Luminous Dash BE

LIVE /S LIVE Dag 2 – Festival, Antwerpen (29/06/2024)

Hans Vermeulen (tekst) + Björn Comhaire (foto’s)

De tweede dag Live /s Live was over het algemeen gericht op een iets breder publiek dan de vrijdag en de slotdag met ondermeer Interpol en Smashing Pumpkins. Maar er stonden wel heuse wereldsterren op het programma en die staken met brio met kop en schouders boven de andere artiesten uit.

Er was veel variatie in de programmatie – juich juich – en ook de weergoden gingen nogal extreem te keer met vooral rond 4 uur in de namiddag, in aanloop naar de set van wereldster Sheryl Crow, veel gevoel voor bakken en braden. Nadien hielden ze lelijk Warhaus en gingen de hemelsluizen ongenadig open. Maarten Devoldere had er zelfs zijn tekst voor herschreven op het podium. Maar laten we de zaken een beetje chronologisch van bij het middaguur aanpakken.

Live /s Live speelt zich af op een behoorlijk groot terrein waar overdekte bars, tentenkampen, infostandjes en een bos (letterlijk) vol eetkraampjes voor een gezellige sfeer zorgden. Podium Dageraad ligt ver genoeg aan de overkant achter een bocht geposteerd en een circle pit voor extra betalende festivalgangers lag uiteraard voor het hoofdpodium.

Daar kwam Bert Ostyn in zomers hemdje zijn opwachting maken met Absynthe Minded. De gypsy jazz en indierock van het 20 jaar oude debuut Acquired Taste vinden we anno 2024 maar met mondjesmaat terug in zijn oeuvre en los van de klassiekers My Heroics, Part 1 en Envoi werd vooral uit nieuwer werk geplukt dat gevaarlijk aanleunde bij een Coldplay-label. In The Shade opende en liet een vroeg jaren 2000 geluid optekenen, zo ééntje van Lalalover.

Bert Ostyn /ABSYNTHE MINDED

Beam klonk zelfs als vintage Jayhawks en Bert zijn stem voelde als vers gesmeerde zonnebrandolie op de warme schouders. Geruststellend hadden we ook kunnen schrijven maar er werd daar duchtig gesmeerd. Jokes And Curses was een funky hoogtepunt, een stijl waarin we de band hoorden uitblinken in verre stukjes vaderlandse muzikale geschiedenis. Toen we dachten dat de band met Epic Fail in een veel te zeemzoeterig nummer sprakeloos werd – Bert zong dan ook “nothing left to say” – werd toch overtuigend afgesloten met The Execution in een pittige indierock-uitvoering. We hoorden de opmerking “Die horen toch hoger op de affiche te staan” en koppelden een paar uur later terug dat de bands erna misschien wel niet altijd met betere nummers voor de dag kwamen maar wel met een betere festivalshow en daar kijkt de gemiddelde programmator wel naar natuurlijk.

We dachten dan in eerste instantie aan het blazersensemble dat Troy Andrews uit New Orleans had meegebracht voor zijn in hoofdzaak cover-optreden als Trombone Shorty. Dit 8-koppig collectief met onder meer Troy op trombone, 2 simultaan heupwiegende saxofonisten en een enthousiaste voorgrondzangeres deden de zomer wel heel overtuigend toeslaan. Natuurlijk klonk dit funky en jazzy, wat had je gedacht?

Die Andrews kwam niet zomaar aangewaaid want is een rasperfomer en speelde nog in de begeleidingsband van Lenny Kravitz. Zien we jou op 4juli Troy? Nog straffer vinden we dat hij als peuter ontdekt werd door niemand minder dan Bo Diddley. Podiumtalent zit nu eenmaal in de genen.

TROMBONE SHORTY

Aan herkenbare nummers geen gebrek en wie rouwt er om een blazersensemble Prince’s Let’s Go Crazy te horen brengen om dan de Saints te horen Marchin’ In. De cover van Green Day’s Brain Stew was erg overtuigend en lag volledig in de lijn van het feestgedruis dat Trombone Shorty losliet op de zomerse danslustigen. Erg macho maar desondanks behoorlijk indrukwekkend was het moment waarop Andrews zijn trombone in de micro plaatste en er ruim 2 minuten lang, circulair ademend, één lange monotone klank uitperste. Een podiumdier van het zuiverste ras dus.

Nog Amerikanen in de keet, ze kwamen uit Los Angeles en luisterden naar de naam Lord Huron. Het zestal kwam alvast met verve één hoofdprijs opeisen, met name van de best geklede band. Ze kwamen in een verzengende hitte prachtig uitgedost alsof ze een partyband waren op een duur trouwfeest. In theorie kunnen ze daar sowieso met hun muzikale kruisbestuiving tussen country, rock, pop en bluesy americana probleemloos hun streng trekken en dat was op het podium ook zo.

Niet voor het laatst stond een telefoon op het podium, hier zelfs een heuse telefoonpaal waar een verstoorde micro in gemonteerd bleek. Of was dat gewoon ‘lypsync’ en stond dat luikje tekst op band? De band werd opgericht door zanger en gitarist Ben Schneider. Een constante binnen de band bleek dat op één groepslid na iedereen een baard droeg. Het zou overigens een bijzonder rare aanblik geweest zijn als achtergrondzangeres, pianiste en tourlid Misty Boyce ook baardgroei had vertoond.

LORD HURON

Meet Me In The Woods opende het optreden en presenteerde meteen het ultieme huroneske geluid dat aanvankelijk heel erg fris klonk. Gaandeweg verslapte onze aandacht wel. Nochtans was er niets mis met Dead Man’s Hand, bijna halfweg, heel eenvoudige folkpop met heerlijke synths van Misty en de mondharmonica van Ben als fijne uitsmijters.

De lord zelf is overigens met een geweldige stem gezegend en tijdens Fool For Love mocht Misty assistentie in de frontlinie komen verlenen. Wat volgde was een prachtige harmonie tussen beiden en een hoogtepunt in de set. Wait By The River klonk aanvankelijk te melig voor dit weertype maar gaandeweg kwamen we in de ban van het nummer dat met ijl gezang en een ‘late night jazz flair’ uitmondde in een redelijk onweerstaanbare ballade. The Night We Met kon niet toepasselijker in het diepe slot gespeeld worden. Lord Huron klonk over de hele lijn heel mooi en soms zelfs iets te mooi om op het einde van de dag bij de knallers te worden gerekend.

Daar zou de volgende artiest geen probleem mee hebben want superster Sheryl Crow stond dan op het hoofdpodium klaar in sextet-modus voor wat een geweldig mooi optreden zou worden. Crow is ondertussen toch al 62 jaar maar ze palmde nog steeds op erg overtuigende wijze met haar natuurlijke charmes en over de hele lijn overtuigende stem de weide in. Het klinkt misschien logisch voor iemand met 32 Grammy-nominaties op de teller waarvan ze er 9 won, maar de organisatie zal zich in de handen gewreven hebben.

Achter de band werden op een volledige backdrop heerlijke visuals geprojecteerd die perfect aansloten bij de menselijke jukebox die Sheryl toch bleek te zijn. Concertmoderator Bent Van Looy sprak bij het inleidend woordje over de tweede plaat, gewoon Sheryl Crow getiteld, die wat hem betreft één van de tien beste popplaten aller tijden is. Wij kochten zowat 27 jaar geleden een exclusief cd’tje op een platenbeurs waarop de 4 hits van die plaat stonden. Enkel Hard To Make A Stand haalde in Antwerpen niet de selectie.

SHERYL CROW

Vooraleer we aan het spervuur aan superhits begonnen openden Sheryl & band met Steve McQueen, de single van haar vierde plaat C’mon C’Mon. Ook de grotere hit van die plaat, Soak Up The Sun, kwam langs halverwege het optreden tegen een psychedelisch kleurrijk decor van palmbomen. Dit nummer was tekstmatig het meest geloofwaardige van de hele dag want het hoogtepunt van de hitte speelde zich af tijdens het optreden van Sheryl Crow.

Dit jaar kwam overigens haar alweer twaalfde plaat, Evolution, uit. Geen enkel nummer werd hieruit geplukt, zelfs You Can’t Change The Weather niet. Sheryl nam geen risico en had een ‘best of’ voorbereid. En die klassiekers zitten de band duidelijk in de vingers en ze genoot van de enorme respons van het publiek. Op Real Gone van de Cars-soundtrack en het slechts vijf jaar oude Cross Creek Road na was het volledige verhaal jaren negentig gekleurd.

Eén van onze favorieten, My Favorite Mistake van haar derde album The Globe Sessions, kwam na het oudste duo op de setlist, in het eerste deel van het concert gespeeld. Run Baby Run werd al massaal meegezongen, maar de volksvreugde was totaal tijdens wereldhit All I Wanna Do. Beiden stonden op haar 31-jarige debuutplaat Tuesday Night Music Club. Sheryl was de zangeres van de gelijknamige band die op dinsdag repeteerde maar die om commerciële redenen nadien de naam kreeg van de zangeres. De eerste plaat klonk ook meer bluesy en country dan haar absolute doorbraakplaat waarnaar dus Bent al had verwezen.

A Change Would Do You Good liet het steviger rockgeluid al horen en de ouderdomsdekens op gitaar links en rechts waren de ankerpunten van een band die de zangeres op een verdiende troon plaatste. Sheryl had wel 2 gitaristen en een bassist bij maar speelde zelf ook de hele tijd gitaar maar wellicht stelde de stevige back-up haar gewoon in de gelegenheid zich ten volle op haar zangpartijen te concentreren, met groot succes. Ook tijdens de Cat Stevens-cover The First Cut Is The Deepest was ze ijzersterk aan het zingen.

Hoe sterk haar songs waren in het jaar 1996 bleek nogmaals toen de band het fantastische If It Makes You Happy inzette waarna Sheryl haar gitaar als een heuse cowgirl op de rug bond om tegen een spectaculaire backdrop de eerste rijen mee te nemen in het feest dat het laatste nummer zou worden. “Jump in, let’s go. Lay back, enjoy the show. Everybody gets high, everybody gets low. These are the days when anything goes”. Everyday Is A Winding Road was het slotakkoord op een optreden waar geen artiest op dag 2 van Live /s Live nog aan kon tippen. We hadden haar sterk verwacht maar niet zo overtuigend sterk. In de coulissen hoorden we laat op de avond vertellen dat dit wel de mening van velen was. Kennelijk waren de weergoden ook van hun melk want bij de start van het volgende concert gingen de hemelsluizen ongenadig wijd open.

Aanvankelijk was de regen tijdens het begin van Warhaus verfrissend, vooral voor de rode schouderbladen en verbrande nekken. De organisatie had goed geluisterd naar Sheryl tijdens If It makes you happy want er werden massaal poncho’s uitgedeeld. Kortrijkzaan, oprichter, zanger en boegbeeld Maarten Devoldere stond dan voor de moeilijke taak te overtuigen en het volk niet naar overdekte tenten te zien afdruipen. Eigenlijk slaagde hij daar probleemloos in hoewel tijdens het eerste deel het geluid zomers en “chill out” bleef en het volk meer oog had voor hun regenjassen.

De diepe gezangen van Devoldere pasten natuurlijk feilloos bij de jazzy groovy sfeer van een nummer als Control. We dachten even aan G-Love & Special Sauce hoewel Warhaus minder op feesten en meer op mysterie mikt. De samenzang had ook een hoog dEUS-gehalte.

WARHAUS

Het was echt wel het dagje van de blazers want ook bij Warhaus viel er wel wat trompetgeschal te noteren. Soms spaarzaam zoals bij Shadowplay en Love’s A Stranger (zonder vervanging van de originele begeleiding door Sylvie Kreusch), maar op het einde leek de trompet wel in heuse jam-modus aan een soort regendans bezig. Wie dit leest denkt natuurlijk meteen aan het geniale Beaches en die leest geweldig tussen de lijnen.

Devoldere mocht dan wel beweren dat hij zich met lichte tegenzin had laten overtuigen voor het eerst een zomers hemdje aan te trekken, maar hij droeg toch wel dezelfde hemd in de videoclip van Open Window. Dankbaar voor het feit dat het publiek bleef staan was hij natuurlijk ook. De passage waarin hij een weerbericht leek te declameren en nog meer regen voorspelde was wel heel knap gedaan. Improvisatie is een kunst en dat Warhaus een paar kunststukjes opvoerde is geen improvisatie maar een certitude die een beetje tot kunstvorm verheven werd.

Buienradar orakelde dat de regen zou zijn overgewaaid na circa vijf minuten in de anderhalf uur durende set van Paolo Nutini. En dat klopte nog ook. De 37-jarige Schot Paolo Giovanni Nutini (zijn vader heeft Toscaanse roots) liet voor zijn 4 platen in de Britse charts genoeg cijfers optekenen om zijn platina-status over de hele lijn te verzekeren. Zijn fanbase zal in hoofdzaak vrouwelijk zijn, zo gaat dat met een Schot die er uitziet als een Italiaan en nog eens een waanzinnig goede stem blijkt te hebben ook. Het deel van de weide rond de PA was deels erg gecharmeerd bij aanvang, een ander deel vond dit het perfecte moment om na bijna 2 uur regen de poncho’s op te bergen en pinten en wijntjes te bestellen. De backdrop en visuals waren weinig sfeervol en eerder futuristisch en we maakten ons uit de voeten en onze keuze om aan de ingang van de circle pit te gaan postvatten bleek de juiste. Daar stonden de echte grote fans en die gingen volledig op in zijn verhaal. En dat was de goede doorstart voor een spoedcursus Nutini. Als je bij deze bespreking geen foto’s van de man aantreft, dan is daar een logische verklaring voor. Er waren geen fotografen toegelaten, hoe minzaam en ontspannen hij op het podium ook leek.

Afterneath klonk als opener wolkenverdrijvend sexy en ruig met een band die al leek voluit te gaan alsof ze al in de finale zaten. We vonden dit qua timbre best een brug maken met Warhaus. De combinatie van elektronica en gitaarriffs deed hier wonderen. Children Of The Stars was dat soort nummer waarbij je als festivalganger echt ‘in the zone’ moet geraken. Wie te ver stond of afgeleid werd, zal weinig aan dit optreden gehad hebben. Vooraan was de adoratie voor deze aan Ryan Adams verwante rustige indiepopsong gelukkig wel compleet aanwezig. Eigenlijk schrijft Nutini nummers die naadloos passen bij de jaren ’80 rockfestivals die ons land groot maakten. Neem nu New Shoes dat simpel en onweerstaanbaar klinkt op een manier zoals Paul Weller of Elvis Costello voor ogen hadden. We durven zelfs vermoeden dat een Damon Albarn hier ook wel een dansje op durft te placeren. Nutini speelde dan een flard All I Wanna Do, want wat had hij genoten van Sheryl Crow en hoe sympathiek was ze wel niet.

Erin Mason op de keyboards mocht ook even meezingen en als we het net over de jaren ’80 hadden dan klonk Petrified In Love toch wel heel erg R.E.M. De heerlijke gitaargroove na de break was toch wel redelijk onweerstaanbaar. Ons viel een grote variatie in zijn songs op waardoor de gezapige luisterbeleving nooit saai werd. Krakers werden tot het einde gehouden, zo gaat dat nu eenmaal. Candy liet veel vrouwen rond ons zwijmelen van genot. We zien ons niet snel een Nutini plaat opleggen omdat er weinig rauwe kantjes in zijn nummers zitten, maar live bleef hij toch erg boeiend. Iron Sky was wellicht het nummer waarop de meesten hoopten, en we snappen waarom want méér gevoel in het zingen leggen lijkt ons eerlijk gezegd onmogelijk. De blazers maakten er bovendien een warme avond van na de kilte van de regen. Nutini kon aan een zegetocht vooraan op het podium beginnen, het applaus was oorverdovend.

MAGNUS

Wie dan van oordeel was dat iedereen zou blijven hangen om een puik plekje te kunnen veroveren voor de hoofdact, die kwam toch bedrogen uit. Velen maakten immers de oversteek naar Dageraad want daar kwamen CJ Bolland en Tom Barman langs. Ze kwamen echter als dj langs en niet gewoon als Magnus. Dat vonden wij zonde want hoe leuk de vibe was die ze uit hun usb-stick (die pas na veel geklaag en gezucht operationeel leek) puurden, het had een vooral vrijblijvend karakter. En eigenlijk zat onze avond er op want we hadden beslist om afsluiter Editors slechts met een kort bezoek te vereren, vooral omdat we op Hear Hear! erg ontgoocheld waren.

EDITORS

Tom Smith en zijn kornuiten verrasten echter door het hele hebben en houden van elektronische snufjes en techno visuals overboord te gooien en die te vervangen door vlammenwerpers en confetti die pas laat werden ingezet. Met Strawberry Lemonade en An End Has A Start was de editoriale toon wel gezet. Dat het nog steeds bombastisch klonk deerde ons niet, want dat is zowat het keurmerk van de band geworden. Er zat echter weer animo in de band hoewel de programmatoren ze misschien toch eens een lustrum links mogen laten liggen, overdaad schaadt ook in 2024. Wij onthielden vooral Sheryl Crow die met haar eerste Belgische optreden in ruim 20 jaar een weergaloze prestatie leverde.

De instagram links van de optredende bands en het festival vind je hier:

Live /s Live / Absynthe Minded / Trombone Shorty / Lord Huron / Sheryl Crow / Warhaus / Paolo Nutini / Magnus / Editors

Mobiele versie afsluiten