Over coverbands lopen de meningen wat uiteen. Waarom bestaan ze? Hebben we niet genoeg aan het origineel? In het geval van Curtis is dat natuurlijk wel eventjes anders. Af en toe ontmoet je wel iemand die beweert dat hij ooit Ian Curtis aan het werk zag in Plan K, maar geloof ons: het aantal mensen die een Joy Division-concert zagen zijn toch eerder schaars.
En dus moeten we het maar met coverbands doen. Pientere jongens zullen misschien wel opmerken dat we ook nog Peter Hook & The Light hebben, en hoewel de man uit Manchester the real thing blijft, behoort Curtis tot de top.
Het vreemdste aan de zaak is dat Curtis wel een Joy Division tributeband is, maar een zeer eigen stijl hanteert. Zanger Peter beweegt wel eens zijn handen met golvende bewegingen net zoals Ian dat deed, toch heb je geen enkele seconde het idee dat je naar een imitator kijkt en dat maakt Curtis zo uniek, en beter dan de rest.
Een ideale band dus om uit te nodigen op een dekenijfeest van een plaats die omringd wordt door alternatieve muziekcafés waar heel wat Belgische muziekgeschiedenis werd geschreven. Curtis had er in de verste verte geen problemen mee om de Vlasmarkt in een feestplein om te bouwen met rauwe postpunk van het harde kaliber die door merg en been gaat.
Als je Curtis ziet, stop je ook om flauw te doen over coverbands, want deze vier Vlamingen geven je gewoon het gevoel dat de fans hadden toen ze ergens in 1978 de legende aan het werk zagen. En, tussen ons gezegd en gezwegen, Curtis heeft zo veel talent dat je eigenlijk hoopt dat ze geen tribute band blijven.