Luminous Dash BE

MUDHONEY + SØWT Brussel, Botanique (04/10/2024)

Een optreden als support act betekent meestal spelen voor een handjevol mensen, terwijl de andere concertbezoekers de tijd benutten om aan te schuiven aan de drankjetonautomaat of om gezellig een praatje te maken over het goede weer dat maar niet wil komen. Niet als je SØWT heet. De zaal zat vanaf het begin aardig gevuld en vanaf de eerste seconde had de band het publiek moeiteloos mee. SØWT, het lijkt wel uit de mond te komen van de Zweedse kok uit The Muppet Show, toch komt dit viertal wel degelijk uit het Nederlandse Eindhoven.

Noem het vooringenomenheid, maar we hebben altijd wel een lichte afkeer gehad voor wat er zich in muzikaal Nederland afspeelt – blame it on Anouk of godbetert Kraantje Pappie – maar sinds de doorbraak van Tramhaus zijn onze noorderburen wel de hofleveranciers van het betere postpunklawijt geworden. Een lijn die je kan doortrekken voor SØWT. Bands waarbij de drummer een T-shirt van Black Flag draagt en met songtitels als Michael Caine of Metz – geen uitleg nodig – op de proppen komt, hebben een streepje voor bij ons.

Om maar meteen de stier bij de horens te vatten, anders blijven we rond de pot draaien: SØWT is wat ons betreft één van de revelaties van het jaar. Wie weet zelfs dé revelatie! Al jaren ploeterend in de underground, maar nu dus op tournee met fucking Mudhoney. Ze kunnen het zelf amper geloven, maar ze staan er wel, en hoe!

SØWT (c) Didier Becu
SØWT (c) Didier Becu


De Nederlanders grossieren voornamelijk in 90’s-lawaai. Grunge die doorkruist wordt met noise van The Jesus Lizard en onderweg heerlijk botst met zowel Slint als met de Riot grrrl-attitude. Dat laatste wordt geleverd door zangeres en bassiste Danielle Warners die ons deed denken aan Courtney Love, Kat Bjelland van Babes In Toyland of Nele Janssen van Peuk. Krijsen en schreeuwen dus, demonen uitspuwen op een golf van noise zoals op opener Gimmie. Heerlijke pokkeherrie waar geen speld tussen te krijgen is, maar afgelost wordt door de aangrijpende sadcore van bijvoorbeeld Loss. “I can’t believe what I have become. Nothing lasts forever, you get sick of this, things won’t stay like this when the news hits.” Nu al ons favoriete nummer van het jaar.

SØWT had het vlug door dat ze het publiek volledig mee hadden, drummer Martijn Claessens verwerkte de verbijstering door zoveel mogelijk drumsticks aan diggelen te slaan. Hoe we SØWT moeten uitspreken, blijft nog steeds een raadsel. Wel weten we dat dit één van de strafste bands is die we de laatste tijd aan het werk zagen. Hopelijk vlug terug op een podium te zien! En de babbel achteraf met Danielle Warners bevestigde deze hoop. Je kan het zelfs thuis beluisteren via de fantastische lp Kids Hurting Kids. Die titels hee…

Natuurlijk was het publiek niet afgezakt naar Brussel om SØWT te zien – ook al zou dat best in de toekomst wel kunnen – wel voor de noiselegende Mudhoney. Jong kon je, op een paar uitzonderingen na, het publiek niet noemen. Wel dat ze trouwe soldaten zijn. Op zich opmerkelijk omdat de band sinds 1988 nooit echt in de schijnwerpers stond. Wel mooie papieren waarvan volop geprofiteerd werd, zoals bijvoorbeeld hun support act in 1989 tijdens de Europese tour van Sonic Youth waarmee hun debuut  Superfuzz Bigmuff furore maakte. En natuurlijk ook het feit dat de band op Sub Pop zat, op het einde van de jaren 80 op zich al reden genoeg voor muziekfans om een luisterend oor te lenen.

MUDHONEY (c) Didier Becu

25 jaar respect verdien je uiteraard niet alleen door het ophalen aan jeugdherinneringen, maar ook omdat de band uit Seattle alsmaar schitterende albums afleverde zoals hun laatste Plastic Eternity. Deze titel vulde niet alleen het spandoek achter hen, maar ook een groot deel van de set.

Op papier is Mudhoney dan wel een grungeband, gelukkig gaat het verder dan dat. Door de brullende vocals van zanger Mark Arm blijven vergelijkingen met Nirvana niet uit, maar een beetje muziekkenner hoorde er evenveel MC5, Jimi Hendrix of The Stooges in. En vooral Mudhoney, want door de loeiharde fuzzgitaren is het een genre op zich.

MUDHONEY (c) Didier Becu

De band begon wat nonchalant met If I Think, maar maakte meteen duidelijk dat dit een concert ging worden van decibels. Precies de reden waarom we naar Brussel zijn afgezakt. Songs als Souvenir of My Trip of Tom Herman’s Hermits onthullen het psychedelisch kantje van de Amerikanen. Soms grappig zoals het ontroerende liefdesliedje Little Dogs, dan weer met gebalde vuist met Flush the Fascists. Ook de klassieker – en meezinger voor apathische weirdos – Touch Me I’m Sick – zorgde voor beroering. Van een moshpit was geen sprake, daar waren de knokken van de aanwezige concertgangers iets te versleten voor. Maar luisteren deed ze wel.

Vanaf Next Time haalde Mark Arm de versterkers weg en zette hij de gitaar achter de coulissen. Tijd voor een gesmaakte onemanshow die deed denken aan Iggy Pop. Verbeten, maar tegelijkertijd gelukkig dat hij na al die jaren nog welkom is op een podium. Na anderhalf uur was het geluidsfestijn over en keerde de band nog terug voor drie bisnummers waaronder Here Comes Sickness. Met zo’n afscheid konden we met een gerust hart de Brusselse file in…

SØWT: Facebook Instagram
MUDHONEY: Facebook Instagram

Mobiele versie afsluiten