Puggy bestaat in 2024 20 jaar, in die tijd verkochten ze meer dan 10 keer de AB uit en haalden hun nummers tientallen miljoenen streams. Na hun laatste album Colours (2016) werd het (ogenschijnlijk) stil rond de band maar achter de schermen bouwden Matthew Irons, Egil “Ziggy” Franzén en Romain Descampe een eigen studio, maakten filmmuziek, begonnen hun eigen platenlabel en deden de productie voor heel wat Belgische indie-acts. Ter gelegenheid van het verschijnen hun nieuwe ep Radio Kitchen (op gelijknamige label) spraken we de heren in de keuken studio.
Jullie vieren dit jaar jullie 20ste verjaardag, gefeliciteerd! Hadden jullie, toen jullie met de band begonnen, ooit gedacht dat jullie 20 jaar later nog samen muziek zouden maken?
Egil “Ziggy” Franzén: Je begint met zo’n band vanuit het idee dat je er jaren mee zal doorgaan en dat je de grootste band ter wereld gaat worden. Ik overdrijf nu een beetje natuurlijk, maar ja, het was altijd zo dat we echt iets wilden maken van de Puggy.
Ik las dat jullie elkaar leerden kennen tijdens een jazz-opleiding?
Matthew Irons: Niet helemaal. Ik leerde Romain kennen in de jazz-studio waar we samen les volgden en Romain kende Ziggy.
Jazz bracht jullie samen?
Matthew: We hielden er wel van, maar jazz is echt een way-of-life en ik denk niet dat we klaar waren voor dat soort engagement. Zoals het wel vaker gaat met muziekscholen zijn ze vooral een plek om andere muzikanten van je eigen generatie te leren kennen.
Er was onmiddellijk een klik tussen jullie?
Matthew: Eigenlijk wel ja. Ik speelde in die tijd bij verschillende bands maar Romain wist mij er – rond 4u ’s morgens, na een aantal biertjes – van te overtuigen dat dit dé band zou worden. Romain belde die nacht nog naar Ziggy en we spraken de volgende ochtend om 10 u ‘s morgens af bij Ziggy’s moeder thuis om samen te jammen. Van zodra we de eerste noten samen speelden zat het helemaal goed!
Romain Descampe: We schreven al heel snel eigen materiaal.
Ziggy: Na een dag of drie hadden we al vijf of zes liedjes geschreven!
Misschien ging het net zo snel omdat jullie mekaar nog niet zo goed kenden en jullie dus helemaal open stonden voor elkaars ideeën?
Matthew: Ik denk inderdaad dat het een van onze sterke punten was dat we niét begonnen zijn als een groepje vrienden dat samen muziek wilden maken. Wij hadden allemaal verschillende muzikale achtergronden en veel respect voor elkaars creativiteit. Vanuit dat wederzijdse respect hebben we elkaar leren kennen en pas later zijn we echte vrienden geworden.
Wat waren jullie hoogtepunten de afgelopen 20 jaar!
Ziggy: Voor mij hangen die altijd samen met live concerten. Ik herinner mij bijvoorbeeld de eerste keer dat we in 2010 La Cigale uitverkochten in Parijs. Toen voelde het echt als: Wauw!
Matthew: De eerste keer dat we Ancienne Belgique uitverkochten in 2011 was ook ongelooflijk. Als je in Brussel bent opgegroeid dan is in de AB spelen dé grote droom. Ondertussen hebben we de AB al een keer of twaalf uitverkocht! Vorst Nationaal was ook waanzinnig.
Vorig jaar speelden we in Budapest met een 60 man sterk orkest. Zij speelden de muziek die wij geschreven hadden voor een film, dat was zalig en iets om we erg trots op te zijn.
Romain: Ook de periode die we nu meemaken is heel speciaal voor ons want het is de eerste keer dat we muziek releasen op ons eigen label en vanuit onze eigen studio! We staan er deze keer helemaal alleen voor. Dat is langs de ene kant erg beangstigend maar tegelijk is het misschien wel de grootste verwezenlijking tot nu toe.
Matthew: Het mooie is ook dat dit het begin is van iets helemaal nieuws en anders. De vrijheid die we nu ervaren is werkelijk fantastisch.
Wil je daarmee zeggen dat jullie voordien minder vrij waren om te doen wat jullie wilden?
Matthew: We kwamen altijd goed overeen met onze platenfirma, dat was nooit een probleem. Maar als je deel uitmaakt van een groter geheel dan moet je nu eenmaal rekening houden met factoren waar je zelf geen controle over hebt.
Ziggy: Een van de grootste beperkingen was met wie we konden samenwerken. Nu we helemaal zelfstandig zijn, moeten we ons daar geen zorgen meer over maken, zo ontstaan er mogelijkheden die er vroeger gewoonweg niet waren. Ook internationaal kunnen we nu samenwerken met de partners die wij interessant vinden en niet enkel met de kanalen van de platenfirma.
Jullie nieuwe werk klinkt duidelijk anders dan vroegere, is dat ook een gevolg van die hervonden vrijheid?
Romain: Ik denk vooral dat we nu anders klinken omdat er zoveel tijd zit tussen ons vorige album en de nieuwe ep. In die 7-8 jaar sinds Colours verscheen is er zoveel gebeurd. Er was COVID, we maakten sound tracks voor films, deden de productie voor andere artiesten… Zoveel verschillende factoren hebben ons geluid beïnvloed dat het bijna vreemd zou zijn moesten we nog hetzelfde klinken als toen. Voor ons was het een natuurlijke evolutie maar als je enkel het geluid van toen hoort en dan dat van nu, dan is het misschien wel even schrikken. We wilden een comeback maken met iets nieuws, daarom releasen we nu eerst een ep waar we dan in de toekomst verder op willen bouwen.
Hoe gaan jullie te werk bij het maken van nieuwe liedjes?
Matthew: Dat verschilt van nummer tot nummer. Soms komt een van ons naar de studio met een demo die al zo goed als af is, een andere keer maken we een soort van collage van verschillende ideeën of werken we rond een bepaald thema. Er komt echter altijd wel een punt in het proces waarop we hier in de keuken, samen aan tafel gaan zitten en het nummer bespreken. Eens we weten waar we naartoe willen, beginnen we van alles uit te proberen en op te nemen. Ook dat gebeurt grotendeels in de keuken. Hoe het nummer uiteindelijk zal klinken is het gevolg van een democratische beslissing, waarbij het er, tijdens de discussies die aan de beslissing voorafgaan soms stevig aan toe kan gaan. Maar het draait altijd om het liedje, dat moet goed zitten, dat is het enige wat telt.
Hoe beslissen jullie welke nummers op de ep belanden?
Ziggy: Ons belangrijkste vraag was vooral: wie zijn wij in 2024? Wij wilden niet zo’n groep zijn die nog steeds dezelfde muziek maakt als 20 jaar geleden, maar we wilden ook niet klinken als de jongere bands. We moesten op zoek naar iets tussen de twee in, iets waar wij enthousiast van werden. De zes nummers die op de ep staan, voldoen aan dat criterium.
Matthew: Wij zijn niet zo’n band die dweept met het idee dat het vroeger allemaal beter was, maar we denken ook niet dat het vandaag allemaal perfect is. Het is ook niet zo dat we ons forceren om nu helemaal anders te klinken dan vroeger. De muziek die we nu maken is gewoon mee geëvolueerd met wie wij nu zijn en wat we nu goed vinden en enthousiast over zijn.
Zit er een bepaalde lijn doorheen de nummers op de ep?
Matthew: Wij vinden van wel ja.
Romain: Het is een soort van showcase van wat we kunnen doen in deze keuken, in deze studio. Daarom houden we ook van de naam van de ep Radio Kitchen, die klinkt bescheiden en geeft goed weer dat alles hier is gemaakt.
Jullie nieuwe nummers klinken heel fris en opgewekt, bij Sad Enough moest ik zelfs een beetje aan Aha! denken, en toch zit er ook heel wat melancholie in verwerkt in de teksten.
Matthew: Dat zat er bij ons eigenlijk altijd al in, luister nog maar eens naar onze eerste platen. We houden van die dualiteit tussen ernstige onderwerpen en melancholie versus vrolijke muziek. We laten de keuze aan de luisteraar om uit onze muziek te halen wat zij willen. Eens we een nummer releasen is het in hun handen en maakt het niet meer uit waar het liedje voor ons over gaat. Zo worden sommige van onze – in onze ogen – meest verdrietige liedjes gedraaid op trouwfeesten! En da’s prima. Mensen zitten nu eenmaal paradoxaal in mekaar.
Muzikaal is het ook gewoon heel leuk om de twee te combineren, op die manier kan je heel krachtige emoties uitdrukken zonder dat je daarom iedereen de depressie in duwt. (lacht)
In welke mate heeft de omgeving van de nieuwe studio, maar ook de andere artiesten die hier komen opnemen, een invloed gehad op het geluid van het album?
Matthew: Enorm!
Romain: Veel heeft te maken met de manier waarop we de studio hebben opgebouwd. Ze ziet er namelijk niet uit als een studio. Het is ook heel makkelijk om te beginnen met een opname: je gaat hiernaast naar de controlekamer, drukt op één knop en de opname kan beginnen. Alles is afgesteld en altijd klaar voor gebruik. Ideeën moet je soms snel kunnen omzetten in iets concreets en hier kan dat.
Ziggy: Je verliest hier geen dagen aan het prutsen aan een idee dat nergens naartoe gaat.
Romain: En dat heeft een heel grote invloed op het verloop van de studiosessie. Je kan heel veel doen op heel weinig tijd.
Werkt het feit dat jullie hier ‘onbeperkt’ kunnen werken aan jullie muziek soms ook niet averechts? Weten dat je bijvoorbeeld maar een paar dagen studiotijd hebt, verplicht je soms om keuzes te maken en knopen door te hakken.
Matthew: We zijn er ons bewust van dat te veel vrijheid het creatieve proces negatief kan beïnvloeden. Toen ProTools voor het eerst op de markt kwam en je in plaats van 12 of 24 sporen een onbeperkt aantal sporen kon gebruiken, riep dat ook heel wat vragen op. Geeft het de artiest niet te veel vrijheid? Het is een interessante discussie. Te veel keuzemogelijkheden hebben vaak een negatieve invloed op de creativiteit. Hoe meer creatieve beperkingen je jezelf oplegt, hoe meer vrijheid je ervaart. Maar het is niet zo dat er hier geen beperkingen zijn. Deze studio maakt ook deel uit van een zakenmodel. Hier komen ook andere mensen opnemen, we schrijven hier filmmuziek… het is dus niet zo dat we eindeloos kunnen doorwerken aan onze liedjes.
Romain: Onze eerste plaat moesten we, tot onze grote frustratie, opnemen in drie dagen. Het feit dat we nu meer tijd en mogelijkheden hebben is echt een geschenk.
Matthew: Zolang je voor jezelf limieten stelt en weet wanneer je moet stoppen met prutsen aan een nummer. Soms ga je erover en dat is bij ons ook al gebeurd, zeker bij mij. Een van mijn liedjes heb ik de laatste 4 jaar al meer dan 60 herschreven en ik ben er nog niet uit (lacht).
Als je heel dicht op je nummers zit en alles zelf doet, blijf je soms laagjes toevoegen en verlies je soms het geheel uit het oog. Hebben jullie daar soms last van?
Ziggy: Zeker en vast.
Matthew: Daar hadden we gelukkig Nikola Feve voor. Hij maakte de eind mix en slaagde er heel goed in om de essentie van het liedje te onderscheiden van het ‘coole’ maar soms overbodige productiewerk. Het was heel fijn om hulp te krijgen van iemand van buitenaf.
Ziggy: Je raakt wel een filosofisch punt aan. Door onze samenwerking met een groot orkest, zijn we gewend geraakt om met een enorm aantal kanalen te werken, soms tot 900 tracks per sessie. Maar eigenlijk draait het bij onze muziek vooral om de stem, die moet perfect klinken en goed hoorbaar zijn. Leg daar een goede baseline onder en je hebt het belangrijkste van het lied. Dan kan je beginnen aanvullen, en gaat het vooral om individuele smaak.
In welke mate heeft Nikola het geluid van de plaat beïnvloed? Kwamen er soms nummers terug uit Canada waar jullie zelf verbaasd van waren?
Matthew: Zeker!
Ziggy: Vaak verandert de mix niet zo heel veel meer aan een nummer, maar bij Nikola was dat in twee of drie nummer echt wel het geval.
Romain: We hebben in het verleden natuurlijk nog samengewerkt met anderen maar we wilden deze keer graag met iemand samenwerken die ons kon verrassen. Nikola is een grote naam in de urban music scene en hij heeft een bepaalde stijl waar we echt fan van zijn.
Urban Music is vaak vrij minimalistisch qua opbouw en ik kreeg de indruk dat er in jullie nieuwe plaat ook veel ademruimte gelaten werd, is dat de invloed van Nikola?
Romain: Ja, helemaal.
Ziggy: Er is veel meer plaats gelaten voor de stem, precies wat je ook hoort in de meeste urban music.
Romain: En daar waren we heel blij mee!
Binnenkort beginnen jullie aan een reeks de live shows. Daarin komen niet alleen de nieuwe liedjes aan bod maar ook jullie oudere werk. Hoe gaan jullie de twee combineren?
Ziggy: Dat zal niet zo moeilijk zijn hoor. Als je alle productionele elementen wegneemt en de liedjes tot hun basis herleidt, dan zijn het allemaal gewoon Puggy songs.
Romain: Sowieso zijn onze live shows minder geproducet dan de platen, we focussen vooral op de energie en op het speel- en luisterplezier.
Romain: We zetten ons ook niet vast in een vooraf bepaald schema zoals sommige bands doen. Ziggy is heel goed in Ableton, hij kan daar op het moment zelf mee improviseren en loopen.
Ziggy: We komen allemaal van een improvisatie achtergrond en ook nu nog blijft jammen belangrijk in onze live-set. Het laat ons ook toe om niet elke avond exact hetzelfde te spelen.
Gaat Yseult ook mee op tour?
Romain: Ze zal zeker aanwezig op enkele shows. Het is eigenlijk best grappig want Yseult was bij ons in de studio en ze vroeg of ze naar enkele van onze nummers mocht luisteren. Toen ze Lost Child hoorde wilde ze heel graag een stukje zingen op dat nummer. We hebben toen een extra strofe geschreven speciaal voor haar. Dat laat ons ook toe om het nummer te spelen zonder haar want dan laten we die extra strofe gewoon weg.
Wat doet dat eigenlijk met een mens als je na jaren afwezigheid twee keer de AB uitverkoopt? [Ondertussen is ook een derde show helemaal uitverkocht, nvdr]
Matthew: Dat is fantastisch! Het eerste concert op 11 maart was uitverkocht in 3 minuten, het extra concert op 5 minuten. We dachten wel dat we nog een fan base hadden en dat die ons waarschijnlijk nog wel eens het werk wilden zien. Maar je bent nooit zeker natuurlijk, het leven gaat door, andere bands nemen je plaats in… Het feit dat het zo snel gegaan is was echt wel wauw! Natuurlijk is het succes goed voor je ego, maar het is meer dan dat. Het toont aan dat de connectie die we hadden met onze fans echt was en er nog steeds is. Blijkbaar betekenen we echt wel iets voor sommige mensen, dat is hartverwarmend.
Je vertelde daarnet dat de jullie met de ep de fans gewoon willen laten worden aan jullie nieuwe geluid. Betekent dat dat er plannen zijn voor een nieuw album ook?
Matthew: We hebben zeker plannen om meer materiaal te releasen, in welke vorm dat zal zijn, dat is een andere vraag. Dat kan een album zijn, maar misschien ook nog een of meer ep’s. We leven in geweldig interessante tijden als het gaat over de verschillende manieren waarop je muziek naar buiten kan brengen. Het idee dat je een jaar werkt aan een album en dan na de release een jaar op tour gaat met dat album… mensen doen het nog steeds hé, maar het is niet meer het enige model. Misschien is wel beter om vaker, een kleiner aantal liedjes te releasen zodat je in de aandacht blijft.
Romain: Albums worden misschien eerder een compilatie van een periode in je leven. Je releaset regelmatig nieuw materiaal en na twee jaar zet je dat eens op een album met wat extra’s, zoiets…
Matthew: We weten het eigenlijk nog niet, maar wat we ook doen, het wordt sowieso geweldig.