetje. Dat kan ook gelegen hebben aan het feit dat de presentator iedereen vroeg om te gaan zitten tijdens het optreden en dat we dus allen lekker knus tegen elkaar zaten. Beide nummers bezaten een cadans die over enkele akkoorden galoppeerde en die de muziek een melancholische onder –en boventoon gaf. Na Sophia Amman bleven we gewoon lekker in de kerk zitten voor Pieter-Paul Devos, die een akoestische set bracht met een superklein gitaartje. Hij vroeg op zijn beurt of we allemaal onze rug wat rechter konden houden tijdens het zitten en brabbelde voor zijn eerste nummer nog van alles en nog wat dat ik niet verstond, buiten iets over ene “Bop Dillen”? Geen idee wie dat is. Tijdens beide nummers speelde hij mondharmonica tijdens het gitaarspel, en in het tweede nummer zat een mondharmonicasolo waarvan ik kippenvel kreeg, weer door de echo in de kerk die alles in drievoud zich je oren in katapulteerde (en natuurlijk Devos zijn kunnen, maar that goes without saying). Na de te korte set van Pieter-Paul Devos was er WWWater in Café Afsnis. WWWater spelen ook “beats met zang”, die soms echo’s van jaren ’90 elektronische muziek had. Je weet wel, van die nummers met vocalen die alle Hertzen benutten die het menselijke oor verdragen kan, met daaronder platte beats. WWWater bracht echter dit soort (prachtige) vocalen met stijlvolle beats en een clever gebruik van live-sampling van de vocals door de DJ. Tussen de 2 nummers in deelde de zangeres mede dat ze zich goed had ingepakt tegen de kou, maar dat ze toch maar de meeste van haar te warme kleren uit had gedaan. Het heeft het optreden goed gedaan, aangezien ik tijdens het 2de nummer een dame op rijpere leeftijd kon spotten die zich compleet uitleefde op de moderne beats van WWWater. Na dit optreden werden we als een meute toeristen onder de lichtgevende paraplu naar het volgende optreden geloodst.

The Very Very Danger speelden in de gevel van de 2dehandswinkel en ondertussen was ook mijn 2de concert metgezel gearriveerd, die wegens sanitaire redenen de optredens hiervoor moest missen. The Very Very Danger werd een beetje overstemd door het enorm slechte geluid dat ze tijdens het 1ste nummer niet gerepareerd kregen. Ergens huilde een soundman, maar na de opener was het opgelost en kregen we eindelijk de drums te horen. The Very Very Danger speelden noisy rock met leutige samples, zoals een stem die herhaaldelijk “worst show ever worst show ever” zei voor het optreden begon. Helaas had ik het tijdens dit optreden weer zo koud dat ik moeite had om mijn aandacht bij het optreden te houden. Teneinde niet alle optredens in deze staat te hoeven zien soupeerden we ons bonnetje voor een Irish coffee op en gingen we een pauze nemen van de muziek door aan één van de vuurtonnen te gaan staan. Daar dansten we wat met zijn 3 om het warm te krijgen en was Steak Number Eight al bezig aan hun soundcheck.

Toen we in de Afsnis waren om wat pinten te halen speelden ze een stukje van Gravity Giant, wat mijn hoofd al machinaal achterover en weer terug deed schudden door die ene riff met dat gesmolten tempo. We hadden het al wat warmer en liever dan terug te verkleumen bij andere optredens wachtten we maar tot het op de stoep van Afsnis in gang getrokken werd. Steak Number Eight werd uiteindelijk aangekondigd door de presentator “Stiek Number Eight” en ze waren zoals altijd de jovialiteit zelve met een “allo, ça va?” of iets dergelijks voor ze hun publiek naar de eeuwige jachtvelden klopten. Tijdens alle optredens heb ik geprobeerd om notities te maken om later in deze review te gebruiken, maar bij Steak Number Eight kon ik alleen maar schrijven: “steak was marginaal goed. ondanks tijd voor 2 nummers alles geven!”. Twee nummers lang was het even alsof ik niet meer op een koude stoep stond, maar of ik tijdens de Gentse feesten naar een Steak-show aan het kijken was. Na Gravity Giants en Return Of The Kolomon wilden ze blijkbaar nog niet halt houden en werd er een noisy reprise van Return Of The Kolomon gespeeld waar Brent Vanneste zijn gitaar even wegzette en zich Neanderthaals naar de kersen schreeuwde terwijl de rest van de groep het nummer compleet in frieten speelde.

Raveyards, de bezielers van deze avond, speelden daarna in een vrachtwagen die daar voor de gelegenheid was neergezet. Ik vond het grappig dat ze hun optreden meteen na Steak Number Eight hadden geprogrammeerd aangezien Raveyards met 2 leden van deze band is. Brent Vanneste zag er tijdens dit optreden danig verfomfaaid uit, maar liet dit niet doorschijnen in zijn spelen. Steak-drummer Joris Casier had hier geen last van en legde dikke grooves neer waarover de rest van Raveyards koele muziek maakten. Zeer spontaan, vaak leek het op een improvisatie van muzikanten die erg goed op elkaar ingespeeld zijn, wat in mijn boekje een enorm compliment is. Ik wilde weeral nog veel meer horen, maar helaas was het ermee gedaan en moest Hantrax ergens spelen, maar ik was te nalatig om te gaan kijken. Het kleine stukje dat ik zag onderweg naar een toilet is ook al verwaterd en mijn notities lezen niet veel meer dan “gast zonder t-shirt”.

Ergens daarna staat opeens Onmens op de laadklep van de vrachtwagen waar Raveyards speelden. Net zoals Steak Number Eight gaven ze een sfeervol optreden waardoor je vergat dat je je tenen niet meer kon voelen door de koude. Brulaap Sigfried Burroughs droeg hiertoe bij doordat hij zijn Iggy Pop kostuum boven een t-shirt verkoos en werd letterlijk door het publiek op handen gedragen. Van waar ik stond hoorde ik haast alleen maar Onmens hun hondsdolle beats met af en toe de gitaar die daar boven uit huilde, maar dit deed niet af van het optreden, dat voor mij zijn hoogtepunt bereikte wanneer Burroughs een confettishot in zijn muil kreeg tijdens het crowdsurfen. Zoals bij de meeste optredens van Onmens geen idee welke nummers ze precies gespeeld hebben, maar dat kan mij eigenlijk niet zoveel schelen.

Als afsluiter werden we nog éénmaal de kerk in getroond met de melding dat Fulco Ottervanger (De Beren Gieren, Stadt en heel wat anderen) een solo zou spelen op het kerkorgel. Moeilijk om een orgelsolo te reviewen, maar mijn volgens mijn notities ervoer ik de klanken uit dat enorme gevaarte als angstaanjagend, maar ook kolderiek bij tijd. Fulco wisselde lange, dramatisch scheurende noten af met jazzy getokkel dat je normaal op een piano zou spelen. Wat zijn performance eigenlijk vooral maakte was de setting: al dan niet beneveld sta je omstreeks middernacht in een middeleeuwse kerk naar herrie uit een enorm instrument te luisteren, dat soms overstemd wordt door zatte mensen die in je omgeving staan te lallen. Nog cooler was dat je Fulco eigenlijk niet zag zitten door de balustrade heen, dus het was net alsof dat ding uit zichzelf rare tonen was beginnen uit te braken en dat wij ernaar mochten komen kijken. Heerlijk! Daarna zit er een beetje een gat in mijn geheugen, maar ik geloof we beslist naar warmere oorden zijn getrokken en nog een biertje bij mij thuis hebben benuttigd. Al bij al vond ik Wintergeest een geslaagde avond, die soms een beetje sleepte door de rare organisatie en de koude. Ik kijk alvast uit naar een Lentegeest in mei, met een beetje minder bands, die dan langer kunnen spelen!

Afsnis

Trefpunt

Mobiele versie afsluiten