Luminous Dash BE

THE MILK FACTORY.

Aula, zo heet de ep van The Milk Factory. We gingen erover praten met Edmund Lauret en Thijs Troch, de oprichters van de jazzband.

Vanwaar de naam The Milk Factory?
Edmund Lauret: Een vriend van ons heeft die naam bedacht meer zit er niet achter. We vonden dat een leuke naam.

(c) Leon De Backer

Hoe is de band ontstaan? Wat was de aanleiding?
Edmund Lauret: We hebben ooit eens als duo opgetreden. Sommige zaken werkten toen heel goed en het waren in het algemeen stille, mooie en eenvoudige ideeën. Nadien zijn Thijs en ik samengekomen en hebben we beslist om een band op te richten. Daarna hebben we mensen waarvan we dachten dat het goed zou werken, gevraagd om mee te spelen.

Hoe hebben jullie gekozen wie zou aansluiten bij de band? Zijn jullie eerder afgegaan op muzikaliteit of waren het mensen die jullie al goed kenden?
Edmund Lauret: Ik denk dat het een combinatie was van de twee. We hebben gekozen voor muzikanten waarvan we dachten dat ze goed zouden passen bij onze muziek. Aangezien we samen moeten repeteren en soms lang in de auto zitten, is het ook wel belangrijk dat we goed overeenkomen. Ik zou niet graag samen spelen met mensen met wie ik absoluut geen band heb.
Thijs Troch: Ik kende Viktor niet zo goed, meer van ziens. Ik had ook maar één keer met hem gespeeld. En Kobe kende ik ook niet zo goed, maar dat is ondertussen al ongeveer vier of vijf jaar geleden.

Hoe lang bestaan jullie al?
Edmund Lauret: We bestaan ongeveer vier jaar. We hebben ervoor gekozen om de muziek te laten rijpen voordat we in de studio zouden gaan.
Thijs Troch: We hebben eerst redelijk veel gespeeld en dan een ep opgenomen, en met dat materiaal gespeeld. Niet zo heel veel, wel toffe optredens en enkele malen gespeeld met het nieuwe materiaal vooraleer we dat hebben opgenomen.

De blazerssectie speelt een belangrijke rol op de plaat inzake melodie, hebben jullie bewust voor de klankkleur van dwarsfluit en blazer gekozen, of was het eerder door de muzikaliteit van de muzikanten zelf?
Thijs Troch: Nee we hebben gewoon die mensen gevraagd. Die speelden toevallig tenorsaxofoon en fluit.
Edmund Lauret: Dat is dan de klank van de band gaan bepalen natuurlijk.

Maar ook piano en gitaar…
Edmund Lauret: We spelen sowieso in een bezetting dat ik nog niet vaak heb gehoord.
Thijs Troch: Je zit met piano en gitaar, je hoort dat niet zo vaak omdat die instrumenten vaak eenzelfde functie vervullen.

In die context klinkt de muziek soms zweverig maar heel spaarzaam. Soms is er een tokkel gaande en dan uit het niets komt er een piano boven.
Edmund Lauret: Ik denk dat als je met zes bent dat het niet anders gaat.
Thijs Troch: Dat maakt het ook leuk, je moet niet altijd spelen er is altijd iemand die de muziek draaiende houdt.

Thijs, naast piano zien we je ook zelf akoestische gitaar spelen, kan je hier iets meer over vertellen?
Thijs Troch: Als ik voor The Milk Factory schrijf, doe ik dat op akoestische gitaar. Ik vind het leuk om in de zetel gitaar te spelen en het is een leuke insteek voor de band om op die manier te schrijven.
Edmund Lauret: Ik vind dat ook leuk voor de plaat dat we zo een nieuwe klankkleur hebben. Het houdt het ook wel interessant, die akoestische gitaar.
Thijs Troch: Het zou raar zijn om wat ik schrijf op gitaar over te zetten naar piano. In principe gaat dat wel. Maar uiteindelijk is dat een beetje raar, op gitaar voelt het anders aan dan op piano. Drieklanken op piano duwen je soms in een bepaalde richting terwijl dat op gitaar vaak zoveel referenties heeft naar pop, rock of folkmuziek.

Klopt het dat jullie een bewuste afweging hebben gemaakt over wat het uitgangspunt van de band zou worden?
Thijs Troch: We vertrouwen elkaar. We hebben misschien wel een aantal uitgangspunten maar als we merken dat de muziek een andere richting opgaat, zullen we wel volgen. Dat komt misschien door onze achtergrond als jazzmuzikant. Dat is hoe wij muziek spelen. We hebben meer een gestructureerde manier van werken in deze band, maar als de muziek ergens anders naartoe gaat, zullen we zeker volgen.

Jullie schreven de composities samen met Kobe Boon, hoe gaat dat dan precies? Schrijven jullie de volledige compositie zelf of nemen jullie ideeën mee naar een repetitie en maken er dan samen een song van?
Edmund Lauret: We pakken meestal een basisidee of leadsheet mee. De melodie en de akkoorden zijn vaak uitgewerkt, maar de arrangementen en de structuur niet. Het is dan een beetje zoeken naar wie welke rol op zich zal nemen.
Thijs Troch: Bij mij is het meestal niet meer dan een gitaartokkel.

Neem je dan een simpel idee mee?
Thijs Troch: De vorm is er wel maar vaak schrijf ik dat achteraf op voor de duidelijkheid. Grotendeels neem ik mee wat ik dan op gitaar zal spelen. Edmund en Kobe brengen meestal een leadsheet mee.

Melodie heeft wel een bepaalde functie maar wat daaronder gebeurt ligt dat vast of kan dit zoals bij een jazzimprovisatie altijd anders zijn als jullie spelen?
Edmund Lauret: Er zijn vaak één of twee muzikanten die meer vrijheid nemen en de andere muzikanten hebben meer een vast omschreven functie. Vaak speel ik dan dezelfde tokkel. Maar in andere nummers heb je meer vrijheid en kan je al meer spelen met het materiaal dat je hebt. Het hangt af van de functie die je hebt binnen een nummer.
Thijs Troch: De structuur van het nummer ligt wel vast. Er is plaats voor improvisatie maar die is vaak omkaderd. De manier van denken uit improvisatie passen we wel toe maar is niet het uitgangspunt van onze muziek. De band zal niet elke keer drastisch anders klinken.
Edmund Lauret: Door de nummers vaak te spelen, merk je waar er meer vrijheid kan worden genomen.
Thijs Troch: Het is wel zo dat wanneer we naar een opname toewerken, we zaken wel vastleggen. Wat niet uitsluit dat het nadien anders kan klinken.

Hoe is de sfeer binnenin de band als jullie op het podium staan? Zoeken jullie een bepaalde state of mind op vooraleer jullie een optreden spelen?
Thijs Troch: Bij mij komt dat automatisch als ik het podium op ga. Het eerste nummer begint en dan wijst zich wel uit wat ik ga doen. Een beetje klimatiseren aan de omgeving en dan zien dat je in de muziek geraakt. De laatste keer hadden we de set strikt vastgelegd: hoelang de pauzes tussen de nummers duren en wie wat gaat zeggen. Op die manier konden we de vorm bepalen van het optreden. Het kan beperkend lijken maar het geeft ook rust om je binnen die vorm op je gemak te voelen.

Kan je op die manier de aandachtsboog langer gespannen houden?
Thijs Troch: Ja de nummers stoppen wel maar het is wel de bedoeling om de concentratie vast te houden. Het is ook zoals bij een popoptreden dat nummers van drie minuten altijd de aandacht onderbreken en je zo uit de muziek wordt getrokken. Bij een improvisatie optreden zit je vaak met een boog van een uur en dat is dan weer te veel. De maximale concentratie lengte is misschien dertig of veertig minuten?

Wat zijn jullie muzikale invloeden en inspiratiebronnen tijdens het schrijven?
Edmund Lauret: Ik probeer daar niet moeilijk over te doen, je wordt zo vaak beïnvloed door wat buitenaf gebeurt en muziek die je hoort. Al gebeurt dat zeker niet bewust.
Thijs Troch: Ik probeer voor The Milk Factory te schrijven wat ik zelf mooi vind.
Edmund Lauret: Ik ook, als er invloeden van buitenaf zijn dan is dat maar zo.
Thijs Troch: Op akoestische gitaar luister ik vaak naar John Fahey en wellicht dat dit mijn composities beïnvloedt. En dan maak ik een oefening voor mezelf hierop.

Wat zijn de ambities van de band?
Edmund Lauret: In eerste instantie een releaseconcert met de plaat. Dat kan even duren en op een gegeven moment zullen we nog iets opnemen.
Thijs Troch: Gewoon muziek blijven maken en spelen denk ik. Hopelijk wat in het buitenland spelen. Het zou wel fijn zijn als er in België mensen zouden komen kijken. Dat we een mooi publiek hebben. Ik ben wel nieuwsgierig naar wat de mensen ervan gaan vinden. Je kan dat moeilijk inschatten.
Edmund Lauret: Het is nog een beetje afwachten, we weten niet hoe de plaat zal onthaald worden.

Er zijn al twee nummers gereleaset, hebben jullie hier goede feedback op gekregen?
Edmund Lauret: We krijgen daar goede reacties op.
Thijs Troch: Veel vrienden zeggen dat ze het mooi vinden, inclusief mijn ouders.

En vinden jullie dit een bevredigende reactie?
Thijs Troch: Dan moet je al eerder naar meningen van muzikanten gaan vragen. De meeste mensen zijn niet op zo’n diepgaande manier met muziek bezig zoals muzikanten. Als maten dan zeggen ‘super schoon’ vind ik dat al goed omdat ik vaak andere muziek maak. Het wordt wel vaak gezegd ‘mooi’ maar dan weet je nog steeds niet wat het juist is.
Wij hopen dat er leuke reacties komen en dat er wat platen verkocht worden.

Is er een verband tussen de foto’s van Aaron Lapeirre en jullie muziek?
Edmund Lauret: Wij hebben beelden gekozen uit Aarons reeks rond beelden die rust en eenvoud uitstralen. In dat opzicht vinden we dat de foto’s erbij passen. Zo is er ook een relatie tot de eerste ep. Die foto heeft de moeder van Thijs gemaakt.

Mobiele versie afsluiten