“Ik kom jullie vanavond wat depressieve liedjes brengen, hebben jullie er zin in? Is everybody unhappy?”. Zo verwelkomde Frank Vander Linden het publiek na de binnenkomer van formaat, het erg pakkende Ik dacht aan een vrouw. De toon was gezet: de slotvoorstelling van de Nachtwerk-tour, vrijdagavond 28 december 2018 in De Roma, was er een van troost en mistroost, met liedjes over de liefde en het leven, vergezeld van heel wat (zelf)relativering en humor. Zalf voor de ziel ook.
Frank Vander Linden toerde het voorbije jaar door het Vlaamse land met Nachtwerk, het programma met dezelfde titel als diens bijzonder openhartige solo-plaat, enkel gewapend met stem en akoestische gitaar, en koos bewust voor De Roma als eindbestemming. “Ik ben fier hier te mogen spelen, blij dat ik hier sta. Ik had ook veel zenuwen, ik speelde zelfs de intro van Ik dacht aan een vrouw fout!” bekende Vander Linden, die daar later nog op zou terugkomen en ons dan een feilloze versie zou schenken van het lied, ook al had dan slechts een enkeling die ‘fout’ bij aanvang gehoord.
Vanzelfsprekend zaten heel wat van de breekbare liedjes uit Nachtwerk in de set, en natuurlijk ook de ‘hits’ van De Mens. “Want ik mag dat, ik heb die geschreven. Maar ik speel die anders, en als ik die liedjes akoestisch breng, klinken die meer bossa nova, misschien klink ik dan wel wat als Gabriel Rios, met veel verbeelding toch” grapte Vander Linden. Die connotatie lukte ons niet meteen, wel konden we die akoestische jasje van de De Mens-liedjes waarderen.
Nummers zoals het eerder vermelde Ik dacht aan een vrouw, Draag het als een man, Trotse Pijn of ook Gezegend met geluk wisten de gevoelige snaar te raken en te beroeren, met zo’n oprechte, vaak ook herkenbare teksten die er behoorlijk op inhakten. En dat geldt zeker voor het beklemmend mooie Gebrek aan jou, dat Vander Linden had gekoppeld aan Always on my mind, het best gekend in de uitvoering van Elvis Presley. “Dat lied zing ik in het Engels, dat gaan vertalen zou belachelijk zijn, ‘altijd op mijn brein’ klinkt niet. En dan weten jullie ook meteen waarom ik meestal in het Engels zing” aldus Vander Linden. Erg mooi was ook In De Walszaal, uit de eerste solo-plaat, “een ode aan de moeilijkste liefde, de langdurige liefde”.
“Ik had al lang de ambitie om een begrafenislied te schrijven. Maar nu héb ik zo’n nummer en is het een meezinger”, waarop Vander Linden de zaal vroeg om mee te zingen, “moeilijk is het niet want het refrein gaat van lalala. Het is géén verplichting, wel een must!”. En De Roma deed flink mee in de samenzang bij Verdwenen Vrienden.
“Voor het volgende liedje kom ik naar jullie toe” waarop Vander Linden het podium afwandelde en van in het publiek Irene bracht, zonder versterking. Mooi. Maar de bindtekst die eraan voorafging hebben allicht enkel die mensen gehoord die vlak voor hem zaten, maar misschien was dat wel de bedoeling.
Een deel van de set zou door het publiek bepaald worden. Frank las een lijst met nummers voor, en op basis van de publieksreacties zou hij er dan liedjes uit kiezen. De keuze viel uiteindelijk op Sheryl Crow I Need You So, Ergens Onderweg en Het is maar verdriet, maar dat had Frank zelf gekozen: “dat wil ik echt absoluut spelen, voor mezelf, deze keer!”. Goede keuze, Frank! Allicht omdat hij er eerder al over had verteld, had het publiek ook Je Bent Niets gekozen, “de enige Clouseau-single die ik schreef, de slechts verkochte ook, ze spelen dat lied niet meer. Ik wel!” duidde Vander Linden.
In de staart van de set bracht Vander Linden een pakkend Een Vriend Zien Huilen, bekend van Jacques Brel als Voir Un Ami Pleurer, een swingend Patti Blues en met Boeven, “opgedragen aan onze kinderen”, werd fraai besloten.
Tot twee keer toe zou de zaal Vander Linden terugroepen, zo kregen we ook nog Jeroen Brouwers Schrijft Een Boek om met Liefde komt vanzelf én Franks nieuwjaarswensen tevreden naar huis gestuurd te worden.