Tekst en foto : Hendrik Hindrex
“In het Concertgebouw is het zeer dikwijls feest, je weet toch nog dat zelfs Randy Newman daar ooit is geweest.” Kris de Bruyne wist het 48 (!) jaar geleden al.
Op 2 september was het weer van dattum: de oude entree aan het Museumplein werd heropend en dat mocht gevierd met een serie miniconcerten. De Belgische band Ão was van de partij en verzorgde zeven indrukwekkende sets van twintig minuten. De Koorzaal (capaciteit van 150 m/v) met de gecapitonneerde wanden bleek uitermate geschikt voor de verfijnde saudade van Ão.
Zelf omschrijven ze zich als “Electronics and poppy ambient meets traditional rhythms and saudade”. Brenda Corijn en haar muzikanten Siebe Chau, Jolan Decaestecker en Bert Peyffers geven een magistrale swing aan het begrip saudade. Uit ons interview – later te lezen op deze site – met Brenda bleek al dat de Portugeestalige teksten de weemoed en het verlangen van de saudade bevatten. Maar er is meer aan de hand: de drie heren kleuren buiten de lijntjes van de traditionele muziek zonder de prachtige stem van Brenda te domineren. Het beklijft.
Rond Ão heerst inmiddels een buzz. Met een goed gevulde concertagenda voor dit najaar én een eerste elpee in het vooruitzicht kan 2023 wel eens hét jaar van deze band worden. Noteer alvast de datum: op 6 oktober is de elpee verkrijgbaar bij de betere platenboer.
We woonden het derde setje van de zeven miniconcerten bij. Dat begon met Meninas. Het nummer gaat over je gevoelens volgen om je sterker te voelen. De hoge ijle stem van Brenda doet ons hier even denken aan de Bristolsound van midden de jaren 90. Als we tijdens het parlandostukje even onze ogen sluiten, voelt het dan weer alsof we het terrasje van Mercaria & Cafetaria A Pracinha doen op het magnifieke Praça da República in Beja. Zoals zo vaak in Portugal, hoor je er muziek en gesprekken uit openstaande ramen. Dat lijkt ook vervat in de intro’s: terwijl Brenda het volgende nummer verklaart, borrelen allerlei geluiden op.
Dat tweede nummer is Avó. De Avó uit het liedje is een grootmoeder die precies aanvoelde wanneer er krokodillen de Zambezi onveilig maken. Niet zwemmen dus! Brenda kreeg het verhaal mee van haar moeder. Saudade met een Mozambikaans kantje. Niet verwonderlijk dat de percussie van Bert Peyffers in dit nummer erg aanwezig is. Maar ook Siebe en Jolan spelen subtiel. Hier wordt muziek op hoog niveau gemaakt. Geen krokodillentraantjes dus.
Het derde liedje is O vazio, de leegte. “Het verlangen naar even niks”, zegt Brenda hierover. Het nummer verscheen drie dagen later – inclusief video – op de gebruikelijke sites. Zoals wel vaker bij de betere muziek, hebben meer dan één luisterbeurt nodig om het nummer volledig te doorgronden.
Afsluiten doen ze met Tudo Mudou, het nummer over een relatie waarin alles veranderd is. En over het verlangen om terug te keren naar hoe die relatie vroeger was. Tijdens het nummer beginnen twee kindjes te dansen: een onverwacht cadeau voor Brenda, die de pogokids een applausje gunt. Niet veel later horen we een baby huilen. Heel even maar. Was het een effect geïnspireerd door The kids van Lou Reed of was het gewoon een Amsterdamse baby’tje met een lege maag? Sommige dingen hoef je niet te begrijpen om ze leuk te vinden.
De bandleden komen tussen de optredens even de zaal in. Opvallend hoeveel mensen Brenda en co willen groeten of feliciteren. Tussendoor bedenken ze nog even de volgende setlist. Zowat alle bekende liedjes komen langs. Voor het laatste luikje van twintig minuten wordt gekozen voor de uptempo-nummers. Meteen een heel andere vibe. Druk gebruik van orgelpedaaltjes en experimentele klanken. Alsof de band ons duidelijk wil maken, dat ze nog veel meer in hun mars hebben. Alles klopt aan Ão, zelfs de verwachtingen.
Het was vermoedelijk niet het opzet van de organisator, maar ik woonde uiteindelijk vijf van die zeven setjes bij. Eindoordeel: niet het maximum van vijf, maar zes sterren voor Ão. De zesde ster is voor het sprekend gemak waarmee deze band het publiek inpakt, betovert en tot luisteren dwingt. Wat een belevenis! Maar tegelijk bedenken we ook dat we deze band in Portugal willen zien. Gewoon omdat bolos d’amêndoa nu eenmaal nog beter smaken in het land van de amandelbomen.
Het gebeurt niet zo vaak dat alle ruimtes van het Concertgebouw tegelijk toegankelijk zijn. Vóór we – nog steeds beneveld door de saudade van Ão – het pand verlaten, kuieren we door het iconische cultuurpaleis aan de het Museumplein. We lopen door tot in de Grote Zaal, waar ooit Janis Joplin, Pink Floyd en Frank Zappa speelden. De dekselse Keith Moon tuimelde er van het podium tijdens een concert van The Who. De Amerikaanse band The Doors speelde er in 1968 zonder Jim Morrison: tijdens dat concert vocht de legende in het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis tegen zijn bekende demonen. Het concertgebouw werd in 1975 bezongen door Paul McCartney en zijn Wings op de elpee Venus and Mars, al had Macca het over het ‘Concertgebow’ (sic) in het nummer Rock Show. In 1963 zong Jacques Brel er Amsterdam. Maar die vertelde er dan weer niet bij dat zijn nummer eigenlijk over het Antwerpse schipperskwartier ging.