Misschien moeten we voor concerten eens de aanschaf van een DeLorean in overweging nemen. Het lijkt ons het ultieme vervoermiddel om ons met de regelmaat van de klok ruim een kwarteeuw terug te slingeren in de tijd. Het aantal bands uit de jaren ’90 of vroeger, dat dit jaar opnieuw toert neemt stilaan ongezonde proporties aan. Neem zelfs in het geval van The The zwaardere cijfers ter hand want de Britten, onder aanvoering van boegbeeld en bezieler Matt Johnson, gaan al 45 jaar mee, althans Matt want The The is Matt Johnson en omgekeerd. Niet minder dan 17 muzikanten hebben hem begeleid waaronder niet van de minsten als Johnny Marr en Gail Ann Dorsey. Het is zonder discussie het project van de 63-jarige Londenaar. Hij startte het op in 1978 en ronselde muzikanten.
Als we nog even onderstrepen dat het belang van de band in de late jaren ’80 en vroege jaren ’90 niet te onderschatten valt, dan zal het lijstje met volgende namen van artiesten die een gastbijdrage leverden op nummers van The The dat zelfs dubbel onderstrepen: Lloyd Cole, Sinéad O’Connor, Neneh Cherry, Marc Almond, Jools Holland, John Peel.
De meest succesvolle platen waren Infected (1986), Mind Bomb (1989) en hitplaat Dusk uit 1993. Zeven songs haalden de top 40 in Engeland. Johnson bracht eerder deze maand een nieuwe plaat uit, Ensoulment, de eerste in net geen kwarteeuw (een paar soundtracks tellen we niet mee). Het was tevens 24 jaar geleden dat hij met The The nog eens in ons land speelde. Een hopeloos uitverkochte AB was het decor voor deze heuglijke terugkeer en het was zelfs dag op dag 35 jaar geleden dat hij daar al eens stond.
Het idee was om een concert in twee delen te spelen met een korte pauze tussenin. Eerst zou Matt de nieuwe plaat integraal spelen en daarna kwam er een retrospectieve die achteraf bekeken geen echte greatest hits bleek te zijn, in tegendeel.
De band kwam op in strakke pakken tegen een groot wit doek waarop enkel schaduwbeelden geprojecteerd werden. We wisten dat de nieuwe plaat rustig of rustgevend is waardoor we niet al te hoge verwachtingen hadden voor het “listening part”. De plaat heeft wel een paar leuke titels zoals Some Days I Drink My Coffee By The Grave Of William Blake. Het nummer had een bluesy kantje en kon wel van Mick Harvey’s hand zijn. Kissing The Ring Of Potus liet Johnson vocaal uitpakken met een rondje Devastations. Onderkoelde zang en een soulvolle productie lieten dit nummer uitblinken tijdens het albumgedeelte van de avond.
Down By The Frozen River was dan een pianokolfje naar de hand van D.C. Collard die af en toe terecht de spots op zich kreeg. Jazz om kwart na vier ’s nachts in een slaperig Café De Théatre en een parlando stem van Matt door de middelste van zijn drie microfoons.
We halen er de betere nummers uit en het allerbeste was ongetwijfeld Linoleum Smooth To The Stockinged Foot dat alweer de geest van Devastations belichaamde. Lichaam en geest versmolten minder tijdens Where Do We Go When We Die? dat een te groot Absynthe Minded-gehalte liet uitschijnen. Zeker geen waardeloos nummer maar live haalde dat de donkere sfeer onderuit met een banale lichtstraal. Het beterde niet want americana volgens de leer van Calexico volgde in I Hope You Remember (The Things I Can’t forget).
Gebruikmakend van de pauze spoelen we nog even terug naar Zen & The Art Of Dating waarbij Matt voor het eerst maar niet voor het laatst het gebruik van gsm’s tijdens optredens laakte. Hij had het ostentatief over iPhone. Ofwel zijn alle andere merken wel toegestaan in zijn ogen, ofwel is hij een notoir iPhone-aanhanger die niet beseft dat er nog andere spelers op de markt zijn. Later maakte hij het echt te bont door een filmende fan op de eerste rij op groteske wijze belachelijk te maken. Het zal best zo geweest zijn dat de brave man teveel filmde – het is zo en niet anders anno 2024 – maar de fans rond hem oproepen hem een pak slaag te geven, vonden wij van een gebrek aan respect en een teveel aan arrogantie getuigen. Het zal maar een fan geweest zijn die al zijn platen in de kast heeft liggen en zijn groot idool voor het eerst aan het werk ziet…
Deel twee werd aangekondigd als “the dancing part” maar dat viel toch ook tegen. Het begon nochtans schitterend met een subliem 38 jaar oud Infected. Denk aan Yello en Propaganda en je weet hoe het nummer ongeveer klinkt.
Uit Soul Mining plukte Matt dan The Sinking Feeling. So far so good want we roemden met zijn allen de heerlijke eighties vibe die de zaal vulde. Love Is Stronger Than Death van Dusk liet de prachtzanger die Johnson is excelleren. “The blue skies and the spring tides” waren echter van een te vrijblijvend en eerder naar saai overhellend gehalte. Wat wel een avond lang erg genietbaar bleef, waren de harmonieën tussen hem en de drie extra zangers. James Eller op bas zong zelfs eens met een heliumstem, vreemd toch. Barrie Cadogan manifesteerde zich als technisch verfijnd gitarist en er kon met zijn stem nog veel meer gedaan worden vonden we.
Het mooiste voorbeeld van een deels gemiste kans tijdens het dansgedeelte betrof toch wel de verstilde versie van Slow Emotion Replay. Het ontnam de fans zelfs de lust om massaal mee te zingen. Weg mondharmonica, weg finesses, weg drive. Er werd dan rock aangekondigd. “It’s about time” dachten we bij onszelf. De intro van onze favoriet, Dogs Of Lust¸werd ingezet. Collard kwam frontstage mondharmonica spelen – eindelijk – maar desondanks was ook deze versie te mak om echt de grootsheid van de song te benaderen. We waren klaar voor een popfeestje na de pauze maar kregen voetbal van Anderlecht voorgeschoteld. Geen drang naar voor en een groezelig festivalterrein werd ingeruild voor een suffige sofa. Het kon wel een albumtitel van Suske & Wiske zijn.
Uncertain Smile staat ook op Soul Mining en was de overtuigende start van de bisreeks die slechts twee nummers telde. Daarover geen klachten want uiteindelijk speelde de band een kleine twee uur. Ook slotnummer Giant kwam uit deze plaat en was een heerlijke afsluiter van een tweede deel dat net als het eerste luik goeie momenten afwisselde met onverklaarbare dipjes. Het was zonde dat Matt Johnson niet méér deed met de geweldige backcatalogue die hij bij elkaar heeft geschreven. De bisreeks was groovy en de piano solo van Collard tijdens Uncertain Smile was wellicht het strafste moment van de hele avond. ‘The The’ vlam sloeg zelden in de pan en de ‘fans of lust’ werden enkel gematigd enthousiast tijdens hit This Is The Day. Vlak vóór Heartland duidde Johnson op ook weer hautaine wijze België als 52ste of 53ste staat van Amerika aan. We riepen toch ook niet dat hij leek op Boris Johnson?