Één dag nadat dEUS voor een laatste keer de AB liet vollopen moest er een leemte worden opgevuld. Een kolfje naar de hand van die andere Belgische trots, Trixie Whitley, die met haar nieuwe plaat Lacuna net dat thema aanhaalt. De leegte die gaapt tussen zwart en wit, hetgeen we wel voelen maar zo moeilijk onder woorden kunnen brengen.
Dat Whitley graag avontuurlijk uit de hoek komt is al even geen geheim meer. Nadat ze zelf beweerde dat haar tweede album slechts een “groeisprong naar dit album” was, kon ze op Lacuna eindelijk aan de slag met haar voorliefde voor elektronica. Verrassend genoeg bevatte de set met opener Heartbeat slechts één nummer dat live van keyboard werd voorzien. In de plaats haalde ze een stormram met zes snaren boven waardoor Long Time Coming nijdiger klonk dan op plaat. Hierdoor leek ze even moeite te hebben om een evenwicht te vinden tussen de tekst en het hoge tempo.
Haar lef en zin voor avontuur kregen ook tijdens May Cannan een klankbord. Whitley’s gitaarspel was niet alleen virtuoos, maar ook potig. Geflankeerd door een agressieve basdrum werden we net niet tegen het canvas geslagen. Toch leken nog niet alle puzzelstukjes op hun plaats te vallen. Misten we de elektronica of een extra bandlid, geen idee. Al zou dat laatste oneer aandoen aan haar sidekick die zowel drum, bas, gitaar als piano bediende.
Pas wanneer Touch passeert, voelen we de eerste keer echt elektriciteit in de lucht hangen. “No cure for the curious” zingt ze met haar prikkelende soulstem. Getooid in een blauw-zwart trendy turnpakdress en met gitaar rond de nek kunnen we niet anders dan nederig zijn als ze daarna ook “a touch is the strongest sense” naar ons toewerpt. Van dan af aan gaat het enkel crescendo en wanneer het intiem wordt, mag het ook meteen heel intiem worden. Enkel begeleid op piano beklijft Whitley met de zachtste kant van haar stem tijdens Closer. Waarmee ze nog maar eens het bewijs leverde dat ze niet alleen haar gitaar weet te beheersen maar ook verdomd sterke nummers uit haar mouw kan schudden.
De huiselijke sfeer die was ontstaan kreeg een vervolg tijdens Fishing For Stars – het eerste nummer dat ze schreef na de geboorte van haar dochter – waar ze vooraan ging postvatten. Gezeten op de rand van het podium, en deze keer met akoestische gitaar, leek ze, na de wat onwennige start, steeds meer te genieten van het directe contact met het publiek. Zo hard zelf dat ze zichzelf het zwijgen moest opleggen wanneer ze Dare To Imagine van enige uitleg voorzag. Een nummer dat ontstond tijdens een ruzie met haar lief als studie van perspectieven. Die poging om de invalshoek van de ander te vatten voelde deze week ongewild nog een pak urgenter aan. Ook haar oplijsting van mannelijke verschijningsvormen tijdens hoogtepunt Dandy – waarin ze haar veelzijdigheid nog maar eens onderstreepte door zelf achter de drums plaats te nemen – is een duidelijke stellingname.
Tijdens Breathe You In My Dreams worden we nog eenmaal omvergeblazen door haar stembereik en net vooraleer de laatste noot van afsluiter Oh, The Joy klinkt, slaakt ze een zelfvoldane, zelfrelativerende zucht. Dat het goed was en dat alles wat niet gezegd werd en tussen alle noten door zweefde wellicht alle essentie bevat.
Foto’s (c) Geert Bonne