Flagey vrijdagmiddag, 19 januari. Vrienden van de poëzie verzamelen zich in grote getale aan de deuren van het Brussels Jazz Festival alwaar hen een broodje en een drankje wachten (inbegrepen in de ticketprijs) alsook een uur muzikale poëzie, poëtische muziek, poëzie en muziek? Niemand die het precies weet.
Wat we wel weten is dat dichteres Astrid Haerens, zangeres/toetsenist Mariske Broeckmeyer en cellist Jasmijn Lootens ‘iets’ gaan doen met en rond de dichtbundel Oerhert waarmee Haerens de Poëziedebuutprijs 2023 won. Een bundel waarvan Haerens ooit zelf dacht: “Hier zit geen hond op te wachten”. Het bleek een foute inschatting.
We hadden ons nochtans kunnen voorbereiden op dit optreden want eerder die dag verscheen het album Anger’s Family Tree bij W.E.R.F waarvan dit het release concert was. Maar waarom de plaat beluisteren als het ook live kan natuurlijk.
In de zaal duidelijk heel wat vrienden, familie en fans want de drie artiesten worden onder luid gejuich op het podium ontvangen. Centraal, als een engel met geknakte vleugels, Haerens die gedurende de 45 minuten durende voorstelling zal voorlezen uit eigen werk terwijl cello, synthgeluiden en gezang haar begeleiden.
Opener Opkomst begint zoals op de plaat, met de stem van Haerens die in het Nederlands voorleest uit haar dichtbundel. Heel zacht vervoegt een ‘geloopte’, schurende cello haar voordracht. Niet evident hoe Jasmijn Lootens het geluid heel langzaam laat aanzwellen en door middel van effecten een subtiele soundscape creëert die de poëtisch voorgedragen tekst ondersteunt. Het geluid van vallende spelden vult de zaal.
De muzikale begeleiding gaat crescendo en ook Mariske Broeckmeyer laat van zich horen terwijl Lootens subtiele elektronische kunstjes uit bakjes tovert. Het volume blijft aanzwellen en plots zitten we midden een traag, wat duister, maar niettemin poppy liedje met Broeckmeyer in de hoofdrol. Onverwacht maar het werkt wel en het spel zit nu stevig op de wagen.
Hoewel wij zelf niet beschikken over een baarmoeder en dus ook geen idee hebben hoe een leven met zo’n orgaan eruit ziet, wordt wel al snel duidelijk dat Haerens’ uterus en bijhorende hormonale huishouding een centrale rol spelen in Swollen Days. In het Engels met Vlaamse tongval deze keer.
Meer dan in de opener worden cadans en ritme van de woorden op subtiele wijze gekoppeld aan cadans en ritme van de muziek. De timing is perfect en dat moet ook want anders werkt dit niet. Poëzie, spoken word en hiphop verenigt zonder het opgefokte gedoe dat daar soms blijkbaar bij hoort. En wat klinkt die cello weer mooi!
En zo houden de drie vrouwen muziek en gesproken woord in een delicaat evenwicht al lijkt het soms (het kan onze verbeelding zijn) dat het zwaartepunt live enigszins overhelt richting voordracht. In die mate zelfs dat onze aandacht wat dreigt te verslappen tijdens This Language Is A Country. Tot Jasmijn haar trukendoos weer bovenhaalt en de cello schurend en krassend laat ontploffen in een orgie van energetisch chaotische noise die wordt voortgestuwd door de dreunende synthklanken van Mariske.
Eens de climax voorbij, vult een diep gedreun de zaal en bevinden we ons in een tunnel onder een drukke autosnelweg. Op zoek naar de Exit. Een laatste lange track sluit het optreden af met de zin “De zee is bevroren, uit het ijsoppervlak steekt, het kolossale gewei van het hert”. We zien het niet, maar we zien het wel. Fade out en stilte.
Applaus!