Er zijn concerten en er zijn concerten die je altijd zullen bijblijven omdat de band ijzersterk voor de dag kwam en/of de omstandigheden waarin één en ander zich afspeelde, uitzonderlijk waren. Het onnavolgbare Hypochristmutreefuzz ging zondagavond in de bouwwerf die Kolonie heet vlotjes voor een combinatie van beide. Zonder er zelf veel erg in te hebben.
De band maakte het zichzelf nochtans redelijk moeilijk voor een volgelopen zaal op saunatemperatuur waarin de zuurstof nog voor de start van het optreden compleet opgebruikt bleek. Op de playlist een aantal nieuwe nummers, op veilig spelen is nooit aan Ramses & co besteed geweest, en op het podium een rookmachine die meer dan overproductief was. Pas toen de bandleden en de eerste rijen zowat stikten in de rook werd het onding uitgeschakeld. Uw man, zoals steeds op de eerste rij, zag pas na een kwartier iets verder dan zijn neus.
Eens de rook om de hoofden was verdwenen kwam de show helemaal op kruissnelheid met Hypochondria. En viel er iets te zien. De band werd perfect op sleeptouw genomen door zijn manische voorman die aan het eind van de feesten nog gauw een buslading duivels wou ontbinden. Daar slaagde hij in, con brio. Altijd een feest met Ramses op het podium. Wel uitkijken voor overvliegende podiumattributen.
De nieuwe songs klonken veelbelovend en werden gebracht alsof ze al jaren deel uitmaakten van de Hypochrist-revue. Het beste werd in heksenketel Kolonie voor het laatste bewaard. Met het drieluik Gums Smile Blood, Clammy Hands – beat the drums – en het volkomen mesjogge The Spitter werd een fantastisch orgelpunt gezet achter een onvergetelijke show. Een show waarin Hypochrist andermaal bewees in de premier league te spelen van de vaderlandse scene. Klasse!