Tekst: Nel Mertens (nm) en Hans Vermeulen (hv)
Foto’s: Hans Vermeulen
Ook hier kan je boeken kopen, in de parken lopen en kunst gaan zien. En dat het in het concertgebouw feest is, was meteen duidelijk als je het centrum van de stad binnenreed. Nee, we hebben het niet over Amsterdam deze keer, maar dit weekend is Den Haag het muzikale epicentrum voor de donkergestemde muziekliefhebber.
Grauzone Festival neemt de stad even over, want op maar liefst 8 locaties kan je het hele weekend terecht voor optredens, film en kunst. Hun organisatorisch talent om een ijzersterk festival te presenteren, gaat ondertussen de wereld rond, want het hele weekend was volledig uitverkocht en bleek de verzamelplek te zijn voor een éénkleurige, maar o zo diverse, internationale meute muziekliefhebbers. Heerlijk om tussen de optredens door praatjes te kunnen maken met mensen uit onze buurlanden, maar evengoed uit Israël, Portugal, Mexico, Italië, Spanje… (nm)
Het muzikale luik van het festival opende met een dubbele Belgische thuismatch en beide bands lieten geen spaander heel van het “gezapig aan het festival beginnen” gedachtegoed. De Leuvense shoegazetrots Slow Crush kwam op Paard Main Stage in een zee van feedback en aanzwellende rookstormen nog eens mooi uitleggen waarom ze live altijd begeesteren en tegelijk bedwelmen. Hierdoor vertoonde hun set ook deze keer een eerder vlak verloop zonder hoogtepunten. Voordeel is dat ze ook niet aan dieptepunten deden. Isa Holliday was weer de verrukkelijkheid zelve aan haar basgitaar die als vanouds te zwaar leek. Slow Crush bracht exact wat we hadden verwacht. Zekerheden kunnen in het leven ook een houvast bieden. Daarom hoef je geen Pruillip te trekken (hv).
Tenzij je de pruillip van Paard Small Stage in gedachten houdt. Pruillip is het project van drumster/zangeres Annelies Van Dinter en gitaarvirtuoos Louis Evrard. Je kan hun sound op geen moment linken aan hun andere werk. De jazz van Bert Dockx en Echo Beatty’s melodische elektropop zijn bij Pruillip integraal omgevormd in een moeras van sludge, waanzinnige gitaarakkoorden en mokermeppen. In november kwam hun zelfgetitelde album uit en ze veroverden Paard met gemak. Het donkere, massieve landschap werd opgevrolijkt door verzachtende gitaarakkoorden en zalvende drums waardoor het geheel nooit loodzwaar werd. Mirrors had een heel hoog PJ Harvey gehalte met de slepende donkere gitaargalm in een heerlijke hoofdrol. Absolute live-aanrader (hv).
Dat gold ook voor de Chileense band op het hoofdpodium. Föllakzoid stond de week voordien week nog in Gent en de genderfluïde Dominga García-Huidobro begon aan een bevreemdend staaltje performance art. Het geluid van de band die de albums gewoon nummert, kan gesitueerd worden tussen Can en Suuns met ambient technosaus overgoten. Het trippende bedwelmende effect bracht minder föllakzoiden aan de dijk dan verwacht omdat Dominga een wel heel speciale act opvoerde met ritmisch gegaloppeer (oké Paard), kaarslicht en het aansteken van een sigaret. Als een volleerd actrice uit Loslopend Wild werd een glas witte wijn uit de handtas getoverd. Naarmate de set vorderde gingen steeds meer kledingstukken uit. Je ‘kont’ geen kant meer opkijken…. Föllakzoid was muzikaal eentonig maar tegelijk hield het geluid de festivalgangers in een wurggreep. Het is dat soort optreden dat je ondergaat en omarmt. Of je vlucht keihard weg. Dat kan ook (hv).
In Paard leek dat te zijn gebeurd want er stond reeds een bijna volle zaal te wachten op de komst van de fenomenale Nuha Ruby Ra, en er waren nog 25 minuten wachttijd alvorens ze aan een zinderende solo act met dubbele microfoon en haar geniale nummers op backing track begon. Rise gaf al meteen glashelder weer waarmee de Londense avant-garde punkzangeres het kleine Paard wilde inpakken. Donkere onnavolgbare electro werd doorspekt met new wave en postpunk. Haar teksten werden eerder parlando maar in sappig Engels door de apart afgestelde microfoons gejaagd. Dansen kan ze als geen ander. Tijdens My Voice en Self Portraiture liet ze haar opzwepende dansstijl uitgebreid de loop. Ze leek wel het kind van Nick Cave en Grace Jones. Haar zelfgemaakte blouse paste perfect bij haar make up en het opschrift van haar debuut How To Move kon niet passender geëtaleerd worden.
Het zwoele en sexy Six In The Morning zette de dualiteit tussen de donkere teksten en vrolijkmakende grooves in de schijnwerpers. Run Run was de verwachte epische epiloog waarin een ondertussen tot het kookpunt gebrachte publiek in heerlijke interactie ging met Nuha. Het was zo druk geworden dat Nuha niet de ruimte kreeg het publiek in te gaan. Beter doen op dag 1 van Grauzone dan Nuha Ruby Ra leek ons dan al een onmogelijke opgave. We hebben bovendien het genoegen gehad deze topper te kunnen interviewen. Het relaas hiervan lees je later (hv).
Wij willen natuurlijk vooral onze muziekverslaving tegemoet komen, dus zetten we onze vrijdagavond verder in de grote zaal van Paard, waar we nog net het einde van de exclusieve samenwerking tussen Kendal Carpenter en Quatuor Zaïde konden meepikken. Nog nooit hoorden we de soundtracks uit de illustere films van John Carpenter zo straf vertolkt!
Carpenter dreef een lading elektronische beats door de zaal, terwijl het vrouwelijke strijkerskwartet Quatuor Zaïde daar hun klassieke invloeden op loslieten. De celliste werd bijgestaan door 3 violistes, die hun instrument lieten samensmelten met hun dansende lichamen. Prachtig om te zien, een unieke dynamische sound om te horen! (nm)
Jennifer Touch mocht aantreden in The Grey Space Basement. Een kelderkot inderdaad, met een niet al te beste akoestiek, maar wél de juiste sfeer voor haar post-wave-cold-pop-acid-romantiek! De dj / producer / zangeres / muzikante werd opnieuw bijgestaan door Jonas Wehner, van de Duitse band Warm Graves.
Hij startte op gitaar, de elektrobackingtrack liep en zij zong. Op haar – vrij dof donkere – zang hoorden we veel effecten, waardoor er wel opwindende shouts, screams, gehijg-jes en woordenstoten doorheen de beats klonken. Af en toe wisselsen ze van instrument, werd er ook live synth gespeeld. “I was born in the dark.”
We hoorden intelligent toffe drumbeats, glooiend warme gitaarklanken, een zwoel kreuntje… en toch… geraakte het publiek na enkele nummers nog steeds niet aan het dansen en werden wij ook niet echt beroerd door deze performance. Er leek weinig (op)rechtheid en contact met het publiek en de nummers raakten ons maar weinig, hoewel ze alles hadden kunnen hebben om dat wél te doen. Op de beats van track nummer vijf besloten we toch maar terug te keren naar Paard. Morgen speelt Jennifer Touch nog een keertje, in De Zwarte Ruiter, misschien passeren we nog wel eens, want diegenen die tot het einde van het optreden bleven, gaven aan dat er naar het einde toe toch wel een intensere sfeer ontstond. (nm)
We stapten even terug naar Paard. om er The Underground Youth, de band rond Craig (zang en gitaar)en Olya Dyer (drums), aan het werk te zien. En dat bleek geen slechte keuze!
Het Dyer-duo (dat van oorsprong uit Manchester afkomstig is, maar in 2016 naar Duitsland verkaste) wordt al enkele jaren geflankeerd door gitarist Leonard Kaage en bassiste Samira Zahidi. Een knap plaatje vormde dit viertal, op de voorgrond van esthetische zwart-wit-visuals op de achtergrond en Olya die – alsof ze een krijger was – recht stond om die diepe basdrums te bespelen.
Dat Craig niet de beste zanger is (diep en donker timbre en de stem die af en toe overslaat als ie de hoogte in gaat), veranderde niets aan de hoge kwaliteit van de tracks die we te horen kregen (Morning Sun, Underground, Half Poison,Half God, Alice, You Made It Baby…) en pastte volledig binnen sfeer en genre. Er droop een diepe tristesse van zijn stem. “I never wanna see your pretty little face again…”
Een filmisch – bijna country-getint – gitaarlijntje opende. Sterk drum- en baswerk laat Strangle Up My Mind open barsten. Het deed denken aan Personal Jesus van Depeche Mode. Het ging over dystopisch vuile handen en zo klonk het ook. Meeslepend!!
Wees maar zeker dat we hen opnieuw willen zien op 23/8, want dan passeren ze op W-festival in Oostende! (nm).
Iets helemaal anders werd er geserveerd in de prachtige Barthkapel waar de Braziliaans-Duitse Gloria De Oliveira een geweldige sfeer schepte met haar dromerige synthwave. Ooit had ze aspiraties operazangeres te worden maar ze studeerde drama in onder meer Hamburg en Parijs om voor haar laatste plaat Oceans Of Time samen te werken met David Lynch’ protégé Dean Hurley. De Twin Peaks vibes zweefden inderdaad door de kapel waar ze begeleid werd door een gitarist en een raadselachtig mooie bassiste. Denk aan Chelsea Wolfe zonder de gotiek. PJ Harvey’s Down By The Water kwam langs in een bloedstollend mooie versie. Net als Föllakzoid werd die laatste plaat uitgebracht op het Sacred Bones label en terecht want Gloria is een trip, een belevenis, een geweldige ontdekking (hv).
Terug naar Paard! Twee Amerikaanse heren in stoïcijns Brits pak verschenen op het podium. De grote zaal was ondertussen tot de nok gevuld. Hun zilver geschminkte gezichten, zwarte zonnebrillen en de witblonde pruiken onthulden meteen dat het Drab Majesty was, hoewel dat meteen ook duidelijk werd bij de eerste noten die gespeeld werden. Deb Demure (a.k.a. Andrew Clinco, gitaar, zang) en Mona D (a.k.a. Alex Nicolaou, zang, toetsen) droegen dit Grauzone-optreden op aan de onlangs overleden Luis Vasquez van The Soft Moon.
De gitaarlijnen leken licht te geven, alles (zowel instrumenten als zang) klonk zoveel zuiverder, puurder dan zoveel jaar geleden daar in YAP, Leopoldsburg ooit. We houden wel van hun afstandelijke, androgyne esthetiek op het podium en hun occulte (jawel, er hing zelfs een subtiel omgekeerd kruisje om de nek van Deb Demure, wat het stoïcijnse van zijn kostuum knap verbrak!) futuristische teksten, die ons als een tragisch donkere golf mochten overspoelen.
De beats zorgden ervoor dat we al gauw stonden mee te dansen. Dot In The Sky… De synths en de sterke, melodieuze zanglijnen – vaak gecombineerd met killere spoken words – namen ons emotioneel beet. Volgens ons konden we recht hun duistere zielen inkijken, door die zwarte brillen heen!
De elektronica galmde echoënd na, tot die naadloos overging in het getokkel voor de volgende song. Heel wat Depeche Mode-invloeden hoorden we ook bij Drab Majesty, die toch een heel eigen sound meegaven aan hun bijdrage binnen de donkere scene. Hun intro’s / intermezzo’s waren sober beklijvend en zorgden ervoor dat ze met ieder nieuw nummer nog meer impact hadden op het publiek. Too Soon To Tell was zo’n track, waarbij we – als verdoofd – meedeinden op de sterke synthlijn in Twin Peaks– en The Cure’s Disintegration-sfeer.
Toen Deb Demure zijn 12 string akoestische gitaar nam om af te sluiten, kwamen zaal en podium tot een hoogtepunt. Een akkoordenlijn om U tegen te zeggen, omarmd door warme synths, barstten open in een rijk psychedelisch nummer, met dof diepe electrodrumbeats. Drab Majesty is Not Just A Name.
De afwisseling van bubbelpopritmes, volle elektro-arrangementen, haakse ritme-elementen, sterke gitaarlijnen en drab majestueuze zang: onze avond werd gehuld in zilver, met dit optreden! (nm)
Feesten op Grauzone doen we bij voorkeur in de groezelige kelder van The Grey Space In The Middle. Samira uit Rotterdam stampte daar nu toch een zalige donkere groovy electrowave set uit haar draaitafels. De kelder voelde aan als een boiler room en iedereen danste zich een ‘uitwringbaar’ set kleren. Mayo nam anderhalf uur later over en mengde veel Oosterse ingrediënten door het lekkers van Samira. Dag 1 was mooi geweest. Heel mooi. Dag 2 mag nu al haar tenen uitkuisen (hv).
Wij dompelden ons heel het weekend verder onder in de Grauzone… en laten weten hoe dat verder liep. (nm)