Tekst : Hendrik Hindrex
Foto’s : Liesje Sadonius en archief Hendrik Hindrex (concertticket)
Hooverphonic is dezer dagen niet weg te slaan uit de media. Bij de fans van het eerste uur bespeuren we enige terechte ergernis omdat Geike Arnaert zowat overal bestempeld wordt als de ‘ultieme zangeres van Hooverphonic’. En Liesje Sadonius dan? De Lokerse was twee jaar frontvrouw van Hooverphonic (toen nog gewoon Hoover). Ze kreeg de opdracht om de hooggespannen verwachtingen rond Hoover in te lossen. Dat deed Sadonius met brio. De debuutplaat die ze inzong werd een gewaardeerd hoogtepunt van de Europese trip hop. Maar vooral de meest avontuurlijke plaat van Hooverphonic.
Bovendien hield Liesje Sadonius ook live stand. We zagen haar bezig op 12 december 1996 in de Rotterdamse Nighttown. Die club was in de jaren 90 dé Nederlandse hotspot voor rock-‘n-roll en dance met optredens van onder andere Ramones, Buzzcocks, Nirvana, Johnny Cash tot en met dEUS. Een kleine club met een rotverwend, vaak luidruchtig en kritisch publiek. Maar dat bleef muisstil tijdens de korte set van Hoover. Alweer alle lof voor een Belgische band!
Hoog tijd dat ze haar verhaal vertelt. En ze heeft warempel goed nieuws: er zijn eindelijk liedjes van haar nieuw project AlyceWithLove op komst.
Hoe ben je eigenlijk bij Hoover terechtgekomen?
Dat was eigenlijk héél toevallig. Toen Esther (Lybeert nvdr) de band had verlaten was Hoover dringend op zoek naar een nieuwe zangeres. Hun deal met Sony was in kannen en kruiken. Het contract lag enkel nog op de handtekeningen van de band te wachten, maar zonder zangeres was dat moeilijk natuurlijk.
Alex kwam in die tijd vaak naar Lokeren om in Recording Studio Midas aan muziek te werken. De echtgenote van de eigenaar was een collega van mijn moeder.
Zij had wellicht via mijn moeder vernomen dat haar dochter mooi kon zingen, en toen ze het Hoover verhaal vernoemde werden er telefoonnummers uitgewisseld. Een week later ontving ik een telefoontje van Alex. Hij zei: ‘Wij zijn een trip hop band die in dezelfde lijn ligt van Portishead en we zoeken een zangeres.’ Het bizarre aan dat verhaal is dat ik letterlijk een week voor dat telefoontje nog tegen mezelf gezegd had: ‘Moest ik toch maar es een band zoals Portishead kunnen vinden die op zoek is naar een zangeres’. Ik was namelijk gek op hun debuutalbum Dummy. Mijn wens kwam dus letterlijk uit.
Heb je audities gedaan?
Ik heb inderdaad een korte auditie gedaan. Ik weet dat er op dat moment zeker nog één kandidaat in de running was. Het was één van mijn mede-studenten die ik herkende van Studio Herman Teirlinck. De auditie was thuis bij Alex. Ze hadden me een demo van 2Wicky bezorgd. Alex nam gewoon z’n gitaar, speelde het nummer, ik deed m’n ding en dat was dat.
Was er meteen sprake van een cd? Had je inspraak in materiaalkeuze?
Het album A New Stereophonic Sound Spectacular was op dat moment zo goed als af. We zijn wel voor de productie en afwerking naar Londen gegaan, maar van inspraak in de materiaalkeuze was geen sprake. Dat vond ik ook héél normaal. Ik was nieuw in de band en was gewoon dankbaar voor de kans die ik kreeg.
Hoeveel maanden was je zangeres bij Hoover/ Hooverphonic?
Van begin tot einde zal dat ongeveer een kleine twee jaar geweest zijn.
Hoover was in die periode veeleer een trip hop-band. Zag het er toen al naar uit dat Hoover zou evolueren naar andere genres?
Neen. Trip hop was toen een héél populaire beweging in de muziekindustrie. Er was toen nog geen sprake van een andere muzikale wending.
Hoe was je verhouding met Alex Callier en de andere leden van Hoover?
Al bij al was dat goed. Alex, Raymond, Frank en ik hebben allemaal een vrij goed gevoel voor humor, dus dat klikte wel. Frank was meestal de rustige, waar ik af en toe es een goed gesprek mee kon hebben. Raymond kon zowel de onnozele lolbroek uithangen en dan, wanneer het nodig was, was hij de ernst zelve. Alex was gepassioneerd, enthousiast en perfectionistisch.
Maar het was best overweldigend voor ons allemaal. De ‘jongens’ – toen waren het nog jongens (lacht) – waren blij dat hun dromen werkelijkheid werden. Ik ben nogal introvert en soms was de aanpassing aan al die nieuwe mensen in mijn leven niet makkelijk. Er kwam ook wel héél wat werk bij kijken om alles op poten te zetten en de verwachtingen lagen hoog. Dat bracht soms spanningen met zich mee.
Ik weet dat sommige mensen een niet al te positief beeld hebben van Alex. Na zoveel jaren krijg ik nog steeds de vraag van mensen wat voor iemand hij eigenlijk is. Het is inderdaad zo dat er soms aanvaringen waren in de band. Alex kon soms nogal bot zijn mening zeggen en dat viel niet altijd in goede aarde. Maar in alle eerlijkheid, heb ik altijd respect gehad voor zijn drive, zijn passie en zijn werkethiek. Zelfs toen ik de band verliet, had ik geen enkele rancune tegen hem of andere leden van de band. Ik had mijn eigen redenen om te vertrekken. In de ‘big picture’ had dat weinig met Alex te maken.
Hoe verliepen de opnames van de single 2Wicky en de cd A New Stereophonic Sound Spectacular? Was dat dezelfde sessie als de opnames van de cd in Londen?
De eerste opnames van de single gebeurden bij Tony in Lokeren in de Recording Studio Midas. We moesten die halsoverkop afwerken omdat 2Wicky opgepikt was voor de soundtrack van de film Stealing Beauty en we hadden tot dan toe enkel een demo-versie. Ik herinner me daar niet zo veel van, maar het was wel een emotioneel moment. Ik weet überhaupt niet meer waarover het ging, maar Alex en ik hadden een onenigheid en ik voelde me niet erg happy. Achteraf bekeken heeft dat misschien bijgedragen tot de kwetsbare vibe van de opnames.
De opnames van het album gebeurden hoofdzakelijk bij Alex thuis. Alex en Frank zijn allebei geschoolde klanktechniekers en in plaats van het opnamebudget te gebruiken in een studio hadden zij geopteerd om zelf materiaal te kopen om de zang op te nemen. Een deel werd opgenomen in Alex’ slaapkamer – met een matras voor de deur – en er werden ook een aantal opnames gedaan in zijn ingemaakte kast. Best grappig.
In Londen werd samen met producer Roland Harrington de laatste hand gelegd aan het album.
2Wicky en Inhaler werden classics. Was dat meteen duidelijk?
Misschien was dat wel zo voor de rest van de band, maar ik dacht daar eigenlijk niet aan. Ik probeerde gewoon zo goed mogelijk de vibe en emoties van de nummers weer te geven. Mijn focus lag op een zo goed mogelijk resultaat. Wat de uiteindelijke reacties zouden worden, daar hield ik me weinig mee bezig.
Het bloedstollend mooie liedje 2Wicky werd gebruikt in vijf films. De belangrijkste was Stealing Beauty van Bernardo Bertolucci. Was de glamour die hiermee gepaard ging aan jou besteed?
Het was natuurlijk een hele eer, maar wij hebben toen van die Hollywood glamour niet zo veel gemerkt. Ik ben altijd een enorme filmfanaat geweest en bleef als kind vaak ’s nachts wakker om de Oscar uitreikingen in Los Angeles live te bekijken. Films waren voor mij een soort escapisme. Ik kon even helemaal wegdromen in een andere realiteit. Daar lag voor mij de aantrekking. De glamour daarrond vond ik wel fijn, maar het boeide me niet zozeer.
Vóór de komst van het internet leek Hollywood bovendien nog een mysterieuze, magische plek waar alle dromen werkelijkheid werden. Nu is die illusie een beetje verbroken. Op sociale media wordt alles – soms letterlijk – open en bloot getoond. Het mysterie is er een beetje af. Ik vind dat best jammer. Ik heb zelf een tijd in Los Angeles gewoond met mijn partner, die daar is opgegroeid. Dan besef je dat glamour als een laagje vernis is. Het doet alles glanzen en dat is soms betoverend, maar het is ook flinterdun.
Maar de glamour is natuurlijk maar één aspect van de entertainment-industry. Als puntje bij paaltje komt, wordt er hard gewerkt om ons al dat ‘lekkers’ voor te schotelen. “It’s not all champagne fountains and afterparties…”
We zagen je met Hoover in de iconische poptempel Nighttown in Rotterdam. Die plek was in de jaren 90 in Nederland zowat het landelijk epicentrum van de rock-‘n-roll én dance. Heb je nog herinneringen aan dat zeer knap optreden? Op het podium moest je niet onderdoen voor de meestal bloednerveuze Beth Gibbons van Portishead.
Dank je, dat is een heel mooi compliment. Ja, ik herinner me dat optreden nog, al is het wel vaag. Ik weet nog dat er een goede vriend van me was meegekomen en dat gebeurde niet zo vaak. Dus dat vond ik superfijn. Voor de rest lag mijn focus, zoals altijd, op een zo goed mogelijke performance. Ik ben blij dat dat ook zo is overgekomen. Ik weet ook niet waarom, maar ik hechte weinig belang aan waar het optreden was, of ik nu in een poptempel sta of in iemand zijn achtertuin, ik probeer de mensen een leuke tijd te bezorgen. Daar draait het tenslotte om.
Zelf ooit in Bristol geweest? In welke landen ben je met Hoover geweest?
Ik luisterde wel vaak naar bands die uit de Bristol-scene kwamen: Massive Attack, Tricky, Kosheen, enz. Ik was een enorme fan van trip hop, maar mijn muziek smaak is heel gevarieerd. Trip hop maakte daar slechts een deel van uit. Ik ben zelf nooit in Bristol geweest. Met Hoover ben ik hoofdzakelijk in Europa, Scandinavië en de UK geweest.
Kan je wat vertellen over je andere optredens met Hoover?
Mijn mooiste herinnering heb ik aan ons optreden in de Botanique in Brussel. Dat is zo een mooie locatie en de sfeer was écht uniek. Ik voelde me toen helemaal verbonden met het publiek.
Ons optreden in Lille was ook wel speciaal. Je voelde daar echt de energie van de fans. Bovendien hadden de mannen me daar een grappige loer gedraaid. Ze hadden aan Dave (of Stephen) van Soulwax gevraagd om in z’n beste Frans allerlei flirterige opmerkingen op te nemen, die ze dan tussen de songs door in mijn in-ear monitor lieten afspelen. Ik moest me dus serieus proberen houden voor het publiek terwijl ik in m’n in-ear een hoop erotisch gefluister moest proberen wegcijferen. Gelukkig heeft het publiek daar niks van gemerkt.
Tijdens een optreden in Duitsland was Alex aan de beurt voor een praktische grap. Frank, Raymond en ik hadden al een paar keer geklaagd bij Alex dat hij teveel rook op het podium produceerde. Hij stond toen nog achter de mixtafel in de zaal en regelde van daaruit de rookmachines. Frank had er niet beter op gevonden om een rookmachine te laten plaatsen nabij Alex, achteraan in de zaal, die hij kon aanzetten vanop het podium. Tijdens het optreden was het natuurlijk tijd voor een smoke-revanche. Het was wel lachen toen Alex plots omringd werd door een rookwolk en geen idee had waar die precies vandaan kwam.
Wat de geluidskwaliteit betreft, vond ik dat alles er heel professioneel aan toe ging. Op dat gebied werd alles goed geregeld en we hadden ook een goed team om ons bij te staan. Maar voor de rest was er niemand die ons echt begeleidde. We deden gewoon ons ding en mensen konden dat blijkbaar wel appreciëren.
Hooverphonic bestaat inmiddels een kwarteeuw. Je bent maar een heel beperkt aantal maanden zangeres geweest van deze band. Je hoort vaak dat Geike de ’ultieme zangeres’ van Hooverphonic is. Wij delen die mening niet. De internationale doorbraak van Hooverphonic werd geforceerd door de soundtrack van Stealing Beauty. Na de debuutplaat verliet Hooverphonic het boeiende pad van de downtempo. Heb je de muziek van Alex en co gevolgd na jouw passage bij deze band?
Neen. Als er noemenswaardig Hooverphonic nieuws is verneem ik dat meestal via via. Gewoonlijk heeft dat met een zangeres wissel te maken of als mijn naam ergens in de pers vernoemd wordt. Ik heb de band niet gevolgd na mijn vertrek.
Wanneer werd het voor jou duidelijk dat je uit de groep zou stappen?
Vóór het hele Hooverphonic-verhaal had ik eigenlijk een gelukkig bestaan. Ik was zelfstandig, deed m’n werk graag en had veel vrijheid. Maar ik had ook een enorme passie voor muziek en dans én een groot verlangen daar iets mee te doen. De kans om bij Hoover te zingen leek mij de perfecte mogelijkheid om dat te doen. Maar ik was naïef over hoe anders mijn leven er plots zou uitzien.
Ik moest eerst en vooral een voltijdse job combineren met de band, ook al had ik daar redelijk wat flexibiliteit in. Maar het feit dat mijn hele bestaan plots werd beslist en gepland door anderen (labels, managers, etc.) was een enorme aanpassing. Ik was langs de ene kant héél dankbaar voor de kans, maar voelde me ook echt verstikt in die situatie. Ik heb dat gevoel lang proberen te negeren. Ik was een heel zelfstandig iemand en ik vermoed dat de plotse aanpassing gewoon té groot was.
Hooverphonic zat toen in een stroomversnelling en alles ging zó snel. Ik had het gevoel dat ik alle controle over mijn leven verloren was. Bovendien was ik iemand die geen nood had aan media-aandacht. Ik hield ervan om te zingen en dansen. Op het podium voel ik me thuis. Maar natuurlijk komt er meer bij kijken dan dat. Je wordt, in die wereld, toch een klein beetje publiek bezit. Ik kon daar niet zo goed mee om. Het was overweldigend. Ik miste mijn vrienden en familie enorm. Ik was gewoon eenzaam. Ik denk dat dat mensen in die wereld wel vaker overkomt, maar daar wordt weinig over gepraat. Bovendien heb ik een aantal traumatische ervaringen in mijn jeugd meegemaakt die mij overgevoelig maakten aan sociaal contact. Ik wist dat toen nog niet. Dat is me pas later in m’n leven duidelijk geworden.
Mijn vertrek kwam er tijdens de eerste avond van de repetities in Dinant. We hadden daar een mooie locatie gehuurd om een maand of zo te repeteren, in voorbereiding van onze eerste officiële tour. Dit was na een jaar opnames voor de cd, optredens over heel Europa, interviews, tv performances, video-opnames, fotoshoots, enz. Ik voelde me tegen die tijd écht niet meer goed in m’n vel en tijdens de eerste avond, na een kleine schermutseling met Alex liep de emmer over. Ik wou gewoon niet meer verder.
Frank en Raymond zijn naar mijn kamer gekomen. We hebben een rustig gesprek gehad. Ze hebben mij gevraagd of ik zeker was van mijn beslissing. Ik heb dat beaamd, heb van iedereen afscheid genomen en ben nog dezelfde avond naar huis vertrokken.
Ik heb achteraf, op verzoek van Alex, nog de single Club Montepulcano ingezongen voor de tweede cd. Ik had toen wel een idee dat ik muziek ging blijven maken, maar op dat moment wou ik gewoon alles laten berusten.
Na Hooverphonic heb je aan diverse muzikale projecten meegewerkt. Hoe ging dat?
Na Hooverphonic heb ik van alles gedaan. Eerlijk gezegd was het moeilijk om mezelf terug te vinden na die ervaring. Ik was plots de ex-zangeres van Hooverphonic en hoe ik dat ook probeerde te ontwijken, dat bleef me achtervolgen. Mensen waren altijd heel geïnteresseerd in het Hooverphonic-verhaal, maar ik wou gewoon weer mezelf zijn en ik wist niet meer helemaal hoe dat nu moest. Ik werkte vaak mee aan muzikale projecten, maar toch was er iets dat me steeds tegenhield om er helemaal voor te gaan.
Bovendien waren er een aantal andere zaken uit mijn verleden die mij steeds hinderden in mijn vooruitgang. Dat zorgde ervoor dat mijn leven zowel op professioneel als persoonlijk vlak een soort patchwork is. Ik heb soms het gevoel dat ik al tien levens geleefd heb. Ik heb ook lang geprobeerd om een “normaal” leven te lijden, om binnen de lijntjes te kleuren; huisje, boompje, beestje. Maar dat heb ik nu compleet opgegeven, en ik bedoel dat in de positieve zin van het woord.
In de jaren 2000 duik je op in het Brusselse ambient- en trip hopproject Airlock?
Mijn samenwerking met Renaud en Pierre van Airlock was heel fijn. Zij hadden mij via via gecontacteerd. We zaten onmiddellijk op dezelfde golflengte op muzikaal vlak en ik voelde me helemaal op m’n gemak bij hen. Het zijn écht super gasten. We schreven samen een aantal songs zoals And Then en Crystal Clear waarbij zij de muziek schreven ik de lyrics en zanglijn.
In 2010 breng je de fraaie ep Heavenly Juice uit met Suzanina…
Met Suzanina heb ik, in samenwerking met Gert Bettens en Rik Rosseels, een aantal nummers geschreven. Deze werden nooit uitgebracht in de traditionele zin van het woord. Maar via het internet hebben die toch hun weg naar de buitenwereld gevonden. Ik had ook de intentie om daar verder op te bouwen, maar telkens opnieuw waren er elementen in mijn leven die me op een ander pad brachten.
Kan je wat kwijt over jouw project Suite 406?
Suite 406 was een down-tempo nu-jazz project waarvoor Rik van Bubblebath Studios me gevraagd had om op een aantal nummers te zingen en lyrics te schrijven. Ik heb dat met plezier gedaan. Ik ken Rik al van vóór Hooverphonic en we maakten toen ook al muziek samen. We hebben toen met die band de Diesel-U-Music Awards gewonnen, maar ik stond net op het punt om naar de VS te verhuizen, dus zijn zij verder gegaan met een andere zangeres.
Anno 2020 heb je plannen met AlyceWithLove. Er is zelfs al een Facebookpagina en een Instagrampagina. Op die laatste heb je een tekstfragment van The Logical Song van Supertramp gepost. Is dat een subtiele verwijzing naar je verleden bij Hooverphonic?
Helemaal niet. Ik vind dat gewoon een prachtige tekst. Het duidt aan hoe we als kind de wereld in al zijn pracht kunnen zien en onze creativiteit eindeloos kunnen aanboren en hoe we als volwassenen moeten leren logisch en beredeneerd te zijn.
Ik bewandel al mijn hele leven die dunne lijn. Hoe hou je het dromende kind in jezelf wakker, terwijl je toch beseft dat volwassen zijn onvermijdelijk gepaard gaat met verantwoordelijkheid? Dat is voor elk mens moeilijk denk ik, vooral als je creatief bent. In elk van ons zit nog steeds dat dromende kind. Bij sommigen zit dat net onder de oppervlakte. Maar het kan ook heel diep begraven zijn. Je ziet dat aan mensen, alsof het op hun gezicht geschreven staat.
We zien op de Facebookpagina van AlyceWithLove vooral ook een foto met donkere wolken… is dat een voorbode voor wat we kunnen verwachten?
Toch wel, tenminste voor de songs die ik tot nu geschreven heb. Ik ben op zich een optimist en iemand die van alles de humor kan inzien. Maar ik heb ook altijd een donker melancholisch kantje gehad. Door bepaalde ervaringen in mijn prille jeugd ben ik nogal in mezelf gekeerd. Ik observeerde wat er rond me gebeurde en ik ging al op jonge leeftijd nadenken over de diepere levensvragen.
De songs die ik tot nu schreef zijn deels autobiografisch, deels fantasie. Het gaat over liefde, dromen, de magie maar ook de bitterheid van het leven. Ik hou van die tweezijdigheid. Het leven is soms prachtig en soms weegt het als lood op je schouders. Bovendien zijn het vaak de donkere kantjes die een mens aantrekkelijk maken. De schaduwkant, zoals Jung dat noemt; de kleine geheimpjes, de verborgen verlangens, de plekjes waar de pijn zit. Dat zijn de dingen die ons mens maken. Daar zit vaak de schoonheid.
Wie werkt er aan mee?
Tot nu toe doe ik nog alles zelf. Mijn aanpak voor AlyceWithLove is helemaal anders dan voorheen. Ik heb een periode alles wat met muziek te maken had een beetje losgelaten. Ik was al jaren gefascineerd door psychologie, filosofie, metafysica, etc., en was ondertussen mensen aan het coachen. Maar na een zware en confronterende periode in mijn leven, besefte ik opnieuw hoe essentieel muziek en creativiteit zijn voor mij. Dus besloot ik mezelf tijd te geven om te herbronnen en terug te komen tot de passies uit m’n kindertijd, muziek en dans.
Normaal werk ik dan samen met een producer om nummers te schrijven, maar ik heb altijd een verlangen gehad naar meer onafhankelijkheid wat songwriting betreft. Daarom ben ik zelf nummers beginnen schrijven op piano. Ik deed dat in mijn tienerjaren ook. Ik wist in het begin nauwelijks wat ik deed, maar gaandeweg heb ik mijn kennis uitgebreid en werd het steeds makkelijker. Ik geniet nu opnieuw van het creatief proces. Ik ben heel dankbaar dat ik die stap eindelijk heb gezet.
Waar komt de naam vandaan ?
De oorsprong van de naam is veelzijdig. Liesje is eigenlijk een afgeleide van de naam van mijn grootmoeder, Alice. Zij introduceerde me bovendien tot één van haar favoriete gedichten: Avondliedeke III van Alice Nahon. Dat gedicht gaat over hoe goed het voelt om te leven met liefde in je hart. Dat werd als kind een beetje een lijflied voor mij. Bovendien is de naam ook een knipoog naar Alice in Wonderland. Ik identificeer me wel met haar. Een figuur die de weg probeert te vinden in een absurde, fantastische wereld. Iemand die leeft tussen droom en werkelijkheid. Ik ben gefascineerd door die dingen. Ik mediteer ook al sinds mijn tienerjaren en dan verandert je kijk op het leven drastisch. Je beseft dat niet alles is wat het lijkt.
Welk genre wordt het?
Dat is best een moeilijke vraag. Mijn eigen muzieksmaak is ontzettend gevarieerd. Ik kan zowel genieten van The Prodigy en Lorn als van Maximilian Hecker of Emika, om er maar enkele te noemen. Ik vermoed dat het uiteindelijk in de richting van dreampop of baroque pop zal gaan, maar daar kan nog verandering in komen. De songs zijn op dit moment nog puur. Zang en piano, that’s it. Ik ben nu op zoek naar een producer waarmee het muzikaal klikt om ze verder af te werken. Ik heb wel een idee in welke richting ik wil gaan, maar ik hou er ook van om mee te gaan op de golven van het creatief proces. En meestal weet je dan niet op voorhand waar je terecht zal komen.
Heb je al een releasedatum voor ogen?
Hoe en wanneer de nieuwe songs worden uitgebracht is nog niet concreet. Hopelijk tegen eind dit jaar. Ik werk momenteel niet met een label. Dus alles is niet zo afgelijnd als toen ik bij Sony Music getekend was.
Mijn intentie is alleszins muziek te blijven uitbrengen en dat te doen op een manier die trouw is aan mezelf. Hoe dat vorm zal krijgen moet zichzelf nog uitwijzen. Het is een work-in-progress en ik wil mensen graag uitnodigen om met me mee te gaan op die reis.
Uitgesteld door corona?
De corona maatregelen brengen wel beperkingen met zich mee. Maar ik zit nu in een stadium dat dat nog geen impact heeft op mijn vooruitgang. We zullen zien hoe dat evolueert.
Zelf hopen we dat de deuren van de kleinere concertzalen weer snel openzwaaien. Onze trommelvliezen snakken naar beweging! Maar wat ga jij doen als de gates van Ahoy openen?
Ja, dat begrijp ik. Het zijn inderdaad barre tijden voor muzikanten en bands die hoofdzakelijk leven van inkomsten uit live optredens. Hopelijk komt daar snel verandering in. Muziek is leven en dat kunnen we nu zeker gebruiken.
Wat het songfestival betreft? Ik zal er wellicht naar kijken. Dat is top entertainment (lacht)! Ik vind het soms prachtig en soms ook hilarisch. Daar zie je pas wat voor een gekke bende wij Europeanen zijn. Dat doet niemand ons na. Er worden, op creatief vlak en vormgeving, soms enorme risico’s genomen en ik vind dat leuk om te zien! Het hoeft niet altijd allemaal zo serieus te zijn. Dat wordt ook leuk weergegeven in de film Eurovision Song Contest: The Story of Fire Saga.
Het zijn barre coronatijden. Waar ben je tegenwoordig zoal mee bezig nu zoveel niet meer kan?
Zoals ik al zei, ik ben nogal introvert, dus ik heb niet zo veel last van de coronamaatregelen. Ondanks de rare sfeer die corona creëert in de wereld, merk ik daar in mijn dagelijks leven niet zo veel van. Ik ben nu hoofdzakelijk met muziek bezig en ben daarnaast mijn coaching praktijk langzaam terug aan ’t opstarten. Naast muziek schrijven en piano studeren, verdiep ik me ook steeds meer in de werking van mijn DAW (digital audio workstation). Ik doe aan yoga, lees veel en ik kan me ook wel es verliezen in een Netflix binge (lacht).
Ik leef in deze tijden wel mee met de mensen in de horeca. Mijn vader had een restaurant toen ik jong was. Ik ben in die wereld opgegroeid, daardoor heb ik een affiniteit met de branche. Bovendien mis ik dat best. Eens lekker op restaurant gaan of een koffietje gaan drinken met een vriendin. Dat geeft kleur aan je leven. Ik hoop eerlijk gezegd dat het nu snel allemaal achter de rug is. Het wordt zwaar voor de mensen. We verlangen allemaal terug naar een normaal leven.
Maar misschien hebben we er ook lessen uit geleerd. Misschien beseffen we nu beter hoe kostbaar en mooi de eenvoudige dingen in het leven zijn. Soms moet je iets verliezen om het in waarde te kunnen schatten.
Laat het ons hopen ! Bedankt Liesje.