Luminous Dash BE

MERAL POLAT TRIO Mechelen, Nova Express – Nona (18/12/2024)

Luttele minuten na het optreden van Meral Polat Trio, woensdagavond 18 december in Nova Express, de jazzclub van Kunstencentrum Nona zag je vooral veel gelukzaligheid en een blik van complete zen op de gezichten van de verwende aanwezigen. Niemand die meteen weg wou, er viel nog wat na te praten, of was dat toch ook een beetje ‘bekomen’, van charmante wervelwind Meral Polat?

Was het jazz, folk, blues, rock, rai? En waarom durfden we niet ingaan op die uitnodiging tot dansen? Een bijzondere woensdagavond was het waarbij het publiek meegezogen werd op een intense trip langs hedendaagse Anatolische folk, of toch Koerdische volksmuziek en de wortels van de blues, met een bijzonder funky en soulvolle en jazzy inslag. De innemende persoonlijkheid en machtige stem van Meral Polat was onze gids, met vinnige percussie van Jens Bouttery, zompige donkere gitaarklanken en zwaar aangeblazen synthklanken die Chris Doyle tevoorschijn toverde – onze reisbegeleiders. Pakkend, innemend, betoverend en ongelooflijk groovy. Ja, waarom werd er niet gedanst eigenlijk?

Na een korte inleiding van de onvolprezen Guy Peters verscheen het trio ten tonele. “Welkom, Hoş geldin, Bienvenue”, verwelkomde Polat ons kundig in drie talen, om ons meteen mee te nemen in een bijzondere groove die Hoş Geldin bleek te zijn. Zo weet je meteen wat het Turks/Koerdisch voor welkom is. Chris Doyle liet zijn gitaar heerlijk ronken, en die klonk als een of ander exotisch oriëntaals instrument. Voor het eerst en allerminst voor het laatst waren we onder de indruk van het stemgeluid van Meral Polat, met dat beetje tremolo, bezwangerd door deemoed en ontroering. Absoluut een indrukwekkend begin. Klaar.

“De meeste liedjes die jullie zullen horen, zijn gedichten van mijn vader zaliger die ik op muziek heb gezet”, duidde Polat, zichtbaar geëmotioneerd. “Toen mijn broer en ik, na vaders plotse overlijden in november 2020 het huis gingen leegmaken, vonden we massa’s schrijfsels en notulen. Over politiek, over het leven, over vriendschap, over de liefde. Veelal gedichten”. De teksten van Ali Ihsan Polat, Polats Baba (papa), leidden tot het album Ez Kî Me, dat quasi volledig aan bod kwam woensdagavond.

Meral Polat Trio © Patrick Van Vlerken

Wayé, de tweede song in de set, sleepte zich rustig op gang aan een gezapig tempo met dreigende gitaarklanken van Doyle, ingetogen percussie van Bouttery, Polat die de maracas ter hand nam, en een ontroerende zanglijn ontwikkelde. Het raakte ons, instant. Gek hé in een taal die je eigenlijk niet kent. En toch. Polat op keys, de song die plots een swingende wending nam, met kleine ‘ontploffingetjes’ en Polat die lustig aan het dansen ging. Geweldige percussie van Bouttery.

Chris Doyle ruilde dan voor ’t eerst op de avond de gitaar in voor de keyboards die rondom hem opgesteld stonden, zette in op de keys, heftig repetitief en de toetsen zwaar aanblazend. Er weerklonk ook een onweerstaanbaar elektronisch basloopje. Tum-tum-tum… Zalige zang en parlando van Polat, piekfijne percussie, terwijl keys en stem ons alsmaar meer in een hypnotische groove duwden, waarna de compositie leek stil te vallen om dan weer volledig verder te swingen. Erg knap deze Parça Parça, met een haast naadloze overgang in Benem, een merkwaardige ballade, waarbij Polat plots overschakelde op het Nederlands, halverwege de song: “Ik ben het medicijn, ik ben de weg”.

Doyle nam de gitaar opnieuw ter hand, en zo zaten we plots in een jazzy en bluesy track. Even hoorden we Dave Brubeck voorbijkomen, althans dat schoot toen blijkbaar door ons hoofd, getuige de notities. Of was dat toch eerder de sound uit een road movie van Quinten Tarantino? Wat een vibe zeg, en wat een fenomenale zanglijnen van Meral ook. Wow.

Chris Doyle – © Patrick Van Vlerken

“Baba, wat betekent het om een mens te zijn”, vroeg ik op een dag aan mijn vader. “Wil je dat echt weten?”, antwoordde hij me toen. “Een paar dagen later vond ik een witte omslag in de bus met het antwoord in het Koerdisch”, aldus Polat. “Toen ik hem vroeg om het voor me te vertalen, repliceerde hij: Kind, denk je dat alles je in de schoot geworpen wordt?” En een pakkend mooi Ez Kî Me (Wie Ben Ik) klonk door de club. Met een heerlijke orgelpartij van Doyle en schuifelende, strelende percussie van Bouttery. Bloed en bloedmooi.

Meral zette zich op de hurken, vooraan het podium. “Dit is een liedje uit Dersin, de streek waar ik vandaan kom, iedereen kent het daar. Dus als jullie het ook kennen, zing rustig mee”, grapte Polat. Doyle zette in op de keys, alweer zuinige en just-in-time percussie van Bouttery waarop Polat haar vocale kunsten mocht tonen.

Nee, meezingen is ons niet gelukt met Elqajiyê. Wel vroeg de zangeres of we in Mechelen niet zo’n traditioneel lied hebben dat al jaren meegaat. Iemand riep “Belgian Asociality“. Vooraan in de zaal vermeldde iemand “Sinte-Mette”, waarop Polat vroeg om dat even voor haar te zingen. Zo geschiedde, tot bijna alle strofen van het Sintemettelied, waarop het trio verder ging met show.

Jens Bouttery – © Patrick Van Vlerken

“We hebben een nieuw nummer! Dit is een lied tegen alle fascisten en racisten, tegen alle dictators die mensen onderdrukken. Dit is ons anti-oorlogslied” en een verkwikkend Boyun Eymem, met rondspringende Polat was ons deel. Geweldig gitaarwerk en percussie, heerlijk sfeertje. “Ik weet wel: er staan tafeltjes en dat is supergezellig, maar als jullie willen dansen is het nu het moment!” De dansers manifesteerden zich niet meteen, maar Polat zelf deed alvast haar deel en wie zat er nog stil bij de grooves en vibes van Bile Bile? Wij niet! Een bijzonder energieke track met een fantastische drumsolo van Jens Bouttery. En Doyle liet zich niet onbetuigd op de toetsen. Feest!

Meral stond dan zelf aan keyboard waar ze vreemde geluidjes uit toverde, om dan in slappe lach uit te barsten. Close Encounters of the Third Kind, werd ons ingefluisterd. Maar de Can zou een heel andere wending nemen. Een donkere gitaarlijn, luide drums en een slepend ritme, zachte zang. Er kwam dan wat meer vaart in de song en Polat zette haar keel op indrukwekkende wijze volledig open. Amai.

Meral Polat – © Patrick Van Vlerken

“Stel je voor: de woestijn, niets dan zand. Plots begint de aarde te trillen. Je ziet een horde paarden, met op die paarden: vrouwen! We komen eraan!” Meral slaakte oerkreten uit, moedigde de zaal aan dat ook te doen, we waren mee. Gejaagde percussie (die paarden zeker?), veel dynamiek, geweldige keys van Doyle, machtige zang van Polat. Diya klonk fantastisch, en ook dat zachtjes stilvallen van deze compositie.

Diya bleek het laatste nummer in de set te zijn. Een terecht luid en lang aangehouden applaus weerklonk en al snel liep het drietal opnieuw het podium op. “Zullen we er nog eentje doen dan?”, waarop iemand uit de zaal nét iets te luid riep: “Ja, dat is het concept, hé!” We kregen een bijzonder broeierig Gel Dedi als traktatie, bijzonder bluesy, maar dan met Koerdische insteek. Geweldig gitaarwerk van Doyle, machtige zang van Polat. “Nog eentje?” Het antwoord laat zich raden natuurlijk, dus kregen we ook nog Otme Bulbul cadeau, op een tekst van de zestiende-eeuwse schrijver/ filosoof Pir Sultan Abdal. Prachtig.

Chris Doyle © Patrick Van Vlerken

Voor ons was het de eerste kennismaking met het Meral Polat Trio, een band die we zeker verder in de gaten gaan houden. Het album Ez Kî Me kunnen we je alvast warm aanbevelen, maar ga deze band ook live zien als je de kans krijgt. Je zal het je niet beklagen. Beloofd!

FacebookInstagram

Mobiele versie afsluiten