Luminous Dash BE

SIMON RAMAN

Simon Raman en zijn kompanen Bernd Coene (drums) en Jasper Peeten (bas), vormen sinds enkele jaren het powerbluestrio RAMAN. dat al een tijdje de Gentse podia onveilig maakt. Naar aanleiding van het verschijnen van hun langverwachte debut-ep Birth Of Joy en de albumrelease op 16 november in de Gentse Minard schouwburg, hadden we een gesprek met frontman Simon Raman.

(c) Björn Comhaire

We kennen jou van je solo-optredens maar ook als de driekoppige band RAMAN. Hoe zit dat nu precies, hoe verhouden die twee zich tegenover mekaar?
Dat is altijd een beetje moeilijk om uit te leggen. Ik zie het als een soort van hybride ding. Ik bedoel, we zijn geen “band-band“ maar het is ook geen “solo-solo”. Het is iets ertussenin, iets wat groeit uit de muziek die we maken.

Ik schrijf de nummers, de tekst en de muziek, vandaar dat de band ook mijn naam draagt, maar langs de andere kant is de band ook belangrijk. Ik wil niet een soort van solo-artiest met band zijn. Het is echt de bedoeling dat de persoonlijkheid van elk van de bandleden tot zijn recht kan komen. Dat maakt de zoektocht naar de juiste bandleden natuurlijk een stuk moeilijker. Niet alleen moet het op persoonlijk vlak klikken, ook muzikaal moet het werken.

Ik hou van dat bandgevoel. Als alles goed zit dan ontstaat er na een tijdje een bepaalde communicatie tussen de bandleden. Een soort van onuitgesproken vertrouwen, een muzikale connectie die zich automatisch vertaalt in een klik met het publiek en hoe je samen speelt.

Klinkt je muziek, door die klik waar je het over had, dan anders als je met de band speelt dan als je solo optreedt?
Ja, da’s zeker anders. Als ik alleen speel is het uiteraard allemaal veel intiemer. Maar de combinatie met een band vind ik ongelooflijk om te doen. Dan vul ik automatisch mijn gitaarspel anders in.

Ik vind het ook erg belangrijk dat de andere bandleden ook iets kunnen geven in dit project. De meest magische momenten ontstaan vaak uit onverwachte of onvoorbereide gebeurtenissen. Waarmee ik niet wil zeggen dat je je niet goed moet voorbereiden. Maar het onverwachte aspect is vaak de drempel om een kippenvelmoment te bereiken. Veel meer dan wanneer alles helemaal vastligt en tot in de puntjes is uitgewerkt. Dat kan perfect werken hoor, maar voor de muziek die wij maken zou dat niet passen en ik wil het ook niet op die manier doen.

Gebeuren die onverwachte momenten nog vaak, nu jullie al zo vaak hebben opgetreden. Of kom je toch stilaan in een soort routine terecht?
Het gebeurt zeker nog. Je kan die routine voorkomen door, ook al speel je al lang dezelfde set, veel te repeteren en nieuwe dingen te blijven maken. Ik denk dat het een belangrijk aspect is van een goede muzikant zijn, en ik bedoel dat niet opschepperig, dat je je kan blijven inleven in een song. Ongeacht het aantal keer dat je het al gespeeld hebt. Een goede muzikant kan dat. Iedereen heeft natuurlijk wel eens een slechte dag en dan kan dat best moeilijk zijn of net ongelooflijk goed werken.

Jij schrijft momenteel de nummers van Raman. Wat is de inbreng van de andere bandleden op de afgewerkte song?
De nummers die nu op de plaat staan en die we momenteel spelen, zijn inderdaad door mij geschreven. De tekst en de muziek is afkomstig van mij. Het eigenlijke arrangement, dat is dan die vrijheid die ik aan de band wil geven. Dat is soms zoeken naar een evenwicht want ik heb een heel goed idee in mijn hoofd van wat ik goed en niet goed vind. Het is een oefening waar ik al drie jaar mee bezig ben; om wat ik in mijn hoofd heb in de repetitieruimte in balans te brengen met de ideeën van de andere bandleden.

Een beetje loslaten eigenlijk?
Ja. Toelaten om een half uur, een uur met de band op een idee door te gaan. Een baslijn van Jasper of een drumlijn van Bernd die perfect in een nummer past. Het is dan ook hun aandeel die mee de sound maakt van RAMAN. Soms is dat iets helemaal anders dan wat ik in mijn hoofd had. Maar dat maakt de samenwerking net zo interessant.

Voor mij is het bijvoorbeeld altijd nog een zoektocht om een drumpartij te horen bij een nummer. Ik kan wel tegen Bernd vertellen van: “Ik voel zoiets… die welbepaalde feel wil ik creëren”, maar dat is nog altijd geen drumpartij. Soms heb ik een duidelijke gitaarpartij en een duidelijke structuur, maar dan zit ik vast en leg ik het voor aan de band. Dat was bijvoorbeeld op het laatste nummer op de plaat Come Back Home. Daar komt een heel prominente percussielijn in voor die volledig door Bernd is gemaakt. Het is supertof wat hij daar doet en dat zat onmiddellijk goed.

Hebben jullie dan een gemeenschappelijk inspiratiebron?
Het is nu niet dat we daar zo veel over praten, maar we luisteren sowieso naar hetzelfde genre. Jasper is bijvoorbeeld een grote Pink Floyd fan en hij hoort dat ook in onze muziek. Ik hoor dat wat minder maar ik snap wel waarom. Ik kom dan af met Chris Whitley en ik weet dat Bernd dat ook ongelooflijk goed vindt. Er zijn altijd wel overlappingen.

Ik hoor soms inderdaad Chris Whitley, vooral op de manier waarop je je stem gebruikt. Dat switchen tussen borst en kopstem doet aan hem denken. Vind je dat vervelend als je daarmee vergeleken wordt?
Neen, want dat is mijn eigen schuld (lacht). Je eigen stem vinden is niet zo makkelijk. Het is een lange zoektocht waarvan je niet zeker bent of je ze ooit zal vinden. Da’s zoals bij Bob Dylan, die heeft ook verschillende stemmen gehad tijdens zijn carrière. Deed hij dat opzettelijk of is dat gewoon omdat hij tijdens zijn leven door verschillende mensen is geïnspireerd? Vaak gebeurt die beïnvloeding ook onbewust omdat je je op een bepaald moment op dezelfde manier voelt als een van je voorbeelden. Na een tijdje begin je verschillende van die invloeden met mekaar te combineren en zo ontwikkel je uiteindelijk je eigen stem.

Iemand waarvan ik songwriting les krijg op school die zegt altijd: “Je moet imiteren zonder te plagiëren”. En dat is helemaal niet erg. Iedereen doet het. Dat betekent ook niet dat je iemand bewust gaat nadoen. Ik heb dat met Chris Whitley en eerder was dat zo bij Triggerfinger. Je hoort iets dat je raakt omdat je je er op de een of andere manier mee kan identificeren.

Merk je dan zelf dat je evolueert of sta je daar niet zo bij stil?
Jawel. Vooral technisch ben ik beter geworden omdat ik daar hard aan gewerkt heb. Al mag de techniek ook niet de overhand krijgen. Als ik schrijf bijvoorbeeld, of ik heb een nieuw idee, dan zet ik de recorder aan en begin ik te spelen of te zingen. Vaak is dat dan gebaseerd op een melodisch idee. Ik zing dan automatisch in kopstem of in borststem zonder dat ik daar bij stilsta. Op dat moment sluit hoe ik zing gewoon aan bij het idee dat ik in mijn hoofd heb. Pas als ik achteraf luister sta ik stil bij hoe ik het stuk gezongen heb en kan ik daarop verder werken.

Is de manier waarop je een nummer brengt dan soms belangrijker dan de tekst? Of is het verkeerd om daar gewichten aan toe te kennen?
Ja, misschien wel maar het hangt echt van de song af. Ik vind het wel belangrijk dat de teksten doordacht geschreven zijn. De melodie en de tekst moeten samenwerken. Als het gevoel dat de muziek wilt overbrengen complementair is met wat de tekst zegt, dan is de song voor mij geslaagd.

Begin je een nummer dan vanuit een melodie of een gevoel of begin je eerder vanuit een tekst?
Momenteel zijn mijn nummers vaak heel persoonlijk en vertrekken ze vanuit een gevoel dat eruit moet, iets wat ik niet echt kan benoemen. En dan begin ik te zoeken tot ik iets vind waarmee ik dat gevoel kan benoemen. Is het de muziek die juist zit, dan werk ik iets meer aan de tekst en omgekeerd. Da’s echt werken soms. Het is een proces dat je moet leren. Iets waar ik nog lang over ga moeten doen voordat ik dat helemaal beheers. Soms is het duidelijk dat de muziek belangrijker is, soms is het de tekst, het verhaal dat je vertelt. Het is niet zo eenduidig…

Laten we het even hebben over jullie ep. Jullie maken een blues album met de titel Birth Of Joy, dat klinkt toch een beetje ironisch, of was dat niet de bedoeling?
De titelsong Birth Of Joy zelf is inderdaad vrij ironisch, maar we vonden het de beste titel omdat het uitbrengen van het album toch wel wat “joy” teweeg heeft gebracht heeft! En het is natuurlijk ook een “birth”. Ja, het klopt precies allemaal wel. Ook al bestaat dat nummer eigenlijk al heel lang. Het gaat over je niet goed voelen, maar wel weten dat als je dat of dat doet, dat alles dan wel weer goed komt, terwijl het eigenlijk nog niet goed is op dat moment.

De meeste van de nummers op het album bestaan al een tijdje, waarom dan toch voor die nummers kiezen en niet voor recenter werk?
Ik vind dat als je iets maakt en dat is goed, dan moet dat ook gewoon uitkomen! (lacht)

Ik moet daar sowieso nog in groeien. Er zijn mensen die 100 songs schrijven en daar dan 12 of minder nummers uitfilteren, maar dat is een heel andere visie dan de mijne. Dit zijn de nummers die we nu spelen en die moeten ergens geparkeerd staan vind ik. Dit is wat we nu zijn of zijn geweest. De nieuwe dingen die komen dan wel.

Jij bent duidelijk iemand die lang werkt aan een nummer.
Ja, voorlopig wel. Misschien zal dat nog versnellen door het meer en meer te doen.

Is het dan omdat je vindt dat de nummers nooit “af” zijn?
Nooit af misschien niet, maar ik streef toch naar een zekere perfectie. Ik wil iets juist “capturen” en dan moet de tekst misschien eens herschreven worden of zo. Daar gaat ook wel wat tijd overheen. Dat proces is ook iets wat ik vaak alleen doe. De mensen moeten mij niet storen als ik echt bezig ben. Dat moet kunnen borrelen en leven bij mezelf, tot ik het punt bereikt heb dat ik vind dat het nummer het gevoel precies omvat en ik er de juiste woorden hebt opgeplakt. Eens ik dat bereik, kom ik ook vaak op het punt dat ik vastloop en dan kan ik dat nummer openstellen aan de band. Het is een proces waar ik zelf ook nog in moet groeien en misschien moet ik soms sneller eens naar de band stappen.

https://www.youtube.com/watch?v=-M4EimrWzYg

Ik kan mij voorstellen dat, als je daar zo lang aan bezig geweest bent, dat het dan best een kwetsbaar moment is als je dan met je werk naar buiten komt?
De meeste nummers die we nu spelen zijn al een paar jaar oud, dus op dit moment ervaar ik dat niet zo. Het zijn vooral de nieuwste nummer die op de ep staan, Pieces en Come Back Home, daar had ik wel zoiets van: “Wat gaan de mensen daarop zeggen?”

Maar je mag je daar ook niet teveel door laten beïnvloeden. De nummers zijn nu zo gemaakt, sommige mensen gaan ze goed vinden, anderen niet.

Ben je gevoelig aan wat anderen van je muziek denken?
Ik weet het eigenlijk niet, we hebben nog nooit iets op deze manier uitgebracht. Dus we gaan zien hoe het gaat. (lacht) Ik zal het moeten ervaren om daar te kunnen op antwoorden.

Je ligt er niet van wakker…
Neen, ik lig er niet van wakker, want als het goed voelt voor jezelf dan is het al veel. Het is al cool dat we die ep-voorstelling in de Minard mogen doen. Die zaal matcht goed met wat de plaat ook is: een afsluiten en een begin. We laten aan de wereld zien dat we nu een band zijn. Het is een bevestiging van ons bestaan.

Wat is het plan voor jullie optreden in de Minard?
We gaan sowieso de ep spelen en misschien nog wat nieuwe nummers al ik durf mij daar nog niet over uitspreken. (lacht)

Ik zag dat jullie het album opgenomen hebben met Staf Verbeeck, wat is zijn rol geweest?
Hij heeft de mixing en de mastering gedaan. Hij heeft ons ook echt goed opgenomen, het klinkt mega goed. Al denk ik dat we toch ook een deel aan onszelf te danken hebben. Uiteindelijk hebben we elk nummer zowat live ingespeeld en dan daaruit de voor ons beste takes genomen. Daar hebben we dan verder op gewerkt. De basgitaar en de drums zijn altijd live opgenomen. Op drie nummers is zelfs de zang ook live opgenomen.

Dus de rol van Staf Verbeeck bestond er vooral in ervoor te zorgen dat de muziek technisch gezien, zo perfect mogelijk werd opgenomen en klonk zoals jullie dat voor ogen hadden? Zonder nog teveel zelf het geluid te bepalen of effecten toe te voegen?
Toch wel, maar wel in die mate dat hij het deed klinken zoals wij het wilden. Het was ook de bedoeling van ons debuut om te laten horen: dat zijn wij. Dat live gevoel weergeven op plaat.

De kunst is natuurlijk ook om het geluid dat jullie voor ogen hadden zo goed mogelijk op plaat te krijgen.
Ja, absoluut. Maar het was niet, zoals ik het later wel graag eens zou willen doen, dat we een producer hebben aangesproken die dan een bepaalde stempel drukt op het album. Dan is het echt de bedoeling dat je door de samenwerking met die persoon tot iets nieuws komt. Ik hoor van andere bands dat je dat soort samenwerking best ook al in een vroeger stadium opzet. Dat is een heel andere relatie dan. Maar Staf heeft dat wel megagoed gedaan! We zijn er superblij mee.

Toen ik in de persrelease las dat de opnames live of zo goed als live zijn gebeurd, dan was ik echt wel nog meer onder de indruk over hoe goed het allemaal klinkt!
Het klinkt goed he!? Het is natuurlijk geen echt livealbum, het blijft een studioplaat, maar de manier waarop we het opgenomen hebben, ligt wel dicht bij onze live klank.

Jullie muziek klinkt zowel live als op de plaat heel doorleeft. Hoe doe je dat om als jonge gast wiens leven tot nu toe best oké is geweest, dat gevoel op te roepen en authentiek over te komen?
Ik denk dat ik toch een bepaalde intensiteit meedraag in mijn persoonlijkheid die zich dan vertaalt in dit soort muziek. Dat wil daarom nog niet zeggen dat ik depressief ben ofzo. Het is echt puur de intensiteit, een soort van overgave, die ergens in mij zit en die ik de max vind om te delen en over te laten slaan naar de andere leden van de band.

Dat is ook het mooie aan de blues, die werkt alleen maar als ze authentiek overkomt. Je kan niet staan doen alsof.
Dat is ook zo, maar ik vind dat dat niet alleen geldt voor de blues. Eigenlijk is dat zo bij alle muziek. Muziek is maar goed als ze oprecht is, als ze uit een soort van buikgevoel komt. Ook al duurt een liedje maar drie minuten en is het zwaar geproducet, het moet wel vertrekken vanuit een oprecht idee. Alleen die nummers blijven volgens mij echt overeind als ze dan door één persoon worden gespeeld. Ik hoop dat we dat kunnen bereiken.

Zie jij jezelf eigenlijk vooral als gitarist, songwriter of zanger?
Als zanger.

En toch besluit je om gitaar te studeren?
Ja, maar dat is omdat gitaarspelen eigenlijk altijd een soort vanzelfsprekendheid is geweest in mijn leven. Ik speel al vanaf mijn 7 jaar dus het was de logische keuze. Maar je stem heb je altijd bij je en dat is letterlijk en figuurlijk “je stem”.

In wiens voorprogramma zou je graag eens spelen?
Triggerfinger sowieso, maar die zijn even gestopt. Trixie Whitley, Echo Beatty of Douglas Firs. Maar ik vind het al moeilijk om zelf een voorprogramma te kiezen!

Zou je dan eens willen samenwerken met een van die mensen?
Graag, al denk ik dat dat niet zo makkelijk is omdat je dan nog meer moet loslaten. Nu ik muziekproductie studeer merk ik echter wel dat ik mensen leer kennen die op eenzelfde manier bezig zijn met hun eigen creativiteit en die op hun eigen manier invullen. Er komen daar erg mooie zaken uit, en dan zet je al snel de stap om eens iets samen te maken. Samen een beetje te “prutsen”. Ik denk dat dat een goede start is voor een samenwerking.

Zou je dan iets totaal anders kunnen maken dan wat je nu doet, of is wat je met RAMAN. doet echt je ding?
Ik wil dat niet vastleggen. Het genre kan veranderen, je verandert zelf toch ook als persoon. Al denk ik dat er ergens een vaste kern is in wat je doet of maakt. Ik zeg dan ook niet RAMAN. is bluesrock punt, het kan later nog iets anders worden.

Wat brengt de toekomst voor jou en RAMAN.?
Creatief bezig blijven en schrijven aan nieuwe nummers, zoals ik nu aan het doen ben. En dan zien we wel waar we terechtkomen.
Buiten Gent spelen is misschien wel het belangrijkste doel. We spelen in februari in Het Depot in Leuven, dat is al leuk en binnenkort gaan we ook naar Nederland, daar spelen we enkele voorprogramma’s dus het wordt afwachten wat dat zal geven.

Het is wel duidelijk jou bedoeling om van muziek je leven te maken.
Ja, dat zou wel chique zijn. Er is eigenlijk geen plan B, plan B is plan A…

https://www.youtube.com/watch?v=1fX8QZbG-3Y

Op 16 november stelt RAMAN. hun ep Birth Of Joy voor de in de Gentse Minard schouwburg, info en tickets vind je hier.

Mobiele versie afsluiten