Luminous Dash BE

KARO

Met Mildiou heeft de Gentse Karolien Voets als KARO een prachtig plaatje gemaakt vol Franse chansons. Waarom ontfermt een Gentse zich over het grote Franse chansonboek? We wilden er het fijne van weten.

Dag Karolien. Hoe komt een Vlaamse vrouw zo gefascineerd door het Franse chanson?
Ik wist al lang dat ik leerkracht Frans wou worden omdat ik de klanken van de taal zo mooi vind. Ik heb de studies Romaanse Talen gedaan en ben sindsdien steeds met Frans bezig geweest. Ik ben docente Frans. Nu sta ik enkel in het secundair onderwijs, maar heb ook reeds lesgegeven aan de hogeschool, aan de universiteit, aan het CVO. Het is interessant om alles te ontdekken. Ondertussen heb ik een manier gevonden om die passie te koppelen aan mijn andere passie: muziek. Ik geef muzische workshops aan scholen, maar ook in rusthuizen en instellingen waarbij ik Frans aanbreng door middel van muziek. Franse chanson koppelt deze twee dus perfect en ik heb ondertussen al een behoorlijk repertoire opgebouwd. Ik probeer die passie ook aan mijn leerlingen mee te geven. Schitterend als je 16-jarigen luidkeels Nathalie hoort meebrullen.

© Jean Cosyn

In jouw muzikale carrière staan Franse liedjes centraal. Betekent dat dan dat we van jou alleen maar Franse liedjes mogen verwachten?
Ik heb in mijn vroegere cabaretgroep (Les Tigresses Rouges) meegeschreven aan enkele Nederlandstalige nummers, maar eigenlijk gaat mij dat veel minder af. Wanneer ik improviseer, gaat dat ook gemakkelijker in het Frans. Ik heb onlangs een komisch nummer in het dialect geschreven. Ik begon in het Nederlands, maar zat heel snel vast en dit voelde minder natuurlijk aan voor mij. Ik wil mij ook profileren als chanteuse. 

Sommige mensen kennen jou misschien wel van Café Chantant, is Karo daar een automatisch voortvloeisel van, of was Karo er eerst?
KARO staat daar eigenlijk los van. Al van in mijn studententijd schreef ik eigen nummers in het Frans, maar ik deed daar niks mee, behalve eens aan een vrij podium meedoen van de studentenkring. In 2014 leerde ik Silke kennen waarmee ik Les Tigresses Rouges startte en in het begin legden we onze nummers samen die we apart gemaakt hadden, het cabareteske is pas erna gegroeid. 
Het Café Chantant is pas beginnen ontstaan in 2015 op een heel organische manier. Ik had op een dag mijn gitaar mee naar school voor een repetitie met collega’s na vier uur. Toevallig stond in mijn handboek Champs Elysées en ik dacht: “Ah, ik heb mijn gitaar toch mee, kom, we zingen dat”. De leerlingen vonden dat fantastisch en zelfs één van de tofste lessen (uiteraard een les die niet voorbereid was). Ze vertelden dat door aan elkaar en uiteindelijk heb ik dat in alle klassen gedaan. Enkele collega’s Frans vroegen ook of ik dat in hun les kon doen. Toen ik in 2016 een korte periode geen onderwijsopdracht had, had ik ineens tijd om dit te ontwikkelen. Ik ging bij bevriende leerkrachten Frans in de les spelen en al snel ging de bal aan het rollen. Er kwam veel mond-aan-mondreclame en er is duidelijk een nood aan creatieve activiteiten voor de lessen Frans. Op dit moment leef ik er halftijds van en moet ik opdrachten weigeren. Wie weet wordt het dus nog groter in de nabije toekomst, maar dat is een stap die ik nog niet durf zetten. 
Mijn solo-project KARO is ontstaan in 2018, toen Les Tigresses Rouges voor mij op zijn einde liep. Ik voelde dat het cabareteske voor mij niet meer ging, ik kon niet meer aarden met het personage dat ik neerzette op het podium. Met KARO breng ik allerlei thema’s die in mij omgaan, die kunnen nog steeds grappig zijn, maar sommige nummers hebben ook een donkere kant. KARO is wie ik echt ben, zonder masker.

En nu is er jouw eerste ep. De gebruikelijke bloed, zweet en tranen?
Uiteraard (lacht). In het begin denk je steeds, het zal wel meevallen, ik hou het eenvoudig, maar uiteindelijk komt er zoveel meer bij kijken. Het kostenplaatje is ook iets duurder uitgevallen dan gehoopt, maar hopelijk verkopen ze wat goed nu, zeker na dit interview!

Hoewel Frans chanson sowieso de stempel is die de muziek met zich meedraagt, is er wel gekozen voor een zeer gevarieerd muzikaal parcours. Bewust gekozen, neem ik aan?
Ik ben blij dat je die vraag stelt en dat je dit ook zo aanvoelt. Ik ben zelf een grote folk-fan en denk wel dat dit in sommige nummers terug te vinden is. Andere nummers hebben misschien meer een soort kleinkunststempel maar dan in het Frans. Sommige nummers vertellen inderdaad een verhaal, zoals Mildiou, de fabel over de druif. Andere nummers zoals vb. Si Gentil zijn dan misschien licht rock-achtig en ik hoorde al de vergelijking met de stem van The Cranberries. Allemaal heel fijn (lacht). En het zijn allemaal eigen nummers, van iemand die we kennen van Café Chantant hadden we zo goed als logischerwijze een cover of zo verwacht…

Breng je covers in je liveset?
In de live-set zitten er covers. Dit was eigenlijk een idee van Dorien en ik was in het begin geen fan. Ik wou geen mix creëren met Karo-oké, maar dat was wel een goed idee. Het klopt dat het publiek ook graag eens een nummer hoort dat ze kennen, een aha-gevoel. Bovendien heb ik al gehad dat ik aangekondigd stond als “Chanson” en mensen komen dan vol verwachting om de gekende klassiekers te horen. De nummers die we nu brengen, maar in een eigen jasje, zijn Papaoutai, L’oiseau Et l’enfant en Dernière Danse. Dat laatste breng ik interactief waarbij het publiek mij begeleidt op belletjes. Dit is een act die komt uit Karo-oké, maar hij lijkt te werken en mensen vinden het meestal wel fijn om even iets actiefs te mogen doen.

Dorien Staljanssens kennen we van Cozin. Hoe kwam je bij Dorien terecht?
Ik ken Dorien al lang en ben ook echt fan van haar muziek. Ik was mijn project gestart met Ireen en dit kwam op een organische wijze. Ik had al wat ideeën zitten en Ireen wou al lang een project met eigen muziek. We hebben dus een klein jaar samen opgetreden. De optredens op het Laurentplein en de Paulusfeesten zouden onze eerste grote samen geweest zijn. Drie weken voor het optreden op het Laurentplein, kreeg Ireen echter hevige klachten aan haar pols en het zou niet lukken nog op te treden. Ik zat even met de handen in het haar, maar kwam al snel uit bij Dorien die dat helemaal zag zitten.
Dorien was toen 5 maand zwanger en is er in geslaagd om op drie weken tijd het hele repertoire te leren en een performance neer te zetten alsof ze die nummers al jaren deed! Er kwamen ook heel positieve reacties, dat we een goede match waren en de stemmen goed blendden. Dorien kijkt ook kritisch naar de nummers en breng haar suggesties aan. Ik wou dus dolgraag verdergaan met haar en zij ook met mij, dus eind goed al goed. 

Vind je zelf dat je de taal moet begrijpen? Ik neem aan dat heel wat mensen dit soort muziek mooi vinden, ook al verstaan ze er tekstueel zo goed als geen jota van…
Voor mijzelf is de taal heel belangrijk en ik hecht heel veel belang aan de woorden. Ik begin zo goed als al mijn nummers met een tekst en zoek erna muziek. De muziek ondersteunt de tekst, zelden omgekeerd. Ik weet dat veel muzikanten omgekeerd werken en soms ook niet naar de woorden luisteren.
Ik zie mezelf misschien meer als een verteller en wil met alle nummers een boodschap brengen. Ik vind het dus jammer als mensen niks van de tekst begrijpen, maar dat is wel vaker zo in Vlaanderen. Het is dus een compliment als mensen de nummers dan toch nog rakend vinden, zonder dat ze de tekst verstaan. De intentie is dan toch overgekomen. Echter, toen ik enkele maanden terug voor een Franstalig publiek speelde, voelde ik me wel “naakt”. Na het nummer Enfant was het ineens muisstil en ik hoorde iemand erna “Amai” zeggen. Ik werd er even zelf onwennig van en heb nog snel even de setlist gewijzigd om toch eerst met een lichter nummer verder te gaan.

Welk nummer had jezelf graag geschreven?
Ik denk spontaan aan Je Suis Malade. Ik vind de tekst van dit nummer heel goed, heel mooie metaforen en het is heel dramatisch tegelijk. Het is ook heel gevarieerd in melodie en Dalida gebruikt een groot register. Ik vind het fijn om een theatraal effect in de nummers te steken. 

Met wie zou je het niet erg vinden om 8 uur in een lift mee te zitten en wat zou je dan doen?
Met mijn boekhouder of psycholoog om eindelijk eens de zaken op orde te stellen.

Mobiele versie afsluiten