Terwijl de Amerikanen zich op 4 juli konden vergapen aan het militaire machtsvertoon van hun grote leider, waren er ook landgenoten die zich geen zak aantrokken van Independence Day, simpelweg omdat er tegenwoordig maar weinig trots te rapen valt met de stars and stripes.
Girlpool stak hun ongenoegen niet onder stoelen of banken voor wat er zich in hun thuisland afspeelt, en wat kan je dan beter doen dan protestgewijs de wereld rondtrekken en je brood proberen te verdienen met het brengen van gebalde indiebubblegum met een hippie-inslag? Moesten de vier het een paar jaar geleden in de Botanique nog stellen met een mager gevulde Rotonde, was er ondanks het festivalseizoen (een paar straten verder had je bijv. Gent Jazz) in het Gentse DOK toch een leuke opkomst. Niet dat je een bolleboos moest zijn om de koppen te tellen, maar Girlpool is dan ook zo’n band die het nooit echt zal maken bij het grote publiek. Dat is deels te danken aan hun koppige eigenzinnigheid om steeds verrassend (en dus onverkoopbaar) uit de hoek te komen, anderzijds ook omdat het luie donders zijn en dat wil zich op een podium wel eens wreken.
Girlpool begon zoals vele andere illustere voorbeelden. Zanger Harmony Tividad en zangeres Cleo Tucker jamden wat op hun slaapkamer, maar gaandeweg groeide het lo-fi indiepopduo uit tot een kleine hype binnen indieland waardoor ze met wisselende bezetting als band op tour gingen. Merk je ook op het podium: de toetseniste staat zich stierlijk te vervelen achter haar keyboards, terwijl je van de drummer nooit zeker bent of hij is ingedommeld of niet. Neen, showbeesten zijn het niet, zelfs als ze na drie kwartier door hun fans terug op het podium worden geroepen kan er geen greintje enthousiasme af. Eerder ongeloof dat ze dit hebben kunnen bereiken. Sympathiek, maar in de rock ’n roll-wereld ga je daar vroeg of laat door aan ten onder.
Wie werk uit hun twee voorgaande platen verwachtte, kon maar beter meteen naar huis gaan, want op een tweetal nummers na speelde de band uit Los Angeles zo wat alles uit hun laatste What Chaos Is Imaginary. Net zoals op plaat is het ook live een weg van pieken en dalen. Charmant, maar iedere song klinkt net iets te veel als een aanzet naar wat zou kunnen zijn. Kijken naar Girlpool heeft je dan ook het gevoel dat er wel iets in zit, maar dat het er helaas nooit echt zal uitkomen. Slecht was Girlpool geen seconde, maar of je nu tevreden moet zijn om levenslang achteraan in de middenmoot te moeten bengelen is een ander paar mouwen.