Jimmy Diamond mocht de dans openen in De Casino met So Do I. Met een Gretsch drum, P-bass en een zwarte Les Paul wisten we meteen waar we aan toe waren. Stevige gitaarrock die rijmt op woorden zoals The Black Crowes en The Jayhawks. In het muziek-rijmwoordenboek kan dat allemaal. De band vervolgde stevig met Elephants.
Leadzanger/gitarist Jim Zwinselman vertrouwde ons toe dat ze van de uithoek van Nederland er een rit van vier uur hadden opzitten om in Sint-Niklaas te geraken, maar het was de moeite.
Voor het tweede deel van de set schakelde Jim over van gitaar naar de (overstuurde) pedalsteel, wat het rootsrockgehalte van de band nog meer beklemtoonde. We kregen een ballad die het tempo enigszins liet zakken, maar het trio zette de zeilen bij voor het laatste nummer niet toevallig Earthquake genaamd. Het is uitkijken naar de debuut lp You Radiate van deze Nederlandse rootsrockers, uit bij Excelsior op 10 maart en opgenomen in L.A. met producer Kevin Ratterman (ook producer bij My Morning Jacket e.a.).
Ze komen in maart ook nog langs in Cactus Brugge en Trix Antwerpen.
We krijgen bij Luminous Dash niet genoeg van Ruben Block: vanaf de eerste noten van There Isn’t Time, een Triggerfinger-nummer, merkte je: het is weer menens.
Sharp as a knife op het podium met de schoenen en de uitstraling van een Mink De Ville (maar met een beter karakter!) en alle bandleden strak in het pak tot en met Mario Goossens aan de drums, dat moet zweten zijn! Met The Key begonnen we aan het werk van de soloplaat Looking To Glide (of duo met producer Mitchell Froom), gevolgd door een stevig Tripping Down.
Snel volgde Lights, wat ons betreft een eerste hoogtepunt. Die ritmepartij, door Geoffry Burton gespeeld, die is al uren tussen onze oren blijven hangen en heeft een vibe van INXS of Bowies Let’s Dance. Daar bovenop een slepende synth-riff en een Block-sausje als topping! Zalig. Met Block en Burton staan ook twee van Belgiës beste rockgitaristen gewoon naast elkaar op het podium te schitteren. Niet gewoon dus! Af en toe zagen we een driehoekje Goossens-Burton-Block vormen op het podium: het zit wel snor tussen dat trio – wordt vervolgd naar het schijnt.
Twee Belpop covers verschenen in de set. Waar Turn The Tide (Sylver) als song wat bleker uitvalt, zelfs in de Ruben Block-versie, daar wist Niets Is Voor Altijd (van Madou) wel te overtuigen. De band wist er de beklemmende sfeer in te leggen die het nummer vraagt. Met dank aan de repetitief dreunende akoestische slaggitaar door de elektrische mangel gehaald, en de dystopische geluiden uit de gitaar van Monsieur Burton, met de bas (en backings) van Lies Lorquet (Mintzkov) die het refrein stuurt. Zo’n cover toont dat Ruben Block zelfs een nummer uit een heel ander universum – en verteld vanuit het standpunt van een vrouw – naar zijn hand, zijn stem en band weet te zetten. Een tweede hoogtepunt.
Turning on a fan wist ook live te verleiden: die drumintro en de gitaarintro! De nummers van de plaat kregen algemeen live meer power en dynamiek. En met veel spelplezier op het podium, waarbij ook toetsenist Gilles Vandecaveye zijn veelzijdigheid in dienst zette van de songs. De reguliere set eindigde met het swampy That’s Just The Way waar de muzikanten weer een geweldige groove wisten in te leggen.
In het bisnummer Showtime bracht Block solo een ode aan de liefde van zijn leven. Lucky woman, dachten de andere vrouwen in de zaal. Om af te ronden kwam de band opnieuw aansluiten voor Better Best. Wij tevreden naar huis en niet zonder Looking To Glide mee onder de arm. Horen we meer van dit in de toekomst bij Triggerfinger, of krijgt dit solo-hoofdstuk een vervolg? De toekomst is spannend.