Een momentopname tijdens de Pocket Revolution Tour van dEUS in 2005. Wachtend op de soundcheck in club La Vapeur in Dyon, schuift Tom Barman geïrriteerd z’n krant opzij en mort : ‘Waar is die Pete Doherty nu eigenlijk mee bezig, wil die nu écht de Frank Vandenbroucke van de rock worden ?’ Het stoorde de Antwerpse rocker toen al mateloos dat kandidaat Tourwinnaar Doherty ervoor koos om niet meer dan een zwalpende kermiscoureur te worden.
De vergelijking deed Vandenbroucke enigszins onrecht aan. Want in tegenstelling tot de grillige Doherty, hebben de prestaties van de renner uit Ploegsteert ons wél verschillende momenten van pure verrukking bezorgd. De eeuwigdurende chasse-patate van de voormalige Libertines frontman daarentegen, deed ons alleen maar fronzen.
En dat was gisteravond in Gent niet anders. Geen slecht concert, maar zelfs tijdens de allerbeste momenten niet meer dan bijna-charmant en lichtjes-entertainend. Het concert kabbelde de hele tijd voort op eenzelfde ‘drunken sailor vibe’. Kracht of intensiteit ging er niet van uit. Doherty begon op tijd en was naar zijn doen behoorlijk bij de les. Hij stal links en rechts een gin-tonic van een fan, rolde routineus-geïntoxiceerd over de grond, gooide een beetje met bier en dook al eens het publliek in. Bij de opgewonden blozende fans op de eerste rijen leidde dat tot opgewonden gekir, maar de burgers iets verder in toonden nauwelijks meer dan dan een meewarige ‘oeps-kijk-hèm-eens-bezig’ –grijns. Klein, klein kleuterje : zelfs de shock-value van Doherty is gedevalueerd.
De performance van Gent Jazz-adoptiedochter Trixie Whitley werd er alleen maar sterker en bewonderenswaardiger door. We hebben La Whitley nog nooit met haar papa, Chris, vergeleken. Trixie is a legend in her own right. Maar hier kunnen we – heel even – niet omheen. Op Reiter Inn, de alweer twaalf jaar geleden verschenen plaat van Chris Whitley & The Bastard Club, stoeide ‘the guitar man’ met new-wave, punk-rock, met The Stooges en Gary Numan en Willie Dixon. Ondanks onszelf moesten we aan die – onderschatte – plaat denken, bij de ongebreidelde zucht naar avontuur die Trixie hier etaleerde. Samen met wonderkind-slash-eenmansleger Chris Vatalaro goochelde Trixie met elektronica, jazz, rauwe blues, rock en zelfs stoner.
Een duo, ja, maar wél de strafste rockband die we deze festivalzomer al aan het werk zagen. En geen kat die aan Black Keys of Black Box Revelation moest denken. Nu eens verstild en alleen aan de piano, met shaarse maar warme begeleiding van Vatalero op bas of toetsen, dan weer furieus rockend met de treble-knop volledig naar rechts.
Ondersteund door adembenemende graphics, verkochten Trixie en haar one-man-band ons van A Thousand Thieves tot Breathe You In my Dreams en Eliza’s Smile de ene uppercut na de andere. Begeesterend, getormenteer, ontwapenend én perfectly in control. Trixie was àlles wat Pete niet was. And then some.
En zeggen dat we dit concert bijna aan ons hadden laten voorbijgaan ‘omdat we Trixie nu toch al een paar keer aan het werk gezien hadden op Gent Jazz’. Gelukkig werden we tijdig op de vingers getikt. Trixie zette de de tent, het publiek én de verwachtingen van de meer dan tweeduizend bezoekers op hun kop. Beter dan dit wordt Gent Jazz dit jaar niet meer.