Oh, Julia toch. Hoé schoon was dat, zeg? Hemelse en demonische sirenegezangen nog aan toe! Aan de grond genageld stonden we, veel stompen in de maag, kippenvel, tussendoor ook eens serieus slikken. Met af en toe ook wat ruimte voor lichtjes misleidende dansbeentjes. En vooral: genieten van zoveel vocale en muzikale pracht, jawel genieten!
Julia Holter en band speelden een overweldigende set, met in de hoofdrollen de melodieuze maar harde bassen van Dev Hoff die ongenadig én stijlvol door de zaal dreunden. En daarbij natuurlijk dat absoluut fenomenale stemgeluid van Holter, warm omhelsd door de keyboardtapijten van Holter zelf en echtgenoot Tashi Wada, vakkundig op koers gehouden door de percussie van Beth Goodfellow. Subtiel, soms wat flinker, zeg maar..
Maar: wàt was dat, Botanique? Amai, Julia!
Vooraleer we ons gewillig lieten onderdompelen in de bloedmooie composities van Julia Holter, tekenden we present voor de hernieuwde kennismaking met Amatorski, na een dikke tien jaar weer terug met nieuwe muziek. Dat Curves and Bends, Things Veer een meer dan geslaagde comeback is, lees je elders op deze site. Dat de nieuwe feeërieke composities zich ook live goed weten te vertalen, ondervonden we woensdagavond in Brussel.
Live laat Inne Eysermans zich bijstaan door Timon Persoon, Lucien Fraipont en Christophe Claeys. Dat gaf een wat meer volle klankkleur, met zuinige maar erg fraai uitwaaierende gitaren en subtiele percussie. Nooit verdween het compacte en intimistische karakter dat zo eigen is aan het Amatorski-geluid, niet in het minst ook door die immer kenmerkende zacht zalvende, soms wat lijzige zang van Eysermans.
De dromerige composities wisten te beroeren. Af en toe werd er een voorzichtig danspasje gepleegd vooraan, want jawel, het werd bijwijlen een beetje grooy zelfs.
Voor ons was het een meer dan aangenaam weerzien en hernieuwde kennismaking met de (h)eerlijk slepende, door indietronica bezwangerde dreampop van Amatorski. Voor anderen duidelijk een eerste kennismaking. Allicht – hopelijk! – won Eysermans wat nieuwe zieltjes in de Botanique!
Julia Holter: gezegend met een ronduit fenomenaal stemgeluid en het bijzondere talent om ingenieuze composities neer te schrijven, met een vaak erg experimentele en avantgardistische benadering. Moeilijk muziek zeg maar, dus geen louter tongue-in-cheek-nummers, of soms net wél. En moeilijk gaat ook toch? Boeiend en intrigerend blijft het, zo bewees Holter nog op haar jongste bloedmooie album Something in the Room She Moves.
Tijdens een concert van la Holter stap je gewoon onbevangen aan boord en laat je je meenemen op een fantastische vaart op een zee van emoties, vocale pracht met onverwachte ritmes en aparte wendingen. In Brussel was dat niet anders, woensdagavond.
Even over negen kwamen Holter en haar band op. Na een warm welkomstapplaus werd The Sea Calls Me Home ingezet door Holter op keyboard met zwaar aangebelazen klavecimbel-klanken, waarop de zangeres haar sirenezang voor het eerst door de zaal joeg, vergezeld van nog meer applaus. De magie was gestart.
Dat het hoogtepuntjes zou regenen tijdens de te korte set van Julia Holter stond in de sterren geschreven. Getuige ook een verpletterend Sun Girl, met die onverbiddelijke baslijnen van Dev Hoff die je voelde tot in je diepste binnenste, Holter die alle vocale registers magistraal open trok en fenomenaal net niet compleet over the top zong. Wat een vocale gymnastiek. Hoe blijvend bronstig die bassen van Hoff, hoe knap uitgemeten die percussie van Goodfellow, hoe zalig zweverig die keys van Holter en Wada, die ons ook op een masterclass doedelzak trakteerde. Jawel!
Met Sun Girl als eerste traktaat uit het nieuwe album, volgde een wervelend Evening Mood, deels gedeclameerd, deels gezongen over een weerom prompt pompende baslijn van Hoff. Sterk. Ook Spinning is een van de nieuwe songs. De drums knalden wat ons betreft hier net iets te luid, al kon dat Holter er niet van weerhouden om haar stem machtig door de zaal te doen galmen. Wow.
Mooi hoe Spinning quasi naadloos over ging in een herwerkt Silhouette. Jammer wel dat het hier wat dreigde te verdrinken in een te vol en te luid geluid.
Something in the Room She Moves, de titeltrack van het nieuwe album, klonk ronduit verrukkelijk, met Holter die deze ballad prachtige croonend bracht en de bas van Hoff die lustig mee croonde. Angstaanjagend mooi, demonisch zelfs.
De prachtige popparel Feel You ontbrak natuurlijk ook niet op het appél en met een majestueus I Shall Love 2 zette Holter de onverbiddelijke finale in, waarbij de zangeres werkelijk alles uit die krachtige keel van haar perste. Op gegeven moment ging Holter zo hoog of/en alle kanten op in dat vocale bereik, dat het een beetje schrikken was. Wow!
Ongelooflijk wat deze zangeres met haar stem kan en doet, ronduit indrukwekkend. Ook die vele geniale composities die we voorgeschoteld kregen, erg rijk aan finesse en subtiliteit. Een mens kwam oren te kort. En soms bleek een aanslag op je dansbeentjes gepland, of toch niét. En… blijf maar in dat ritme. Bij de les blijven, was de boodschap.
Even leek het erop of er géén bis zou komen, maar toen verschenen de bandleden dan toch terug ten tonele. “Goed, dan doen we nog een droeve ballad”, sprak Holter, “of nee, eerder hyperpop, ja, dit is hyper”. De zangeres schoot in de slappe lach. Toen de song werd ingezet bleef dat maar duren, maar Holter herpakte zich dan toch en een bijzonder grappig en vinnig Betsy On The Roof was ons deel.
Toen de zaallichten weer aanfloepten stonden mensen er toch wat verweesd bij. Is Julia al wég? Is het al voorbij? Wat was dat? Het was duidelijk dat wij niet de énigen waren die niet meteen weer met beide voetjes op de grond geraakten.
Oh, Julia, wat deed je, zeg?