Luminous Dash BE

SINNER’S DAY SUMMER, dag 1, Oostende, Maria Hendrikapark (vrijdag 24/06/2022)

Het was even vloeken voor de werkende mens die geen verlof kan krijgen, want Ultra Sunn één van die bands die we van de middagprogrammatie liever niet hadden gemist… De regenbui konden we weliswaar wél vermijden, want de zon scheen ultra wanner we aankwamen op de tonen van het laatste nummer van W.H. Lung. De locatie: Het Maria Hendrikapark in Oostende. De reden: zwarte zondaars ontmoeten, badend en zwetend in duistere live-muziek op de eerste dag van Sinner’s Day Summer Edition.

W.H.Lung © Theo De Rycke

Chris Corner treedt in strak ornaat aan met zijn soloproject IAMX. Hij stelt er zijn album Machinate voor, dat vorig jaar verscheen. Op het podium een cirkelopstelling van futuristisch rechtopstaande modulaire synths, waartussen de extravagante androgyne Amerikaan zich beweegt.

IAMX © Theo De Rycke

Fluisterend lokt hij ons. “Gather…”, klinkt het hees in de intro, waarna hij zijn futuristische, experimentele industriële sound loslaat op het publiek. Poppende beats nemen ons meteen mee op een trip waarop stilstaan de laatste optie is.
Sailor klinkt melodisch en uitdagend. “You are snowblind.” Zijn skinny gestalte bezingt zowat alle partydrugs: “Cocaine, speed…”. Hij is niet de eerste, maar laat het wel aantrekkelijk klinken, hoewel dat meteen gerelativeerd wordt met After Every Party I Die. “Party on, party on… After every party…”, galmt het na.

In een grimmiger sonisch kader spreekt hij het publiek aan: “ You’re fucking alive! What the f*ck is this?” Screams laat Oosterse invloeden horen, in zijn noisy intro, waarna hij een klankklare zanglijn de hoogte in laat gaan en het een emotioneel gevulde track wordt.

Een tintelend melodieuze synthlijn wervelt alsof het uit een religieus gestemd orgel komt in het prachtige Art Bleeds Money. Ook visueel worden we verwend met zwart/wit caleidoscopische beelden.
Traag zwoel gaat over naar traag donker dreunend, wanneer Corner zijn hoge zang laat klinken en verkondigt dat hij President kan worden. Met noisy gruis van de drums en zijn weidse zang situeert hij zich ergens tussen Moby en The Young Gods. “You’re a fucking sinner”, klinkt het. Hij zit alvast op de juiste plek hiervoor. “Don’t make me break you”. Nightlife. “I want to know how to survive in the nightlife.” Met deze muziek, kunnen wij dat best aan, mr. Corner. Experimentele elektronica op zijn best!

The Mission © Theo De Rycke

Het charisma van Wayne Hussey. Hij blijft het behouden, net zoals zijn stem. The Mission versterkt dat alleen maar, want dit is een band die met alle gemak hun set komt brengen, alsof ze hun hele leven nog niets anders deden (en dat klopt deels ook wel). Om The Sisters Of Mercy tegenwoordig (of voor wat er van overblijft de laatste 15 jaar) live te zien, geven we geen cent meer uit, maar hun zustergroep The Mission blijft elke euro waard.

Openen deden ze met Beyond The Pale, waarna het uptempo en vrij optimistisch – doch inhoudelijk vol van liefdespijnen – Hands Across The Ocean volgt.
Neil Young coveren doe je volgens ons beter niet, en toch krijgen deze heren hun versie van Like A Hurricane aan ons wel verkocht.

Met-Amor-Phosis liet dan hun donkerste kant horen, met de heerlijk herkenbare gitaarriedel in het dynamische refrein.
De dansende Severina werd bezongen als een godin die wervelt tussen het ritmische gitaar- en drumwerk.
Met Butterfly On A Wheel bewijzen ze dat ze één van die weinige bands zijn die een ballade niet melig laat klinken. Mooi. Zacht. Traag. Met snedig opkomende gitaren, waarbij ook de drums een rol krijgen. Dát noemen we een lovesong. Dat Wasteland niet mocht ontbreken, is een evidentie, maar ook het tragere Tower Of Strenght neemt het publiek volledig mee ”…with a rainbow on their face…”

“Give me an appletree”. Deliverance maakt dat de eenvoud van deze afsluitende woorden ze plots enorm knap en waardevol klinken.

Echo & The Bunnymen © Theo De Rycke

Dat Echo & The Bunnymen met meer dan 40 jaar een muzikale erfenis achterliet, hoeven we niet te vertellen. De Liverpoolse band rond frontman Ian McCulloch passeerde deze avond als afsluiter met hun ’40 years…’. En in 40 jaar durft men wel al eens wat energie en pit kwijt te raken. Of is het de routine die er ingeslopen is?

De roffelende drums en het sterke snaarwerk, laten ze dan wel meteen horen met Going Up. De muzikanten verloren nog geen greintje aan kwaliteit, getuige het kenmerkende fluitende synthlijntje op de achtergrond in Flowers, voorzien van subtiele toetsen die nog steeds fonkelen en de diepwijze baslijn in Rescue.

Dissonante akkoorden die versmelten met dissonante zang tot één van onze favoriete Bunnymen-tracks. Seven Seas krijgt weliswaar een ongepaste sfeer mee, op de regelmatige momenten dat de gitaren plots veel stiller spelen, om nadien weer in volume ‘los te barsten’.

Leuk om Nothing Lasts Forever te horen versmelten met Walk On The Wild Side (Lou Reed) waarbij het publiek speels ‘tata-da-tada-tatada-da-dada-dada’ meezong, maar dat even goed bij Lips Like Sugar deed. “She looks like a swan…”

Uiteraard mochten hits als The Cutter en hun legendarische tophit The Killing Moon niet ontbreken, waarmee ze in volle melancholie de eerste Sinner’s Day afsloten.

We kregen een Echo & The Bunnymen te zien, die nog een bepaalde charme weet te behouden als legendarische band in deze scene, maar wel zijn kracht en magie toch wat kwijt geraakt is onderweg. Al bij al een ietwat saaie afsluiter, als we vergelijken met The Mission en IAMX.

De zeebries voelden we niet tot in het Maria Hendrikapark vanavond, maar misten we ook niet, want de organisatie bouwde dat groene plekje aan de kust om tot een enorm gezellig festivalterrein. Zitplekjes, dansplekken, schaduwplaatsjes,… omringd met tal van foodtrucks en wat merch-kraampjes om te gaan snuisteren. En niet te vergeten: The Batcave oftewel dat wat ondertussen bekend staat als de meest zondige danstempel, waar topdj’s  binnen het genre de meest duistere plaatjes draaien.

Bekijk ook onze fotospecial door Theo De Rycke.

WebsiteFacebook

Mobiele versie afsluiten