Tekst: Jef Versmissen
Foto’s: Dirk Wouters
In de Kempen is ook maandag een concertdag. Iedereen dus fris gewassen en geschoren naar de Hnita Jazz Club waar The Bony King of Nowhere het nieuwe album Everybody Knows kwam voorstellen. Dit album werd al aangekondigd met de straffe single Are You Still Alive, en met het try-outconcert in Hnita kon ook de bijhorende tournee van start gaan.
De band is er duidelijk klaar voor. The Bony King of Nowhere neemt het publiek vanaf het eerste nummer mee in een potig droomlandschap waar zachte akoestische gitaren een plaats opeisen tussen het soms wat steviger gitaarwerk. Bram Vanparys betovert zijn publiek, eerst wat zoekende, maar al snel volledig opgenomen door de muziek. En dat is niet meer dan normaal. De band speelt met veel ademruimte, met veel openheid, waardoor de muziek dezelfde hypnotiserende kracht krijgt als die van The War on Drugs of Radiohead. En net dat geeft The Bony King alle vrijheid om zijn poëtische verhalen te vertellen. Breekbaar, maar niet kwetsbaar, zoals grote broer Kurt Veil eerlijk, maar niet naïef.
Wij waren al snel mee op weg naar het Shangri La dat hier muzikaal werd opgebouwd. Een blik op de drummer (die bij momenten zelfs een tamboerijn sexy deed klinken) was al genoeg om zelf ook een glimlach tot achter onze oren te krijgen. De diepe bass, de vreemde elektrische gitaar, de breed uitwaaiende soundscapes uit het klavier deden ons volledig overstag gaan. We hadden voor het optreden nog eens de vorige albums van TBKoN opgelegd, en stelden vast dat de band trouw blijft aan zijn roots, maar zichzelf toch ook opnieuw durft uitvinden.
Vroeg in het begin van deze eeuw stond The Bony King of Nowhere ook al eens in de Hnita Jazz Club. Daar kwam zeven man op af. The Bony King stortte toen een deel van zijn gage terug aan de club, uit bezorgdheid voor de boekhoudkundige gezondheid van de club. Bijna twintig jaar later stond de band terug op hetzelfde podium, maar dit keer voor een volle zaal die helemaal mee was. Tijden veranderen, maar ware kunst herkennen we op den duur allemaal.