Sinds 2007 maken Greg Hughes en Tessa Murray dromerige songs onder de naam Still Corners. Hun eerste twee albums verschenen nog op het legendarische Sub Pop label, daarna brachten ze hun langspelers uit op hun eigen Wrecking Light Records.
Begin vorig jaar verscheen hun vijfde album The Last Exit dat ze, na een aantal annulaties, eindelijk in Europa kunnen komen voorstellen.
Het voorprogramma werd verzorgd door Jason Robert Quever, alias Papercuts. Quever is bekend als producer van Cass McComb, Beach House en Dean Wareham (Galaxy 500) en maakt met zijn band een combinatie van shoegaze, indie folk en dreampop. Papercuts bracht onlangs hun zevende album Past Lif Regression uit.
Terwijl Quever met zijn Papercuts in de studio een breed klankentapijt neerlegt en mooi ingetogen zingt is dat live wel even anders. Hij bracht enkel een bassist/keyboardspeler en drummer mee, die laatste kende blijkbaar niet elke nummer waardoor Robert regelmatig moest laten weten dat het tempo niet klopte. De singer-songschrijver deed het deze keer ook zonder backing vocals. Hij zong alles zelf in en zijn stem is nogal beperkt waardoor elk nummer bijna hetzelfde klonk. Ook qua arrangementen klonk er heel weinig variatie waardoor de drie kwartier durende set een eeuwigheid leek te duren en eigenlijk enorm saai was. Heel vreemd, want de albums van de deze Amerikaanse band zijn zeer overtuigend. Helaas kregen we dus een set vol rommelige lo-fi probeersels.
Blijkbaar toerde zo’n tien jaar geleden Papercuts samen met Still Corners door Amerika, dat bleek meteen ook het enige wat de twee bands eigenlijk met elkaar gemeen hadden. Hughes en Murray maken dromerige synth-pop met vleugjes gitaarklanken die heel clean klinken, zeker als je ze vergelijkt met het Papercuts-geluid. Het duo had een drummer bij die samen met de backingtrack (waar ook een flinke dosis synths, gitaren en backings op te horen waren) zorgde voor het gelaagd geluid dat ook op de Still Corners-albums te horen is.
Met enkel drie leden is het blijkbaar niet evident om dat geluid live te brengen. Het gaf het geheel iets van een soundmix-optreden. Tessa zong de sterren van de hemel terwijl ze ook keyboard aan het spelen was waardoor er niet veel beweging op het podium te zien was. Enkel gitarist Hughes een beetje. Daar de in coole county-outfit zittende gitarist niet echt veel zin had om te bewegen moest de film op de achtergrond voor afleiding zorgen.
In de film werden beelden getoond van de Amerikaanse woestijn. Zo leek het alsof we naar een roadmovie keken waarbij Still Corners voor de soundtrack zorgde. Dat was ook wel een beetje zo dankzij de stuwende nummers, het dromerig aspect zorgde dat het ook allemaal wat mysterieus klonk. Ze hadden misschien beter voor een David Lynch-film gekozen. Voeg daar wat gitaarklanken aan toe die uit een Western-film van Ennio Morricone leken weggelopen en je hebt het volledige beeld.
Al kwam Still Corners het album The Last Exit voorstellen toch kwamen de meeste nummer uit de set van het vorige album Slow Air. Verder kregen we nog de nieuwe single Heavy Days en Far Rider en de klassiekers Strange Pleasures en The Trip. Greg Huyges’ gitaarspel is stevig beïnvloed door dat van Mark Knofler (Dire Straits) en Chris Isaak. De band kon het dan ook niet laten om So Far Away van Dire Staits en Dancing van Chris Isaak in de setlist op te nemen. Het duo echt niet vies van een cover meer of minder en zo kregen we ook nog een meeslepende versie van The Crying Game van Dave Berry.
Hoogtepunten horden we niet, alles kabbelde mooi voort. De nummers volgden elkaar in een snel tempo op, Tessa Murray kreeg nauwelijks de kans om haar publiek toe te spreken. Gelukkig viel de gitaarversterker even uit zodat ze toch enige toenadering zocht tot het publiek.
Een geweldig optreden was het niet maar er waren ook geen echte stoorzenders. We werden niet echt omvergeblazen door Still Corners en al zeker niet door Papercuts.