Site pictogram Luminous Dash BE

KAMEEL

Kameel. De groep. Greg. De single. Te horen op Radio 1! Dat roept vragen op, zoals:

We moeten het vragen: Kameel is een geweldige groepsnaam. Hoe kwamen jullie daarop?
Bij het eerste nummer dat we samen speelden merkte Geert op dat het een kamelengroove had, het had de kadans van een kameel. Tegelijkertijd moesten we denken aan een werk van Micha Mengelberg (Nederlands modernistisch componist, 1935-2017), Met Welbeleefde Groet Van De Kameel. Tijdens de uitvoering van die compositie komt er een man met een zaag op het podium en die maakt van een stoel een kameel, en die is net klaar als het stuk eindigt! Met Welbeleefde Groet Van De Kameel was te lang en wij hebben het afgekort tot Kameel. En die naamkeuze is eigenlijk ook de rode draad doorheen de plaat geworden, als een nummer niet klonk als Kameel werd het onverbiddelijk geschrapt.

Maar stel: in anderstalige landen pikken ze jullie muziek op. Wat dan?
In het Engels zal dat wel lukken zeker, het wordt dan waarschijnlijk uitgesproken als Kamiejel of zoiets… We gaan het zeker niet veranderen in Camel, want er is al een seventies progrockband die Camel heet.

(c) Eric Engels

Wat jullie doen klinkt tamelijk uniek. We horen harde rock, beetje surf, Rain Dogs… Nog invloeden die we niet kennen?
We proberen ons niet te laten leiden door invloeden maar we hanteren eerder een filosofie, namelijk die van de vrijheid, geen compromissen. Onszelf de vrijheid gunnen om te doen wat we willen. Daarnaast willen we ook zoveel mogelijk ruimte laten voor improvisatie, dingen laten gebeuren op het moment, en elkaar hierin uitdagen. Er zijn korte thema’s, en die dienen als kapstokken om de rest aan op te hangen. Maar die vrijheid vinden we belangrijk. Op de plaat staat zelfs één nummer dat volledig geïmproviseerd is, het resultaat van een nachtelijke jamsessie in de studio. Misschien wel het heftigste nummer van de plaat.

Geen vocalen? Waarom niet?
Niemand van ons kan zingen (lacht)
Maar los daarvan is er ook bewust gekozen voor een trio; gitaar, bas en drums. Die bezetting heeft iets magisch, kijk maar naar de Jimi Hendrix Experience, Cream, Primus, Motorpsycho, Schellac… Doordat er niemand akkoorden speelt is er heel veel vrijheid en kan je overal naartoe. De enige vereiste is dat je goed luistert naar elkaar en elkaar leert aanvoelen.

Uitgebracht in eigen beheer, maar dat kan niet lang meer duren. Er moet toch belangstelling zijn van labels?
We hebben wel een label, Poplar. Waldo Dekeyser, onze booker, heeft een eigen label gestart en Barkas is de eerste release op Poplar!

En uit het buitenland?
Voorlopig nog niet, maar wat niet is kan nog komen.

Waar willen jullie heen? We bedoelen: waar staat Kameel binnen een paar jaar?
Ik denk dat we wel mogen zeggen dat Kameel een band is om live aan het werk te zien. Dat is ook vaak de reactie die we krijgen van het publiek. Mensen komen vaak meermaals naar een optreden omdat het nooit hetzelfde is. Dus als we dat de volgende jaren kunnen uitbouwen, meer live spelen en dan liefst op plaatsen waar we die energie kunnen overbrengen op het publiek en het publiek zo mee op sleeptouw nemen, dat is waar we naartoe willen. En als mensen dan een herinnering willen mee naar huis nemen in de vorm van een cd of lp is dat natuurlijk mooi meegenomen. Wat niet wegneemt dat we ons ongelooflijk hebben geamuseerd die week in de studio, maar dat is een andere discipline. Misschien moeten we ooit, net als Hendrix, publiek uitnodigen in de studio en zo beide werelden verenigen, lijkt me wel interessant.

Jullie zullen allemaal wel een job hebben naast de band. Wat doen Hans, Patrick en Geert in het dagelijkse leven?
Ieder van ons leeft van muziek maken, zei het onder de noemer van optreden, studiowerk, muziek componeren voor series en films, en lesgeven.

De muziek van Kameel klinkt eigenlijk best filmisch. Welke regisseur mag altijd eens bellen?
David Lynch! Onze muziek roept vaak dezelfde sfeer op als in een David Lynch-film, dat hebben we al vaak gehoord.
Quentin Tarantino mag ook bellen. Of, korter bij huis, Pieter Vanhees of Jonas Govaerts.

Tot slot: een festivalpodium – straks is het weer zomer – of de beslotenheid van een kleine club? Waar komen jullie het best tot z’n recht?
We kunnen denk ik op beide podia ons mannetje staan. We stonden afgelopen zomer bijvoorbeeld op Yellowstock, wat een vrij alternatief festival is met veel gitaargeweld, en dat ging super. We hebben alle drie een tandje bijgestoken en de vonk sprong duidelijk over naar het publiek. Maar ook een kleine club gaat ons goed af. Binnenkort, op 1 maart, spelen we ons release concert in café de Wolwinkel, hier sta je dichter bij het publiek en is er ook mogelijkheid tot interactie met het publiek. Mensen kijken bij wijze van spreken letterlijk op je vingers. En dat heeft ook iets speciaals, intiemers. Je kan dan ook kleiner gaan spelen waar je op een festival eerder alles moet uitvergroten. Dus liefst zoveel mogelijk van beiden.

Mobiele versie afsluiten