Tekst: Patrick Bruneel
Foto’s: Bart Marescaux
Zomaar op een verloren dinsdag drie bands doen met een curfew die vast staat (en steevast wordt gerespecteerd) op 22h, het moet kunnen maar is niet aan ons besteed. De aftrap halen lukt dan ook niet, zodat het Franse Bohu het zonder onze aanwezigheid moest stellen. Of ze daarom treuren weten we natuurlijk niet. Ze krijgen een paar zentje, dan weet ook jij tenminste hoe ze eruit zien. En hoe ze klinken, geen idee. De paar mensen die we vroegen of het iets was waren niet overtuigd en vonden er maar weinig aan.
Kort na onze aankomst werden we meteen murw geramd, met volle kracht en geweld. Paul Beauchamp, knoppendraaier van dienst voor de pré-Roadburnconcerten van Body Void en OvO, samen op pad, wist een dermate overdonderende klank het café binnen te gooien, dat we dreigden net zo te worden verpletterd als ten tijde van ons allereerste concert van Swans in de Ballroom van de Ancienne Belgique (dank aan Bowy voor de herinnering), alwaar ze Raping A Slave tot één van onze eeuwige hoogmissen verhieven.
Het trio Body Void, waarvan we voor het concert nooit eerder een noot hoorden, had een schriele, glimlachende drummer, een mastodont (een sequoia bijna) van een bassist en een kloeke gitarist annex schreeuwlelijk in de rangen. Primitive Man in een noisebad met een door merg en been gaande schreeuw erboven op. Onze oren hadden het lastig. De loodzware bas knuppelde ons murw, in zoverre dat we er zowaar hoofdpijn van kregen.
Doom en sludge, traag en gestaag het gebouw verpulveren tot niemand nog pap kon zeggen (of Blauwke). Hier en daar ging de band in een punkversnelling, en dat was maar goed ook want na twintig minuten begon het allemaal nogal hetzelfde te klinken en begonnen we er schoon genoeg van te krijgen. Als er dan ook nog een bezopen oen naast ons komt staan die geen weet heeft van het begrip persoonlijke ruimte en er niets beter op vindt ons aanhoudend te hinderen, hadden we veel zin om die onmens het podium op te gooien. Conclusie wat ons betreft: set mocht korter en sneller.
Veel soundcheck heeft het geroutineerde Italiaanse duo OvO niet nodig. Slagwerker Bruno Dorella en bassiste / zangeres Stefania Pedretti spelen sinds het begin van deze eeuw samen. Ze kennen elkaar door en door, weten met een glimlach of knikje wat de ander wil en dat was aan hun fascinerende set ook goed te merken. Met het meest recente album Ignoto (2022, Artofffact) onder de dreadlocks gaf het duo een uitstekend concert. Voor ons, het publiek, was het ook duidelijk dat beiden zich heel erg thuis voelden in dat punkhol op de hoek in Kortrijk.
Pedretti, die op haar heel persoonlijke manier haar teksten declameert / schreeuwt / zingt / fluistert, niet met iemand anders te vergelijken eigenlijk, besloot halfweg op de toog te klimmen om haar excorcisme nog een extra indrukwekkend tintje mee te geven, zwaaiend met haar uitermate lange dreadlocks.
De muziek van Ovo is niet met die van een andere band te vergelijken. Het duo heeft doorheen de jaren een heel eigen stijl ontwikkeld die klinkt als een soort ontkankering, een sjamanistisch ritueel om alle ergernissen, misstanden en vreemde kronkels van zich af te gooien, culminerend in een catharsis waarbij publiek en band helemaal op zijn. Een emotionele, rituele zuivering als het ware waar iedereen die het na Body Void nog aan kon, gelouterd uit tevoorschijn kwam.
Of hoe een doordeweekse dinsdag veel indruk kan nalaten.