Een eerste live-optreden is vaak zenuwslopend voor een band. In deze tijden ziet dat ‘live’-aspect er net iets anders uit, aangezien er geen publiek aanwezig is en het optreden vaak vooraf opgenomen wordt, eer het online gaat. Maar misschien is net dat nóg zenuwslopender. En dat is precies wat Doodseskader deed. Op 25 en 26 maart namen ze een eerste volledige liveset op in CC De Herbakker in Eeklo, die op 4 mei gestreamd werd. Daarenboven volgden de artiesten Tim De Gieter en Sigfried Burroughs hun eerste optreden gewoon mee, tussen het publiek in de chatbox.
Met hun debuutalbum MMXX: Year Zero kerfden ze een half jaar geleden esthetische littekens in onze ziel, met een onmenselijk sterk geluid. Vanavond moest niet onder doen.
Lepers klinkt zwaarder, meer uitgerekt dan op het album. Zwaar zeurend, onder zware hartkloppingen van gelouterde zielen. In een majestueus klinkende diepe samenzang uiten zich vocale melodieën, geschreeuw, gebrul,… dat er even hard tegenaan gaat als het snaar- en drumwerk.
“Iets van jou, deed me spijt krijgen…”
De duivelse stem uit de duisternis doemt op in Meat Slut en wanneer de instrumenten de diabolische rol overnemen en branden als een uit de hand lopend vuurtje, neemt de zanglijn een hypnotiserend sfeertje over. Het zou Doodseskader niet zijn, moest die niet opgeschrikt worden door een auditieve aanval met staalharde riffs en doodslaande drums.
Dan krijgen we een cover van Drake, die niet op het album verscheen. “I’m a hearteater”, zingt Tim De Gieter in NonStop met een easy, onbezorgde tristesse… waarop De Gieter en Burroughs de track in pit laten uitbarsten. De contrasten die ze leggen, bezorgen zelfs de grootste heethoofden en de meest opgehitste konijnen kippenvel. De smaak van de dood omzetten in klanken? Ga even na hoe deze twee heren met hun instrumenten (inclusief stemmen) omgaan.
Als Apollo een tempel van een lijf had, moet dat van De Gieter een grafkelder zijn, want de bruskerende exclamaties die hij uitstoot in Illusion Of Self zijn onmenselijk sterk – terwijl Burroughs vrij melodieus, eerder grungy aan de slag gaat met zijn stem. En die combinatie past als lepels ineen en zorgt voor een hechte intensiteit.
Tranendal lijkt aanvankelijk de verklanking te zijn van een leeglopend tranendal gevuld door immens verdriet. Gaandeweg evolueert de track eerder als een rouwproces, waarin vooral ook weerstand, agressie, ongeloof, kwaadheid en woede een plek krijgen. Eén brok t(er)reurend harde emotie!
Alive & Not Well. Binnen dit genre kan je moeilijk van rap spreken. Spoken words dekt de lading echter nog minder. Rauw worden de lyrics gesproken aan ons opgedrongen. “Wathever the outcome is…”
Flitsende lichten op een glinsterende drum, een bloot bovenlijf. En geen greintje glamour te bespeuren. Wel een zwaar beladen, dreunend brute elegantie die we nog maar zelden mochten aanhoren. Een dierlijke sound, maar tegelijk ook zo beheerst. Als dit een straf was, dan zijn wij bijgevolg met één slag masochistisch geworden. Met plezier (maar dat is wellicht ook de bedoeling bij masochisme).
Het duo werd in stijl in beeld gebracht door Johan-Jacob Verscheure a.k.a. Jean-Jacques DuCraque die ook hun videoclips verzorgt.