Luminous Dash BE

Daughters + Arto, Botanique (11/04/19).

De programmator van de Orangerie van de vermaarde Botanique was duidelijk in form toen hij de uit de vergetelheid teruggekeerde dochters van de grindcore op één podium programmeerde met een gloomy arty Bolognees ensemble.  Zet u schrap voor het relaas van een onvergetelijk, zintuiglijk bevreemdend en vooral angstaanjagend avondje met Daughters en Arto.

Na een lekkere en best pittige Penne all’ Arrabiata in het Bota Café werden we meteen op onze wenken bediend want opener Arto komt uit Bologna.  De broertjes Cavina (Luca op bas en Simone achter de vellen) laten zich omringen door twee linkshandige gitaristen. Weinig relevant hoor ik je denken? Klopt, maar echt alledaags is het niet, en dat geldt ook voor de muziek van Arto. Arto staat voor ledemaat en doet iets eigenzinnigs met steevast donkergelaagde gitaarakkoorden en ritmische en vaak atypische postrockdrums. Het louter instrumentale geheel klinkt als cinematografische gloomscapes en doet denken aan een kruisbestuiving tussen pakweg  Zu (zal geen toeval zijn want welke alternatieve Italiaan is nu eenmaal niet door Zu beïnvloed?), Nought en Statue. Het geheel is kil en blijft aan de ribben hangen, hoewel er veel inlevingsvermogen gevraagd wordt om meteen op het juiste spoor te zitten. Ons konden ze in ieder geval een half uur lang boeien en we kunnen hun debuutplaat Fantasma dus uitermate aanbevelen.

Daughters, een noiserockband uit Providence, Rhode-Island, is een verhaal apart. De band trok de stekker uit haar ziedende materie in 2010. Het verhaal is hyper-Amerikaans en smeekt om een verfilming maar laten we het er gewoon op houden dat de comeback in 2018 vooral verrassend was, ook omdat de bijhorende plaat You Won’t Get What You Want een optater van jewelste was.  Gitarist Nick Sadler en zanger Alexis Marshall laten zich op het podium extra omringen door keyboardiste Lisa Mungo en bassist Chris Slorach. We maakten ons op voor een muzikale happening met een intensiteit die zijn gelijke niet kent.

De muziek van het sextet is een aantrekken en afstoten van melodische composities, verscheurende gitaarpartijen, gruwelijk vervormde keyboardklanken en beukende drums. Dit geheel wordt op het publiek losgelaten door een orkestmeester die alle uiterlijke kenmerken van een niets ontziende psychopaat vertoont. Alexis Marshall verscheen strak in het pak met een lieflijk bloemenhemdje maar maakte meteen duidelijk dat er geen bloemetjes  gezaaid worden op zijn podium. Een blik op zijn bloedend voorhoofd volstond hiervoor. De band stak met The Reason They Hate Me en The Lords Song op een eerder logge manier in een brij van noise van wal waarbij het gebrul en gesis van Marshall onvoldoende aan de oppervlakte kwam. Of deze wetenschap hem pisnijdig maakte of hij eerder zijn opgekropte woede en diepgewortelde haat voor microfoons als katalysator gebruikte om het ‘gewone’ optreden te laten ontsporen in een angstaanjagende noiserockperformance is niet meteen duidelijk.

Feit is dat er vanaf Long Roads, No Turns geen houden meer aan was. De band werd mee opgezweept in het hyperkinetisch over een weer rennen van Marshall die ondertussen al één microfoon de vernieling had in gemept. Hij zwaaide vervaarlijk heen en weer met het microstatief waarbij hij ei zo na een paar hoofden op de eerste rij dreigde te scalperen.  De weg naar een finale met songs als Guest House, Daughter en Ocean Song lag geplaveid op een pad van horror en verderf.

Hij schreeuwde zichzelf uit de naad, zocht op erg provocerende wijze contact met het publiek en niemand durfde de confrontatie echt aan. We vreesden dan ook even voor het leven van een fan die wat stond te huppelen op het podium en er met schrik in de ogen snel af sprong toen Marshall zijn ongenoegen liet blijken. Toen hij voor onze ogen een bekertje bier kapot klopte op zijn met bloed doorlopen voorhoofd wilden we bij voorkeur onder het podium duiken, just to feel safe. Was zijn voorhoofd het resultaat van een wonde die nog niet was geheeld? We hebben het niet durven vragen. Net zomin mijn rechterbuur nog veel zin had in zijn pint nadat Marshall er ostentatief twee vingers in stopte met een demonische blik in de ogen. ‘Hij mag het verder uitdrinken’ stamelde die lichtjes onder de indruk. We zwijgen verder zedig over de andere vunzigheden die zich op het podium ontplooiden.

Ondertussen stond de band zichzelf bijna voorbij te spelen in de ADHD-rollercoaster die Marshall voor hen als een rode loper had uitgerold. De noiseterreur van de plaat werd tijdens een ziedend laatste half uur moeiteloos overtroffen en we moesten onwillekeurig denken aan Gilles De Coster en zijn programma De Mol. Het programma werd dit jaar verfilmd in Vietnam. Een optreden van Daughters doet denken aan een ondoordringbaar oerwoud waarin een nerveuze cast aan deelnemers zich een weg probeert te banen doorheen de muziek die alsmaar opzwepender en moeilijker te vatten is. En dan stuit de groep plots op Marshall die briesend met een gigantische machete opdoemt en dan is het letterlijk vrouwen en daughters eerst. Ieder voor zich en maak maar dat je weg bent! Met een fluim in de nek kom je goed weg!

Wie er gisteren bij was in de Orangerie en dit leest, weet waarover we het hebben. En proficiat, je hebt het overleefd!

fotografie: copyright @ Hans Vermeulen

Mobiele versie afsluiten