Vanaf 11 januari ligt Kern, het nieuwe album van Stef Bos in de winkel. Op 19 januari zal hij dit album integraal voorstellen in de AB in Brussel. Luminous Dash sprak naar aanleiding hiervan met de Nederlandse singer-songwriter die moeiteloos switcht tussen Kaapstad en Wachtebeke. Volgens hem moet je de kern niet zoeken waar je denkt dat hij is maar opvissen wanneer die je pad kruist, zoals dit interview bijvoorbeeld.
Proficiat met uw zestiende studioalbum Kern. Hoe ben je bij deze titel terechtgekomen?
Vorig jaar zat ik met de band in een kleedkamer in Utrecht en we hadden net een nog uit te komen plaat afgewerkt in de studio. Dat proces liep zo vanzelf waardoor we ons afvroegen: “Wat gaan we nu doen?” Toen kregen we het idee om eens een paar gewoonten te doorbreken en opeens kwam het woord kern in me op, het proberen om het meest wezenlijke te zoeken. Zo is Kern ontstaan.
Lijkt niet gemakkelijk om daar dan gepaste teksten voor te schrijven, hoe heb je dat gedaan?
Ik ben de hele wereldliteratuur ingedoken en had er fantastische mooie zinnen uitgehaald totdat ik een gesprek had met mijn oudste zoon. Ik vroeg hem wat hij later wou worden als hij groot is en bij wijze van grap wou hij dit ook aan mij vragen. Toen versprak hij zich en vroeg hij: “Papa, wat wil jij later worden als je dood bent?” Opeens viel ik stil, wat voor een zin was dat? Je moet de kern dus niet zoeken waar je denkt dat hij is, maar opvissen wanneer je die op je pad tegenkomt en waaraan je dikwijls geen aandacht geeft. Op die manier ontstonden de meeste nummers.
In de titelsong ontdekten we deze wondermooie zin: ‘Maar je vindt jezelf altijd weer terug in de ogen van een ander’. Hoe kwam je deze zin tegen op je pad
Ik stond ’s morgens vroeg op het perron in het station van Berlijn met een paar honderd mensen en niemand praatte met elkaar, maar iedereen keek op zijn telefoon. Ik vond dat een heel fascinerend beeld, net als in een sciencefictionfilm van dertig jaar geleden. Het leken wel spoken die keken naar een lichtgevend ding. Doe dat zelf ook dus het is niet belerend of zo, eerder een fascinerende vaststelling. Wij zoeken onszelf dikwijls in onszelf maar je leert jezelf pas echt kennen in de ogen van een ander. Die beelden krijg je eigenlijk cadeau en het is maar de vraag of je er iets mee doet of niet.
Zijn we tegenwoordig teveel op onszelf gericht?
We moeten proberen om de dingen rondom ons te blijven zien, daar gebeuren wonderlijke zaken maar we zien het niet altijd, ik ook niet hoor! Maar het is wel belangrijk om ons hiervan bewust te zijn en ervoor open te staan. Als mensen elkaar tegenkomen die nieuwsgierig zijn en voorbij zichzelf willen kijken, dan wordt het interessant. Dat zijn de interessante ontmoetingen!
Je schrijft teksten aan de lopende band. Je lijkt over een vat vol inspiratie te beschikken?
Als je schrijft over dat wat je het meest bezighoudt heb je aan inspiratie geen gebrek. Dat heb ik van Raymond van het Groenewoud geleerd. Hij zei: ”Als je honger hebt moet je over honger schrijven”. Hij had daar absoluut gelijk in!
Je was onlangs te gast bij De Madammen op Radio 2 en je bracht daar live Later Als Ik Dood Ben. Na afloop was je zelf wat geëmotioneerd. Is dat ook de kern, dat wij moeten zoeken naar zaken die ons raken en daarin verder gaan?
Ik heb dat niet zo dikwijls op zulke momenten omdat er in de media heel veel kan gebeuren waar je rekening mee moet houden. Op dat moment realiseerde ik me opeens dat er twee moeders (presentatoren Anja Daems en Cathérine Vandoorne, nvdr) zaten te luisteren. Toen besefte ik niet dat ik voor de radio aan het zingen was en opeens kwam dat nummer als een boemerang terug. Dat is wel wat ik samen met de band zoek in muziek en dan pakt me dat op het einde ook. Dat is dan geen sentiment, op dat moment ben je alles en niets en dat is een fantastisch gevoel!
Het lijkt alsof je steeds op zoek bent naar evenwicht en een soort van harmonie. Zo nam je de nieuwe plaat op in Wachtebeke en speelde je de eerste try-outs in je thuishaven in Zuid-Afrika. Ervaar je dat zelf ook zo?
Ik kwam op een gegeven moment in Zuid-Afrika terecht en toen voelde ik opeens dat dat mijn wereld was. De enige verbinding die ik toen had met Zuid-Afrika was de taal maar tussen de Vlaamse cultuur en de Afrikaanse cultuur zitten veel connecties. Ik switch de laatste tien jaar moeiteloos tussen Kaapstad en Wachtebeke. Dat is voor mij dezelfde wereld geworden, die afstand is niets meer. Het is inderdaad een soort evenwichtsoefening die voor mij de dynamiek erin houdt. Ik heb het nodig om regelmatig te kunnen switchen.
Wat bedoel je daarmee?
De songwriterspositie is er één van de buitenstaander, je moet de wereld rondom observeren en dat is makkelijker als je er af en toe wat afstand van neemt. Voor wat het waard is, is het ook mijn functie. Ik zie dat ook bij Bob Dylan, Randy Newman of James Taylor, dat zijn muzikale verslaggevers. Het ene bericht is al wat interessanter dan het andere maar dat is wat ik ook graag doe. Zo constateerde ik dat onze jonge geluidstechniekers de meest uiteenlopende muziekgenres door elkaar beluisteren, terwijl dat in onze tijd gewoon ondenkbaar was.
Vroeger luisterde men meer naar eenzelfde soort muziek?
Ja inderdaad, wij komen uit de tijd van de muzikale moraal of het nu muziekblad Oor was of de Humo. Wij moesten bepaalde muziek goed vinden, anders hoorde je er niet bij. Tegenwoordig is de jeugd eclectisch. Sinds het Internet er is, is er een enorme vrijheid qua muziekkeuze ontstaan, veel anarchistischer dan vroeger.-
Je bracht de laatste jaren bijna elk jaar een plaat uit en je lijkt productiever dan ooit. Heb je daar een verklaring voor?
Na de eerste plaat was ik enorm zoekende en na tien jaar kreeg ik moeite met de gang van zaken. In 2001 ging ik dan weg bij mijn platenfirma en nam het heft in eigen handen. Dat was een heel goede beslissing. Ik had toen geen zin om mezelf te verkopen en geloofde meer in de organische processen. We hebben dan zo’n vijf jaar enkel live gespeeld, wat misschien wel de essentie is van muziek. Rond 2005 kwam ik met de band terug bij elkaar en schreven we opeens nieuwe nummers aan de lopende band. De trein is toen terug vertrokken en die rijdt nog steeds op volle vaart. Als je openstaat voor elkaar en de boel niet probeert te manipuleren dan loopt dat proces als een trein. Zo zijn er eigenlijk al drie projecten die qua songs al bijna afgerond zijn.
Het digitale tijdperk heeft ervoor gezorgd dat de muziekbusiness zich wat verlegd heeft waardoor de nadruk vooral ligt op het live spelen. Wat vind je daarvan?
In het begin was het voor mijn generatie wel even lastig omdat de verkoop van cd’s kelderde en deze vanaf toen vooral na een voorstelling verkocht werden. Dat we muziek nu zo’n honderd jaar kunnen vastleggen is tof maar is niet de essentie van muziek. We kregen vroeger les over de theorie van Herman Teirlinck. We leerden dat architectuur de maat van de ruimte was, schilderkunst de maat van het vlak en muziek was de maat van de tijd, dat vond ik fantastisch uitgedrukt. Je speelt een nummer live en nadien bestaat het eigenlijk enkel nog in de herinnering van mensen als het goed is. Zelfs al zet je een plaat op en je luistert ernaar dan gebeurt er iets met je op dat moment en dat moment is het meest waardevolle. Doordat er nu meer live gespeeld wordt dan ooit is de muziek teruggekeerd naar zijn essentie.
Er zijn al een paar try-outs achter de rug. Hoe verliepen die?
Dat was heel fijn, de nieuwe nummers lieten zich heel gemakkelijk spelen. Vanaf de eerste keer met de band verliep het allemaal heel vlot. We speelden deze keer ook met een setlist en we stonden van in het begin op scherp!
Spelen jullie alle nieuwe nummers live?
Ja, er zitten natuurlijk ook wat oudere nummers tussen zoals Vuur. Dat was op aanraden van mijn vrouw en daar hebben we toch wat aan moeten sleutelen om dat live goed te kunnen brengen.
Het publiek verwacht waarschijnlijk dat jullie Papa en Is Dit Nu Later elke avond spelen, vind je dat jammer?
Het publiek zit niet te wachten op Papa, Is Dit Nu Later of Wodka. Mensen willen geraakt worden, dat is alles wat ze willen. Althans, zo bekijk ik het. Ik zing Papa nog steeds heel graag, die zat er onlangs opeens weer terug in en dat was fantastisch.
Hoe kwam dat?
Iemand had me gezegd dat Welkom (staat op het nieuwe album, nvdr) een beetje de omgekeerde wereld is van Papa en daarom speelden we eerst Papa en nadien Welkom. Dat klopte zo goed dat we dat sindsdien altijd doen.
Naar welke muziek luister je op dit moment?
Op Spotify luisterde ik onlangs naar nummers van Raymond van het Groenewoud die ik nog niet gehoord had. Philipp Poisel, dat is een soort Coldplay ‘op zijn Duits’, onwaarschijnlijk goed vind ik dat. Luister geregeld ook naar hip hop omdat ze altijd persoonlijk zijn in hun teksten. Zo werkte ik een tijdje geleden samen met Diggy Dex voor de Hersenstichting en dat vond ik fantastisch. Onlangs moest ik noodgedwongen thuisblijven vanwege de sneeuw en zag ik muziekdocumentaires van James Brown, Nat King Cole en Whitney Houston. De verhalen achter de artiesten fascineerden me enorm.
Zijn er opkomende talenten die we in het oog moeten houden?
Ja, Spoegwolf, dat is een jonge rockband in Zuid-Afrika met heel goede teksten. Je zou ze ergens tussen Noordkaap en Luc De Vos in hun beginjaren kunnen plaatsen. Herman Kleinhans is ook erg goed, dat is een soort van Zuid-Afrikaanse Jeff Buckley.
Heb je tips voor andere singer-songwriters?
Songwriting gaat volgens mij om authenticiteit, je moet ervoor zorgen dat het jouw verhaal is. We zijn dikwijls teveel bezig met iemand te willen zijn die we denken dat we moeten zijn. Het is toch belangrijk dat wat je doet ook samenvalt met wie je bent.
Hoe blik je terug op 2017?
De geboorte van ons derde kind was zonder twijfel het moment van 2017. Als ik naar hem kijk dan zie ik het heelal als het ware, alles is zo primair. Ook het werken aan onze nieuwe plaat samen met de band, omdat dit zo intens was, was zeker een hoogtepunt uit 2017. Daar word ik heel gelukkig van, dat is kameraadschap op een hoog niveau!
Wat zijn uw goede voornemens voor 2018?
Die heb ik niet (lacht). Mijn overtuiging is dat veranderingen in een trage ovale lijn gaan en niet op basis van goede voornemens gebeuren.
Mooie afsluiter, bedankt voor dit zeer fijn gesprek en veel succes met de komende optredens!
Dit interview werd mogelijk gemaakt door boekingskantoor Rumoer! (meer info en tour data via www.rumoer.be)
Bart Van den Bosch