Voor Jazz Middelheim moeten we nog een jaartje wachten maar Gent Jazz heeft ons dit jaar weer verwend met een prima affiche met veel afwisseling. Op de derde dag van dit festival was Jamie Cullum de grote hoofdact maar de rest van de line-up werd vooral aangevuld met Belgisch talent. Tickets voor deze dag waren dan ook al een tijdje uitverkocht.
Het hoofdpodium werd geopend door de Amerikaanse singer-songwriter Emily King die in 2004 debuteerde op het album Street’s Diciple van Nas waarna ze haar eigen debuutplaat East Side Story mocht opnemen. Ondertussen heeft ze vorig jaar haar vijfde langspeler Special Occasion uitgebracht en is ze al een vaste waarde in het Amerikaanse r&b wereldje. Hoog tijd dat King hier ook doorbreekt.
King had haar band thuis gelaten en begeleidde zichzelf op akoestische gitaar en met haar ene voet speelde ze elektrische basdrum en met haar andere tamboerijn. Voor de backings vroeg ze de hulp van het publiek dat de songs met veel plezier aanvulde. Door deze sombere aanpak waren haar composities unieker dan ze op plaat klinken, want daarop Klinkt Emily als een typisch soulsterretje dat vlakke soul uitbrengt. Maar in Gent klonk deze New Yorkse super warm en door haar positieve vrolijke uitstraling won ze het publiek voor zich. Het was op geen moment saai en ook leuk dat ze af en toe een mash up in de set stak met stukjes You Got To Be Bad van Des’ree en Mas Que Nada van Jorge Ben. Het was goed dat Emily King haar band had thuis gelaten want haar set maakte meer indruk dan haar platen.
Edmund November is het geesteskind van gitarist Edmund Lauret die we ook kennen van Nordmann, Kosmo Sound en The Milk Factory. Vorig jaar bracht hij zijn naamloze debuutplaat uit op Unday Records die hij opnam met Stijn Engels (Stadlander, Renée), Trui Amerlinck (Tsar B, Nabou, Mayorga, Rosa Butsi) and Gert Malfliet (Tristan). Op het album is een mix te horen van psychedelische folk en melancholische pop met als resultaat dat er allemaal dromerige pareltjes op staan. We konden ons geen betere opener voor het Garden podium bedenken.
Helaas vond het publiek niet massaal de weg naar dit tweede podium zodat er niet veel volk stond voor deze toffe band. In elk geval hadden de afwezigen – zoals vaak – ongelijk want de muziek van dit viertal klonk subliem. De subtiliteit van ritmetandem Amerlinck en Malfliet was perfect voor de zweverige arrangementen van Stijn Engles en Edmund Lauret zodat we vanaf de eerste noot volledig mee waren. De sound ligt ergens tussen de vroege Pink Floyd met Syd Barret en de eerste platen van High Llamas. Het was dan ook toepasselijk dat de band een eigen bewerking van de Donovan-klassieker Jersey Thursday in de set zat. Voor ons was het optreden van slechts 40 minuten veel te kort en hopen we dat deze topband nog eens veel langer aan het werk kunnen zien.
Terug naar het hoofpodium want daar stond al Stef Kamil Carlens en zijn begeleidingsband The Swoon (bestaande uit Alban Sarens op tenor- en baritonsax, piano en synth, Nel Ponsaers op Wurlitzer piano, synths en backings, Jonas Meersmans op gitaar, Maarten Moesen op drums, Mirko Banovic op bas en Rahmat Emonds op viool, mandoline, gitaar, synths en backings). Dit jaar bracht Carlens het aanstekelijke funky album Be Who You Wanne Be uit dat hij in Gent kwam voorstellen.
Voor Carlens en co was de tent echt voor het eerst goed vol gelopen wat natuurlijk een goede motivatie was voor de band om er met veel energie in te vliegen. We kregen weer een kleurrijke set vol straffe songs, zalige dance moves en speelplezier dat er van af spatte. Stef zei dat hij van deze band hield en dat is ook te begrijpen. Deze mensen hebben zoveel talent zodat alles lekker strak klonk. De set bestond alleen maar uit hoogtepunten: de Moondog Jr. klassieker Bombo, de Zita Swoon toppers I Feel Alive In The City, Everything Is Not The Same en Me & Josie On A Saturday Night. Er was natuurlijk ook veel aandacht voor de nieuwe schijf Be Who You Wanna Be met stomende funky versies van Walk On Red, Stop On Green, The Future (met een Prince-waardige gitaarsolo van Meersmans) en het van Dez Mona geleende Suspicion. Bijzonder dat deze Carlens en The Swoon zo vroeg stonden geprogrammeerd, maar dat lieten deze klassebakken niet aan hun hart komen.
Nog meer funk kregen we op het Garden podium met het Antwerpse kwintet Unfinished Business. Deze kerels leerden elkaar kennen op Antwerps Conservatorium. Ze hebben vorig jaar een demo-cd uitgebracht waarop een mix te horen is van jazz, fusion, rock en funk waarbij improvisatie en interactie centraal staat. Hun debuutplaat komt er volgend jaar aan.
Ook bij deze kerels spatte het speelplezier en het talent er van af. Alles klonk vurig en gedreven en de band gaf zich volledig. Niet verwonderlijk dat ze twee sets mochten spelen op dit festival. Seba Colson vulde de composities eerder subtiel aan met zijn trompet terwijl de andere muzikanten het vuur er in hielden met zalige improvisaties. Het zou ons niet verwonderen dat we nog veel van Unfinished Business gaan horen want hun 70’s getinte fusion klinkt echt wel machtig.
De afgelopen maanden was Gabriel Rios te zien op diverse podia om zijn nieuwe songs uit te proberen samen met pianist/ cellist/ bassist Ruben Samama. Het nieuwe album Playa Negra verschijnt pas in september en is volledig in het Spaans. Sinds het vorige album Flore heeft Rios zijn liefde voor het Spaans terug gevonden, hij woont tegenwoordig ook in Spanje waar hij ook probeert door te breken. Op Gent Jazz kregen we dan ook een combinatie van nieuw en oud werk door het duo.
Rios had last van een pijnlijk tipoog maar dat was niet te merken aan zijn set die hij met veel overgave bracht met zijn compagnon Samama. Ruben vulde de zanger aan met subtiel flamenco-achtig gitaarwerk, warme pianoklanken, ingetogen baslijnen, backings (ook al verstaat deze Nederlander geen Spaans) en deed er af en toe nog vreemde geluidjes bij al roepend. Rios weet dan ook dat hij kan bouwen op deze multi-instrumentalist om zijn “latin gothic” tot leven te brengen. We kregen dan ook de nieuwe singles Marcela en Pedacito De Papel in intieme versie plus ongekend nieuw materiaal dat even intens en prachtig binnen kwam. Dat aangevuld met nummers van Flore waarop covers staan van Porto Ricaanse klassiekers die Rios zijn vader en grootvader graag hoorden. Als bisnummers kregen we nog oudjes, zoals een intieme versie van Broad Daylight en het prachtige Gold. Stef Kamiel Carlens en zijn band lieten de temperatuur in de tent al stijgen maar Gabriel Rios maakte er een stomende tropische sauna van.
In 2002 debuteerde Jamie Cullum met het album Pontless Nostaligic wat niet veel aandacht kreeg maar door dat album kreeg hij wel onmiddellijk een contract bij Universal. Resultaat was dat zijn tweede album Twentysomething onmiddellijk zijn grote doorbraak betekende. Op dat album heeft Cullum jazztraditionals naar zijn eigen hand gezet, maar ook songs van Radiohead en Jimi Hendrix een eigen jazzy bewerking gegeven én boeiende eigen composities gezet. Iets wat hij tot op vandaag nog steeds doet. Twee jaar geleden verscheen het verzamelalbum For The Love, zo hadden we een soort van “best of” set verwacht in Gent.
Cullum stond voor de vierde keer op het Gentse festival en wist ondertussen wel wat het publiek verwachtte: een bom van een show en dat kreeg het publiek ook. Vanaf opener Get Your Way (in een funky jasje dankzij de zevenkoppige begeleidingsband) was het publiek volledig mee. Doe daar dan nog een vurige What’d I Say van Ray Charles bij en een eigen bewerking van Everybody Wants To Be A Cat (uit de Disney tekenfilm Aristocats) die van cool jazz overgaat naar aanstekelijke New Orleans jazz en de groovy klassieker Twentysomething. Om op adem te komen kregen we een stukje High ’n Dry dat vloeiend overging in Next Year Baby.
Maar in een Cullum show moet energie zitten dus kregen we daarna een lange versie van de jazz standard Love For Sale waar de gitarist even mocht soleren. De drummer en klarinetist mochten dat doen op Nina Simone’s Sinnerman. Het lukte Jamie ook van iedereen aan het dansen en springen te krijgen (ook het zittend publiek) bij Mixtape en zorgde ook voor een soort van ‘cooling down’ met een soloversie van het prachtige All At Sea wat de perfecte afsluiter was van een perfect concert.
The Great Belgian Songbook mocht de dag afsluiten op het Garden podium. Dit kwintet is een project van trompettist/ bugelspeler Jo Hermans. Deze veelgevraagde muzikant kennen we onder andere van bij Daan, Balthazar, Raymond van het Groenewoud, Clouseau…) die samen met ‘belpopspecialist’ Jan Delvaux een paar klassiekers uitkoos om een instrumentale bewerking te geven. Hermans werd op het podium vergezeld door Trui Amerlinck op bas, Marc Bonne op drums en David Thomaere en Romko Kühne op toetsen.
Ze schotelden eigen instrumentale versies voor van onder andere Mia van Gorki, Pump Up The Jam van Technotronic, Amsterdam van Kris de Bruyne, Broad Daylight van Gabriel Rios en Habibi van Tamino. Alles werd in een soort van jaren ’70 bigbandjasje gestoken en gaven aan elke song een eigen toets, zodat we zeker geen platte covers kregen. Ook heeft deze band eigen nummers zoals de ode aan de Gentse Cuberdon, waar ze de smaak van het snoepje in muziek willen weergeven. Helaas was voor de meest toeschouwers de muziek van The Great Belgian Songbook de soundtrack om naar huis te gaan, maar wie bleef kreeg een swingend slotconcert op een mooie festivaldag.