Luminous Dash BE

STEAK NUMBER EIGHT

Steak Number Eight heeft de afgelopen tien jaar een indrukwekkend impresario opgebouwd. In 2008 wonnen ze Humo’s Rock Rally. Een steenworp verder in de tijd brengen ze hun debuutplaat When the Candle Dies Out uit. Anno 2017 staan er vier (!) albums op hun cv en is er sprake van een opvolger, terwijl de heren nog geen 25 levensjaren achter de rug hebben. Wij spraken af met gitarist Cis Deman om wat bij te praten over het ontstaan, hun opvattingen en dat komende album.

Cis Deman « Steak Number Eight. Take one. »

Hoe is Steak Number Eight ontstaan?
Toen Joris (Cassier, red.) en Brent (Vanneste, red.) twaalf jaren waren, hadden zij een rapband. Ze zochten dan een bassist en een gitarist, die ze dan zijn tegengekomen. Op het speelplein ofzo. Ze waren twaalf jaar toen, hé (lacht). Dan hebben ze een beetje muziek zitten spelen omdat Brent zijn broer in die tijd in een band zat (Voidpoint, red.). Zo is dat wat gegroeid van rock naar wat er was op Humo’s Rock Rally op hun 15, 16 jaar. Op mijn 16, 17 jaar kwam ik er bij. Die andere [gitarist] had andere prioriteiten. Wat wel belangrijk is: ze keken allemaal op naar de band van Brent zijn broer. Die is gestorven in 2005, denk ik. Dat had veel impact op, vooral, Brent. Sindsdien is de muziek wel meer gekomen. In 2008 kwam When the Candle Dies Out uit, waarvan we trouwens nog maar 25 cd’s hebben en die we niet meer gaan nadrukken. Als je er eentje hebt, zal hij wat meer waard zijn (lacht).

Merken jullie een groot verschil tussen landsgrenzen wat betreft optredens?
In België zijn we al redelijk lang bezig. Iedereen doet wel mee en we zien veel bekende gezichten. In Nederland zie je al af en toe mensen die terugkomen van andere optredens, maar je ziet vooral veel nieuwe gezichten. In Nederland dansen ze echt. Dat is een groot verschil. Duitsers zijn moeilijk te overhalen. Eenmaal na de show zijn ze wel enthousiast. Dat verschilt ook tussen een grootstad, waar elke dag optredens zijn en ze het gewend zijn, en kleinere stadjes. De UK is moeilijk. De markt is daar oververzadigd op vlak van harde bands. Het is moeilijk, maar toch zien we hier en daar wel nieuwe mensen. Opbouwen in het buitenland is voor ons heel moeilijk. We zijn in Nederland begonnen in Leeuwaarden met vijf mensen. Nu zijn het er toch wel heel wat meer in een stad waar we nog nooit gespeeld hebben. Ik schat een honderdtal. Aah, Polen. Die zijn crazy. Dat zijn de zotsten. Veel bands komen daar niet, dus als er iets gebeurt, gaan ze volledig uit hun dak. Drinken wodka (insert Russisch accent). Dat is wel cool.

Wat is je all-time favorite optreden met Steak Number Eight?
Dat zal waarschijnlijk de laatste Graspop geweest zijn. 2016. We kwamen net van Hellfest. We waren moe, niet veel geslapen. Vroeg op Hellfest moeten spelen en Brent moest ’s avonds nog met Gutterdämmerung spelen. Hij moest daar dan de hele dag zijn. We kwamen toe op Graspop en je ziet een tent van 14.000 man. Dat doet wel iets met je. Ik was niet zo fit. In de verte zie je een kleine opening van de tent, dat er wat zonlicht doorkomt. Voor de rest allemaal mensen. De set zat vree goed. De sfeer was goed. What do we need more (lacht)?

Wat is volgens jou het meest underrated nummer van Steak Number Eight?
Ik denk Knows Sees Tells All van de nieuwe plaat. Dat is één van mijn favoriete nummers. Het is een moeilijker nummer om te spelen. Dat vind ik leuk. Ik vind het cool om sh*t te doen. Waarom? Live wordt het niet veel gespeeld. Misschien ben ik verkeerd, hé. Maar ik denk het wel.

Jullie zijn momenteel bezig aan de volgende plaat. Kan je daar al iets over vertellen?
We zijn nu bezig met het schrijfproces. Vorig jaar hebben we zo’n 130 optredens gedaan, zijn we verwisseld van management en zijn er financieel wat dingen gebeurd. Even in de put zitten. In die tijd heeft Brent veel geschreven. Ik heb drie maanden niet gedronken. Dan komen er ideeën. Ik neem dingen op op mijn iPhone en stuur het door naar Brent. Smijt ie het weg, smijt ie het weg (lacht). Brent maakt vooral het geheel. Er zijn misschien nog maar twee songs die ontbreken. De ideeën zijn er al, maar dat moet nog volledig uitgewerkt worden in de repetitieruimte. Dat neemt immens veel tijd in. Bij songs uit het vorige album herinner ik me nog… (denkt even na) Bijvoorbeeld Return Of the Kolomon. Dat nummer was praktisch volledig klaar. We hebben er zo veel aan gesleuteld en zo veel andere dingen mee gedaan. Plots hebben we terug naar het originele gegrepen. Dan steek je daar zo veel tijd in. Maar dat is nodig. Bij de meeste nummers komen er betere stukken in. Die speelt per ongeluk dat stuk erop en het klinkt. De demo’s zijn meestal basic gemaakt, qua drums. Joris kan achteraf nog zien wat hij doet. Dat neemt veel tijd in beslag. We zitten nu aan dat hoofdstuk. Daar gaat het beginnen. En voluit repeteren. Bij ons repeteren, werkt het best op locatie. Verschillende inspiratie. We zitten nu in dat stadium. Brent is ook bezig geweest met Gutterdämmerung. En Joris met Raveyards. Ik ben van plan een nieuwe band te starten. Steak heeft voorrang, natuurlijk. Dus ja, we zitten zo ver. Komt goed (lacht).

Wat is het zotste dat je ooit met Steak Number Eight hebt meegemaakt?
Waar wordt dat gepubliceerd (lacht)? Met Mastodon spelen. Dat was mijn droom en die komt uit. Het is gebeurd. En met die gasten praten. Die komen in de backstage bij ons zitten. Normaal ben ik altijd vlot aan het praten, maar dan zit je daar van: ‘Eh…’

Wat is het perfecte nummer voor een roadtrip?
Ik ben vree fan van, on the road, eighties. Met zo’n dikke snaredrum. ’Het is geen guilty pleasure, ik hoor het gewoon graag. Bijvoorbeeld Bronski Beat “Small Time Boy”. Run away, run away (zingt). Toto “Hold The Line”. Dat vind ik echt om op te cruisen. Een echt nummer van de eighties: Sledgehammer van Peter Gabriel.

Brent staat er bekend om niet al te zorgzaam met zijn gitaren om te gaan. Sneuvelt er veel?
Het is gewoon vreselijk.

MATHIAS BEX

Facebook

Website

Mobiele versie afsluiten