Hydrogen Sea timmert al sinds 2012 zachtjes aan de weg naar (inter)nationale bekendheid. Hun warme, zachte bedroompop drijft vooral op de prachtige stem van Birsen Uçar al zou het verkeerd zijn om het belang van Pieterjan Seaux in het bandgeluid op welke manier dan ook te onderschatten. Op 27 oktober verschijnt hun nieuwe album Creature Comforts, een goede reden om eens samen te zitten met Birsen en Pieterjan voor een gesprek.
Gefeliciteerd met jullie nieuwe album Creature Comforts!
Waar gaat de titel Creature Comforts eigenlijk over?
Birsen: Creature Comforts verwijst naar de kleine dingen die troost kunnen bieden. Dat kunnen zaken zijn als de wind op je vel voelen, of de geur van de lente ruiken bijvoorbeeld. Sommige van die ‘comforts’, zoals een glas wijn, kunnen echter ook verslavend werken.
Willen jullie met jullie liedjes dan vooral troost bieden aan jezelf of aan de luisteraar?
Birsen: Aanvankelijk ga je op zoek naar wat jezelf troost kan bieden en waardoor je je goed begint te voelen.
Pieterjan: Het begint bij jezelf en daarna nodig je anderen uit om die zaken ook bij zichzelf te zoeken.
Jullie schreven de nummers tijdens de corona periode. Heeft dat een invloed gehad op de onderwerpen en de thema’s ervan?
Birsen: De liedjes zijn inderdaad tot stand gekomen tijdens die geïsoleerde periode. We zijn toen met ons tweeën de studio ingetrokken en hadden toen ook de tijd om eens op die zaken in te zoomen en ze te onderzoeken.
Pieterjan: Eigenlijk zoeken wij, als we de studio ingaan, altijd wel die isolatie op. Die crisis heeft ons misschien wat geïnspireerd maar we proberen altijd wel de buitenwereld achter ons te laten als we de studio ingaan.
Birsen: We hebben vooral ontdekt dat het vertragen, het verstillen tijdens de pandemie helend werkte. We proberen dat ook nu nog vast te houden en op te roepen.
Pieterjan: We proberen er eigenlijk een ‘creature comfort’ van te maken.
En lukt dat?
Pieterjan: Neen.
Birsen: Het lijkt zelfs allemaal nog sneller te gaan dan ervoor… Het was natuurlijk een vreselijke periode, maar die verstilling heeft wel gezorgd voor enkele waardevolle inzichten.
Pieterjan: Er zijn ook heel veel mensen die zich tijdens die periode uit de naad hebben gewerkt! Dat moet ook wel even vermeld worden.
Jullie hebben die nummers dan samen gemaakt, veilig in de cocon van de studio en dan halen jullie er een externe producer bij, Luuk Cox. Hij heeft heel dat proces dat jullie samen doorlopen hebben, de discussies die jullie voerden niet meegemaakt. Hoe werkt dat dan?
Pieterjan: Er komt altijd een moment waarop je al veel hebt geschreven en opgenomen en dat je het gevoel krijgt dat je nood hebt aan iemand extern. Iemand die een paar stappen achteruit zet, naar het geheel kan kijken en kan benoemen wat hij hoort. Dat is soms niet makkelijk maar in dit geval klikte het meteen. Luuk is dan ook een heel inspirerende persoon.
Het geluid van Hydrogen Sea blijft over die tien jaar dat jullie bezig zijn heel herkenbaar, in hoeverre kan een externe persoon daar eigenlijk nog invloed op hebben?
Pieterjan: Onze sound bestaat natuurlijk heel erg uit Birsen haar stem, het zou geforceerd voelen om daar iets totaal anders van te maken. Voor Luuk was het dan ook niet zo moeilijk om de link te leggen tussen de nieuwe plaat en onze vorige platen, dat kwam heel natuurlijk.
Gebeurt het dan dat een nummer op het einde van de rit helemaal anders klinkt dan jullie oorspronkelijk in gedachten hadden?
Pieterjan: Ik denk het eigenlijk niet, al zou het nu wel eens interessant zijn om de demo’s naast de afgewerkte nummers te leggen zodat we ze kunnen vergelijken.
Birsen: Soms waren de demo’s wel iets bombastischer.
Soms ben je misschien te lang bezig aan eenzelfde nummer en bouw je het laag per laag, altijd maar meer op…
Pieterjan: Exact; na een tijdje weet je soms niet meer hoe je verder moet met een nummer en begin je meer en meer zaken toe te voegen. Terwijl het vaak net is door dingen weg te laten dat de elementen die je wil laten ‘shinen’ helemaal tot hun recht komen. Er was ook een nummer waarvan Luuk één akkoord in vraag stelde. Hij wilde één noot weglaten, meer niet. En dan verander je dat ene akkoord en poef… het klopte gewoon.
Is dat een spannend moment, als je je werk voor het eerst aan iemand laat horen?
Birsen: Ja dat is afzien.
Pieterjan: Dat is altijd spannend ja, zelfs als je een demo stuurt naar iemand die dicht bij je staat. Dan heb je precies altijd de nood om je te excuseren. Ik merk dat ook bij andere artiesten als die eens een demo naar mij sturen om naar te luisteren. Dat is natuurlijk gewoon omdat je geweldig onzeker bent om zoiets te delen in een vroeg stadium. Je geeft je bloot hé.
Birsen, jij hebt een heel heldere, open stem en ook jullie muziek klinkt best helder, en toch hangt er altijd een soort mist van melancholie over de nummers. Zelfs bij de opgewektere liedjes als Candy of Cherry Milk. Zegt dat nu iets over mij, of zit die melancholie er echt in?
Birsen: Neen, die zit er zeker in. Melancholie is een belangrijk onderdeel van onze muziek maar ook van ons bestaan. Er is een quote van Bob Ross die zegt dat je de donkerte nodig hebt om het licht te laten schitteren. Dat is zeker van toepassing op onze muziek.
Sluipt die dubbelheid automatisch in jullie muziek, of zijn jullie daar bewust naar op zoek?
Birsen: Ik denk dat dat automatisch gebeurt.
Ik kan mij voorstellen dat jullie wel meer dan 10 nummers klaar hadden, hoe kiezen jullie dan welke nummers er uiteindelijk op het album komen?
Birsen: We hadden er inderdaad wat meer klaar maar hebben beslist om er maar 10 op het album te zetten.
Een ‘kill your darlings’ moment?
Birsen: Zeker en ik ben er nog altijd niet helemaal overheen. (lacht)
Pieterjan: Haha, ja ‘don’t bring it up’… We beginnen niet met een vast aantal liedjes in ons hoofd, maar naarmate je bezig bent, krijgt zo’n plaat vorm en moet je beslissen welke nummers bij elkaar passen. Je voelt na een tijdje ook dat je de flow een beetje begint te verliezen of dat je in herhaling begint te vallen. Zo’n moment waarop je begint te voelen dat je het er even mee hebt gehad. Als je op zo’n moment al een mooie verzameling van 12-15 nummers hebt, dan wordt het misschien tijd om daar je tijd in te steken en die uit te puren in plaats van nog liedjes bij te schrijven.
Hoe bepaal je dan de volgorde van de nummers op het album?
Pieterjan: Tja, dat is eigenlijk organisch gegroeid, na een tijdje begin je aan te voelen in welke volgorde de nummers op de plaat moeten komen.
Birsen: Een minder romantisch aspect is de volgorde op Spotify (lacht). Da’s stom natuurlijk…
Omdat je wil dat je single zo vroeg mogelijk in de lijst staat omdat de meeste mensen maar naar de paar eerste nummers van een album luisteren?
Birsen: Ja, en dat is eigenlijk super jammer.
Pieterjan: Ik was dat een beetje vergeten maar da’s inderdaad ook iets waar we rekening mee houden. Bij elk medium ontstaat er na een tijdje een soort van kader en begin je jezelf daarin te schikken. Maar ik denk niet dat het voor ons erg belangrijk was.
Ik zag dat er ook een vinyl verschijnt van de plaat, dan moet je wel een beetje rekening houden met de lengte van de nummers zodat er vijf op elke kant passen.
Birsen: Daar hebben we ook rekening mee gehouden.
Pieterjan: Nog zo’n voorbeeld waarin het medium een invloed heeft op hoe je luistert. Als je een plaat oplegt dan is de aandachtsspanne in het begin groter dan op het einde. Maar dan draai je de plaat om en heb je de luisteraar terug mee. Het is echter niet zo dat we daar nu lange gesprekken over hebben gehad of compromissen moesten sluiten.
Hoe belangrijk is de invloed van de platenfirma?
Birsen: Ik zou het niet per se ‘invloed’ noemen maar we werken wel in samenspraak. Dat gebeurt eigenlijk al vrij vroeg in het proces. We sturen dan wat demo’s naar Tim (Beukels red.) van Unday en Hanne (Valckenaers red.) van het management en die reageren daar meestal heel enthousiast op.
Pieterjan: Er is echt wel een band van vertrouwen en aanmoediging. Als ze ons feedback geven dan halen we daar veel uit. We doen uiteraard gewoon ons eigen zin.
Birsen: Het voelt eerder aan als familie eigenlijk.
Pieterjan: Het is een extra stem om wat licht te schijnen over onze muziek. Het is ook al meer dan 10 jaar dat we samenwerken. We voelen mekaar echt aan en we zie hen als een extra steun, een extra stem. Wij zijn hen daar dankbaar voor.
Om even terug te komen op de vinyl. Ik las in het persbericht dat er een soort van limited edition zal verschijnen met een geurblaadje in?
Birsen: Dat was mijn idee. Mijn reukzin is nogal goed ontwikkeld en ik word graag geprikkeld door geuren omdat sommige geuren mij troost brengen. In elke plaat zit er een afgestempeld blaadje ‘incense paper’. Dat ruikt een beetje als wierook, je kan het ook laten branden. Dat moet natuurlijk niet, je kan het ook gewoon bewaren.
Hebben jullie een lievelingsnummer op de nieuwe plaat?
Pieterjan: Moeilijke vraag… maar eigenlijk heb ik er echt wel een. Ik ben de laatste tijd heel enthousiast over Mycelium. (Laat het nummer horen) Het nummer heeft een aparte structuur en heel toffe sfeer.
Birsens wordt op dat nummer ontdubbeld, zing je het dan ook echt twee keer in of werk je met zo’n ‘effectbakje’?
Pieterjan: Neen, dit is echt twee keer ingezongen. Met een bakje zou alles hetzelfde klinken maar als je dat zelf opneemt dan krijg je net van die minuscule bewegingen die maken dat het mooi is. Je moet het wel maar kunnen hoor, twee keer hetzelfde zingen. Da’s echt indrukwekkend dat Birsen dat kan.
Die ontdubbeling is een belangrijk onderdeel van jullie geluid, hoe doen jullie dat live?
Birsen: Dat is inderdaad altijd een zoektocht, maar nu hebben we iemand die mee gaat zingen.
Pieterjan: Maar soms klinkt Birsens stem alleen ook heel mooi. Vroeger wou ik altijd dubbelen en nu zetten we de stem soms alleen. Na een kleine onderhandeling… (lacht)
Birsen: Haha, tja… ik vind die gedubbelde stem toch ook een beetje onze identiteit.
Pieterjan: Ik ben toch blij dat we er nu wat mee hebben gespeeld en het soms ook wel eens hebben weggelaten. Het effect van de dubbele stem komt dan weer wat harder binnen.
Is dat één van de evoluties binnen de band?
Birsen: De eerste plaat was vooral elektronischer, Automata was misschien iets organischer en deze plaat is zo’n beetje de balans tussen de twee.
Pieterjan: Als je het bekijkt over de drie platen dan was het inderdaad een zoektocht. Ik denk dat we nu iets meer in het midden zitten tussen de eerste en de tweede plaat. We behouden het elektronische maar laten de akoestische instrumenten de nummers aanvullen. Het is natuurlijk altijd makkelijker om terug te kijken dan om te voorspellen wat de toekomst zal brengen.
Spelen jullie de akoestische instrumenten ook zelf in?
Pieterjan: Ja, alleen de drums heb ik niet zelf gedaan, die werden bespeeld door Steven Van Gelder.
Birsen: Luuk Cox heeft ook nog op gitaar en op Cola-flesjes gespeeld.
Binnenkort gaan jullie de plaat live voorstellen, hoe gaat de band er deze keer uitzien? Als jullie een tweede stem meenemen zijn jullie sowieso al met drie…
Birsen: Steven, de drummer komt ook mee.
Pieterjan: Er komt ook nog een vrouw mee die van alles gaat doen, een multi-instrumentaliste. Ik sta aan de bas en vanaf ik aan de bas sta, kan ik eigenlijk niets anders meer doen.
Spannend, wij kijken er al naar uit!