Esya, de artistieke nom de plume van Ayse Hassan, kwam haar zwaarbeladen electro afvuren op een aardig gevulde rotonde van de Brusselse Botanique. Ze was geïnviteerd door de soulrockers van Algiers en is natuurlijk gekend voor haar rol als badass bassiste van het onvolprezen Londense guerillagroepje dat luistert naar de naam Savages. Eeuwigdurende roem en adoratie verzekerd, ook al omwille van haar nevenproject met Kendra Frost in Kite Base. Hier doet ze het op haar dooie eentje en hoe!
Een half uur lang werd de Botanique getrakteerd op een rijk gevulde trip down electro lane. Eén keer slechts nam de basvirtuoze haar instrument ter hand voor een kort intermezzo maar het waren vooral haar danspasjes en de zorgvuldig opzwepende donkere beats die ze uit haar launchpad en synthesizer wrong die de aandacht naar zich toe zogen. Dat klonk erg gevarieerd en nooit zwaar op de hand, vooral omwille van de aanstekelijke manier waarop Ayse het podium inneemt. Het had nog een pak intenser kunnen zijn indien de batterij instrumenten van Algiers niet in haar weg hadden gestaan vertelde ze ons achteraf.
Denk aan een soort Soulwax-opbouw met een Cure baslijn en dompel dit een hele nacht in een grote ketel Kraftwerk en je kan zo mee shaken op de tonen van haar geesteskindjes. Teksten over ‘everything and nothing’, of gewoon ‘lost’ passen ook gewoon bij de donkere maar toch toegankelijke electrodub die de sympathieke Ayse op een verrassend schuchtere manier bracht.
Het vijftal Algiers uit Atlanta Georgia speelde nadien een set van ruim anderhalf uur in de meest sobere belichting aller tijden. Spaarzaam blauw licht zorgde voor een monotoon licht dat eigenlijk een beetje profetisch zou blijken voor de teneur van de set. Ze hadden de gloednieuwe derde plaat There Is No Year meegebracht die een perfect beeld schetst van de vrij unieke sound van de band, een combinatie van meerdere genres, een samensmelting van postpunk, soul, noise en gospel. Franklin James Fisher is hiervoor de enigmatische frontman die afwisselend piano, launchpad, gitaar en microstatief bespeelt en nog steeds over een winterwarme gouden stem beschikt
Keyboardspeler en basgitarist Ryan Mahan is nog steeds de androgyne hofnar van dienst en liet meermaals zijn elasticiteit bewonderen. Stel vooral geen vragen (sic). De variatie viel vooral in het eerste luik van de set te bewonderen met een heerlijk Unoccupied en het withete Void. Opzwepende postpunk, met een funky groove, fijne meerstemmigheid en een subtiele synth. Ook erg straf was het soulvolle Hour Of The Furnaces, misschien wel het hoogtepunt en terecht vlak voor de bisreeks gespeeld. 2 types van songs waarin de band excelleert. We Can’t Be Found ademt diezelfde eighties popvibe uit. Ook Dispossession met haar symbiose tussen electro en soul weet zieltjes te veroveren.
Maar dat waren slechts schaarse lichtpunten in een set die te uitdrukkelijk flirtte met het etiket “slaapverwekkend’. De vibe die normaal door hun set gonst ontbrak, het vuur werd nooit aan de lont gestoken. Naarmate de set vorderde leek de band zich wel in een soort trance te spelen wat ook een positieve impact had op de dansende deining in de Rotonde, maar daadkracht en bezieling waren doorgaans ver zoek. Gelukkig was er nog het bijtende Animals uit hun vorige plaat, een nummer met een live-bezieling waarvan we bij een doorsnee Algiers-concert vaker staalplaatjes te horen krijgen.
Vreemd genoeg speelde de band een toegift van een half uur, wat op zich zelfs nog het zwakste deel van de set was omdat het vervaarlijk begon over te hellen naar overdreven soul en ‘kijk eens welke briljante lappen rockopera wij serveren’. De band amuseerde zich kennelijk kostelijk maar het waren vooral nieuwkomers op een Algiers-concert die best tevreden waren. De oudgedienden bleven wat op hun honger zitten. Nog dat geluk dat Esya een goed gevuld voorgerecht had geserveerd. Jammer dat we daar geen 2de portie van genomen hebben.