Zijn habitat, als stand-up comedian, podcaster en zanger, is een podium. Tot zelfs dat van het Antwerpse Sportpaleis toe. Wij zagen Alex Agnew vooral als comedian aan het werk, maar stonden ooit ook op de eerste rij voor een optreden van zijn sounds-a-bit-like-Metallica-metalband Diablo Blvd, toen toch wel als fan. De zwanenzang van Diablo Blvd is al even gezongen, maar Alex Agnew had nog meer in zijn muzikale mars. Binnen het concept ‘Bloemen Noch Kransen’, bracht hij samen met The Moonlovers een eerbetoon aan Jim Morrison. Uniek, dus voor herhaling vatbaar!
Op weg naar Antwerpen overviel ons toch even een bizarre gedachte… Waren we nu echt van plan om naar een coverband te gaan kijken? Van de legendarische The Doors dan nog? Zo’n band die met andermans nummers zalen vol krijgt, terwijl de zovele Belgische bands die eigen, knappe nummers schrijven vaak maar net genoeg tickets verkopen om de zaal halfvol te krijgen en er op die manier hopelijk maar een kleine scheur in hun broek aan overhouden? Wat bezielde ons toch?
Het antwoord is simpel: Djingel Dangel. Het is één van de weinige plekken in Antwerpen waar we ons altijd weer voelen thuiskomen, met hun concept dat een vinylstore combineert met café, gezellig terras en podium. En dat podium vullen ze liefst met Belgische bands. Een hele support voor de vele artiesten die ons land rijk is. Daarenboven zijn we er bij elk bezoek van overtuigd dat we ‘iets verder van huis’ even kunnen wegglippen in anonimiteit voor intieme concerten. En toch is het ook telkens weer die plek waar we de zekerheid hebben om niet als een vreemde binnen te lopen en er op gekende gezichten botsen; Geert, Bart, Eric… en Alex.
Ja, toch ook wel Alex. Zijn humor, warmte, dankbaarheid, lef, klok van een stem, interactie met het publiek, goddelijke tempel van een lijf, zijn Nine Inch Nails-tattoo op de rechterarm, het Type-O-Negative-logo links en zijn t-shirtje van The Misfits. Er is iéts aan de man dat heel wat mensen aanspreekt en vanavond voegde hij met dit optreden – dat 2 avonden na mekaar helemaal uitverkocht was in Djingel Djangel – nog iets toe aan dat lijstje.
Met de woorden “The ceremony is about to begin” en Carl Orffs Carmina Burana die theatraal door Djingel Djangel galmde, werd de show sterk aangekondigd. Het duurde wel even. Net als het wachten voor een attractie in een – niet nader genoemd – pretpark, waarbij je ongeduld-adrenaline onder het geschal van catchy deuntjes alleen maar de hoogte in gaat. Wat volgde was een set gevuld met hits en minder bekende tracks van The Doors, aaneengeregen door Alex’ bindteksten vol humor en The Doors-weetjes, startend met Break On Through (To The Other Side). De roffelende drums openden Who Do You Love. Een nummer oorspronkelijk van Bo Diddley, dat vooral door The Destroyers bekend werd, vertelde Agnew ons. De baslijn trilde tot in onderbuiken en wat de muzikanten ons deden, valt moeilijk in woorden te vatten, want al snel werd duidelijke dat die Moonlovers bovengemiddelde muziekminnaars zijn.
De bittermelancholische titeltrack van de tweede plaat van The Doors, Strange Days, beschrijft blijkbaar de tweede grootste angst van de mens: ergens binnenwandelen waar je niemand kent. “People are strange when you are stranger…” De spoken words van Alex klonken in Moonlight Drive beter dan die van Morrison zelf, terwijl de buffetpiano trilde als in een dark western in People Are Strange. Een baslijntje, Hammond orgeltje, geklap. Peace Fog. De stampende drums en gemeen catchy gitaarlijn in Lost Little Girl benadrukken de woorden “Your ballroom days are over, baby”.
Bluesy klonk de piano, waarvan de vier octaven beslaan worden in The Spy. Met droeve mystieke ondertoon werden de mooiste instrumentale spanningsbogen gesponnen.
Een donderslag en gedruppel. Tijd voor één van de grootste hits van The Doors, Riders On The Storm, met – bij voorbaat onze excuses voor het hardop durven typen, shoot us – de meest saaie zanglijn ooit, waarbij de track dus vollédig teert op een knaller van instrumentatie en de gitaar de glansrol wegkaapt.
“Veel songs van The Doors schreef Jim Morrison, maar de hits werden vooral door gitarist Robby Krieger geschreven”, waarna Light My Fire ingezet werd. Geen overload aan straffe riffs had de gitarist van vanavond nodig. Hij tokkelde, schoof, trilde psychedelisch!
Uiteraard sloten ze af met een het bisnummer The End, dat Alex Agnew en The Moonlovers voortreffelijk neerzetten en zo het publiek – half in trance – de nacht instuurde. Van The Moonlovers nemen we de toetsenist graag mee naar huis, om er achter onze piano te zetten. Nog maar zelden zo’n talent op toetsen aan het werk gezien!
“Dit is geen tribute-band. Dit is geen avondje covers. Dit is Alex Agnew & The Moonlovers perform The Doors”, lazen we in de aankondiging. En zo was het helemaal. Geen heruitvindingen, maar odes, waarbij het een genot was om meegesleurd te worden door 5 artiesten die zelf minstens evenveel genoten. Alex Agnew & The Moonlovers, maar evengoed The Moonlovers & Alex Agnew.