We zagen veel muzikanten samentroepen op het podium van de Gentse Charlatan. Beide geprogrammeerde bands zorgden voor negen stuks. Dat was gelukkig nog steeds minder dan het aantal geïnteresseerde muziekliefhebbers in de zaal. Nadine Appeldoorn uit Amsterdam, en nee we hebben niet gebeld, had haar band mee, en dit stelde haar singersongwritercapaciteiten als Mazey Haze in een gans ander podiumlicht. De avond werd echter ingezet met de verrassend sterke set van een Brusselse zangeres-gitariste, Judith Williquet. Judith kwam ook met vier opdagen en op een podium luisteren ze naar de naam Judith Kiddo (klemtoon op de ‘do’).
Je moet het gezien hebben om het te geloven, de kiddo uit Brussel heeft een charmante en speelse persoonlijkheid die ze met kinderlijke podiumgekte (kiddo weet je wel) accentueerde. Ze wisselde rustig gitaarspelen in de iets meer complexe gitaarsongs af met een masterclass podiumhuppelen, avondaërobics en tegelijk vocaal uitdagende uithalen waarvoor ze het microstatief zo ver mogelijk achter zich opstelde.
Judith Kiddo kwam haar album Ready To Heal voorstellen. Het titelnummer leek al meteen groovy popmuziek met een vrolijke onweerstaanbaarheid in de stijl van Lily Allen. Ze is lang niet de eerste en dus evenmin de laatste artieste die sombere teksten met moeilijke boodschappen verkleedt in lentefrisse melodietjes. Tja, iemand moet toch voor de lente zorgen niet?
Judith wisselt Engels met Frans af, dus kregen we al meteen Pour Quelques Dollars. Opvallend hoe dit nummer meteen typisch Frans klonk, en niet alleen omdat ze typische keyboards in de stijl van Yelle en La Femme liet aanrukken, maar des te meer omdat ze constant hoog en ijl zong. Voor een spoedcursus zingen in het Frans verwijzen we u graag naar Charlotte Gainsbourg.
We nemen onze tijd om het over dit voorprogramma te hebben omdat het een optreden lang erg boeide en intrigeerde. Wie zich een idee wil vormen over hoe gek Kiddo zich op een podium gedraagt, kunnen we de videoclip van Settle Down aanbevelen. Het is overigens een geweldig nummer waarin Kiddo vocaal imponeerde. Laverend tussen gejaagd zingen en bedwelmend hoog uithalen manifesteerde de song zich als een atypische artpopparel.
Caitlin Talbut kennen we van Bluai en wisselde bas af met keyboards. ‘Blond’ stond op haar basgitaar vermeld, en dat was terecht. De gitarist in de achtergrond schudde ook een paar straffe akkoorden uit zijn mouw.
Mal Barré ging over een giftige relatie met een man die de aanzet vormde om uit de lesbische kast te komen. De “it’s for the best” die erop volgde, vonden we persoonlijk eerder stigmatiserend voor de mannen in de zaal. Komt er een dag dat we geen concertzaal meer durven binnenstappen, gewoon omdat we man zijn?
Bescheiden gedanst werd er uiteindelijk enkel tijdens de set van Kiddo, en die bleef boeien tot de laatste noot. “Hanky Panky boy, how much can you destroy” werd verrijkt met heerlijk zuchtend gezang en is een droom van een song. Het is niet te verbazen dat Judith Kiddo zowel op Les Nuits als op Dour (laatste dag) te bewonderen zal zijn. Ze heeft knappe songs en kan een optreden lang verrassend uithalen. Only Loves Me When I Cry liet de comédienne in Judith naar voor treden, check die videoclip, en vormde een heerlijk bubblegumpophitje in spe in de finale. Het deed ons denken aan Karen O en haar Yeah Yeah Yeah’s. Haar muzikale helden zijn King Crimson, seventies psychedelica jawel, en Mariah Carey begot. Als we deze schijnbaar onverenigbare artiesten samen liedjes laten maken, dan klinken ze dus als Judith Kiddo. In ieder geval waren wij volledig mee met haar verhaal.
Mazey Haze had het toch lastiger om ons op dezelfde trein te krijgen hoewel ze niets aan het toeval overliet. Nadine verscheen in een lange witte regenjas op het podium, en dat na een zonovergoten dag. Die jas zou ze pas de laatste vijf minuten aan de kant leggen.
Juen Schütt drumde, Simon Christiaanse speelde bas, Allard de Bruijne hield zich rustig bezig met de knopjes en het kwintet werd rondgemaakt met gitarist Denzel Sprenkeling. Bij haar inspiratiebronnen circuleren ondermeer de namen van ABBA, Beach Boys en Françoise Hardy. Op een bepaald moment zei ze dat ze het knap lastig blijft hebben met het praten over emoties, en dat ze met het schrijven van nummers hiervoor een uitweg vond.
De band bracht onlangs haar tweede ep, Back To The Start uit. Het moet niet alle dagen ‘back to the future’ zijn toch? Die ep werd ingekleurd door haar voorkeur voor ondermeer Franse newwavecinema, Italiaanse filmmuziek en psychedelische rock uit de jaren zestig. Vooral het laatste was fel hoorbaar want met twee gitaren en een bas werd een stevig rockende sound door de zaal gejaagd.
Appeldoorn liet zich opmerken door haar knappe stem en de leuke manier waarop ze stond te zingen. Het feit dat ze steevast met de haren zwierde gaf niet alleen figuurlijk maar dus ook letterlijk de nodige schwung aan haar podiumprésence.
Het titelnummer van de ep opende de set. We hoorden meteen haar handelsmerk, dromerige synths, aanstekelijke baslijnen en een surfrockgitaar. Het is een beetje een vrolijke variant op de eerder neerslachtige droomrocksound van Tess Parks. Start Off Alone baadde in dezelfde sfeer, op de setlist nogal bizar afgekort… I Feel Like A Child en The Weight Of The Weekend waren snel gespeelde feelgood rocksongs en de manier van drummen liet behoorlijk wat seventiesklanken primeren.
De songs klonken organisch en heel logisch, en zo zijn ze ook geschreven. Vaak heeft ze een ritme of melodie in haar hoofd en als ze ‘in de song zit’ komen de teksten vanzelf.
A Turn In Berlin is een knappe song maar ondanks de zoete stem in het nummer hadden we eerder het gevoel dat het optreden wat pit of opwinding kon gebruiken. De meeste songs kenden een vrij vlak verloop en de luisteraar werd in slaapkamermodus gewiegd. Zelfs een pittige titel als Kill Me I Got You kon dat tij niet keren. Misschien lag het vooral aan het feit dat de chemie niet echt leek te pakken tussen Nadine en de eerste rijen in de zaal. ‘Slaapkamermodus’ horen we je denken? Jawel want de bandnaam is een verbastering van ‘ceiling gaze’, dat is dus gewoon plafondstaren. De iets oudere songs Headspin en Sad Lonely Groove zaten diep in de set en leken toch iets als een gestage opbouw naar een climax te willen genereren.
Het was voor dat laatste nummer dat Nadine haar jas weglegde. Nadine bleef – in tegenstelling tot Judith – op het podium staan en trakteerde ons nog op een cover van Please No More Sad Songs, vermoedelijk van de band The Idle Race.
Appeldoorn verraste alsnog tijdens het slotnummer door de daad bij het woord te voegen, want dat heette Always Dancing.
Mazy Haze speelde een uitstekend uitgebalanceerd optreden, met de wondermooie stem van Nadine en de geweldige ritmesectie achter zich. We zijn wel fan van weerhaken en verrassingselementen, en die waren er simpelweg in overvloed bij Judith Kiddo die met de meeste punten naar huis ging. Ze moest er niet eens zo ver voor rijden zelfs.