Er is al heel veel gezegd en geschreven over de heavy metal escapades van voormalig Elvis imitator, schlager- en klassiek-zanger Helmut Lotti. De ene vindt het maar dikke zever, de andere vindt dat een prutskereltje als Helmut de “spotlight” van andere bands steelt en nog een andere vindt het allemaal dik oké. Enne, laten we maar meteen met de deur in huis vallen: ondertekende hoort thuis in die laatste categorie. Want, Elvis imitator of schlagerzanger of wat dat ook, feit is dat Lotti gewoon een steengoede zanger en entertainer is. En dat heeft “de poort der Kempen” aan den lijve mogen ondervinden.
We beginnen bij het begin. Lier Centraal is een gratis concertenreeks op de grote markt van Lier. Bands en acts die de revue reeds gepasseerd zijn, luisteren naar namen als Sylver, 2Fabiola, K3 of Metejoor. Al enkele jaren klinken er stemmen om ook de alternatieve muziekfan eens iets te gunnen, dus dit jaar stond Hellmut daar. En dat het een schot in de roos was, mag zeker wel geweten zijn. De markt stond lekker vol. Het was aangenaam druk en de regen kon de pret niet bederven. In het voorprogramma stond JB Connection, drie oude rakkers met akoestische gitaren die een mengelmoes brachten van oude rocknummers en dad-jokes. Als opwarmer was dat zeker niet slecht maar de afwezigheid van een kampvuur en lekkere merguez worsten op de barbecue zorgde ervoor dat de sfeer er niet helemaal in zat.
Daarna was het de beurt aan de meest bekritiseerde zanger van Vlaanderen. De geboren Sint-Amandsberger, die ooit faam wilde maken onder de naam Kevin Leach, trok meteen alle registers open met Holy Diver van Dio. En vanaf dat moment wisten we eigenlijk allemaal al dat dit een topconcert zou worden. Wat is er namelijk beter dan een handvol hard rock en heavy metal klassiekers, gebracht door een bende goeie muzikanten met een uitstekende zanger als frontman? Een uitstekende zanger met gevoel voor humor, zo blijkt. Dit was niet platjes oude nummers coveren, oh nee. Dit was fun van begin tot eind. We kregen een AC/DC-versie van Tiritomba, een Elvis nummer op de riffs van Ace Of Spades en een prachtige arena-rock bewerking van Que je t’aime van Johnny Hallyday op ons bord.
Run To The Hills (Iron Maiden) was de aanzet tot de hele “Lotti Goes Metal” hetze, dankzij Radio Willy en broer Johan Lottigiers. Die heeft Helmut al die fantastische nummers leren kennen. Poison van Alice Cooper knalde en tijdens Still Loving You (The Scorpoins) mengde de regen zich hier en daar met een geëmotioneerde traan.
Lier zong, brulde en danste mee. Alleen bij Paradise City (Guns ’n Roses) leek het even mis te gaan. Het leek alsof Helmut eventjes vergat te zingen maar hij liet ons na het optreden weten, dat hij zodanig aan het zwaaien, springen en dansen was gegaan en Axl had staan imiteren, dat hij het statief fout tegen zijn mond zette en vol overtuiging “Just another urching livin’ under the street…” in de verkeerde kant van de microfoon brulde. Of hoe enthousiasme op het podium soms ook tot erg grappige toestanden kan leiden!
Ook het zelf geschreven nummer The Darkness, dat hij aankondigde als ‘The story of my life’, werd enthousiast onthaald, en dat is trouwens best een sterk nummer. Afsluiten deden we met AC/DC’s Highway To Hell, waar iedereen zich nog eens volledig liet gaan. Daarna mochten we allemaal onze beker gaan ruilen en lekker naar huis.
De twijfel over Hellmut Lotti Goes Metal mag de vuilnisbak in. Zoveel is zeker!