Tekst: Jef Versmissen
Foto’s: Dirk Wouters
Het was ijskoud in de Kempen, die zaterdagavond. Maar van die vriestemperaturen was niets te merken in zaal Lux, de legendarische Kempisch rocktempel in het hart van Herenthout. Uit onze diepte-interviews ter plaatse bleek al snel dat de strak in het pak zittende Ruben Block daar persoonlijk voor verantwoordelijk was. Alvast toch volgens het veelvuldig aanwezig vrouwelijke publiek. En toen moest het concert nog maar beginnen.
Toegegeven, we hadden de nieuwe plaat van Ruben Block en zijn band nog niet gehoord en we wisten niet waar we ons aan mochten verwachten. Het voorprogramma Jimmy Diamond beloofde alvast veel goeds. De wat stonede rock waaide sfeervol als een warme zomerbries door de zaal en bracht iedereen in een goede stemming. De Nederlandse band voelde zich zeer welkom en liet zich lekker relaxed en groovy gaan. Beetje Eagles, beetje War On Drugs, houden we wel van.
En dan was het tijd voor Ruben Block. Ooit in de jaren ’90 kwamen we hem al eens tegen in een duistere kroeg in Turnhout, toen nog met Sin Alley, en blies hij ons al uit onze sandalen. Later kwam dan Triggerfinger, waar hij echt los mocht gaan. Hier thuis laten we nog regelmatig Bring Me Back A Live Wild One door de boxen schallen. Waarbij de buren goedgezind in het ritme op de muur beginnen te kloppen. Maar verder geen zorgen, zou ik zeggen.
Terug dus naar de Lux. Ruben Block bracht enkele fijne muzikanten mee, waaronder Mario Goossens op de drum. Die moeten we niet voorstellen, gewoon een klasbak die zelfs van een soundcheck een spektakel maakt. Verder de supersubtiele gitarist Geoffrey Burton, een pompende bassiste Lies Lorquet en de psychedelische toetsenist Gilles Vandecaveye. En ondertussen hingen we al hinkelend wat te dansen.
Ruben Block breekt met Looking To Glide uit zijn comfortzone. En dat werkt bevrijdend. Ergens halverwege het concert begint hij zelfs in het Nederlands te zingen. Wat een openbaring is dat, en redenen genoeg om dat nog eens te doen. Maar voor de rest van het concert: steengoede nummers, minder ruw dan Triggerfinger, maar wel supercool. Het werd er alleen maar warmer van.
Hoogtepunten? Voor ons dat Nederlandstalig nummer, en ongetwijfeld ook Tripping Down dat wel eens de soundtrack van een hete festivalzomer kan worden. Het eerste bisnummer, waarbij Ruben Block solo zijn akoestische gitaar beroert, ongetwijfeld ook. Zo kwetsbaar hij daar stond, zo intens, zo intiem. Dat was topwerk.
Kijk, als een topvent als Ruben Block zichzelf opnieuw wil uitvinden, dan mogen wij dat als fans gewoon geweldig vinden. Triggerfinger komt ooit wel terug, en dan gaan we opnieuw volle bak headbangen en op de toog dansen. Maar deze relaxte trip is een waardevol alternatief. Geniet ervan, dat doen wij ook.