Op 18 oktober 2025 trilt Dendermonde op zijn grondvesten met de allereerste editie van Denderstruck, een nieuw muzikaal concept dat kiest voor lokaal, origineel en verbindend. Geen commerciële headliners, maar artiesten van eigen bodem die het podium krijgen dat ze verdienen. Onder hen staat Eneas Lootens, een jonge artiest die met zijn akoestische set het publiek wil meenemen in zijn zoektocht naar de balans tussen gevoel en techniek. Zijn songs variëren van ingetogen singer-songwriter-stukken tot experimentele pop en indie rock, en tonen hoe hij zijn brede muzikale invloeden omzet in een eigen sound. Tijd voor een babbel met Eneas.

Je zong al van voor je kon praten, zeg je. Herinner je je nog het eerste moment waarop je voelde: dit is meer dan een hobby, dit wil ik echt doen?
Ik herinner me niet veel meer van voor ik zeven was, maar als kind ging ik vaak met mijn ouders en zussen naar concerten, en dat deed altijd iets magisch met me. Een moment dat me levendig is bijgebleven, is een optreden van Band of Eli (Elie De Prijcker) in het Museumtheater in Sint-Niklaas. Ik moet toen een jaar of zes geweest zijn. Het was de eerste keer dat ik iemand eigen songs zag brengen met een band, en dat concert liet echt iets na. Onbewust heb ik daar veel doorzettingsvermogen aan overgehouden. De sfeer, de energie en het genot dat ik daar toen als ‘klein manneke’ voelde, wil ik nu zelf doorgeven, als een vuurtje van mens tot mens.
Je groeide op met een brede waaier aan genres. Welke invloeden hoor je vandaag nog het sterkst terug in je eigen muziek?
Zowel als songwriter als producer ben ik momenteel volop op zoek naar mijn eigen stijl en sound. Dat is een fijne, experimentele periode die waarschijnlijk nooit écht zal ophouden, en dat levert natuurlijk een brede discografie op. Ik heb heel ingetogen nummers die je als singersongwriter zou kunnen labelen, maar vorig jaar schreef ik dan weer vooral songs die van pop tot indierock en zelfs bijna triphop gaan. Die nummers akoestisch brengen is trouwens een interessante ervaring. Vandaag hoor je in mijn muziek zeker invloeden van artiesten als The Beatles, Talking Heads en Crowded House, maar ik laat me ook inspireren door jongere artiesten als Finneas, Jacob Collier en Hozier.
Tijdens de covidperiode begon je zelf songs te schrijven. Weet je nog welk nummer of moment dat proces echt in gang zette?
Tijdens die periode kreeg ik het mentaal moeilijk met de manier waarop iedereen werd afgezonderd van de buitenwereld. Ik ben iemand die snel nood heeft aan sociaal contact, en toen dat plots wegviel, werd het een uitdaging om niet in een zwart gat te vallen. Wat me normaal hielp om met mijn gevoelens om te gaan, was opeens niet genoeg meer. Ik begon bestaande nummers te coveren in mijn slaapkamer, maar merkte al snel dat die niet echt weergaven wat ik op dat moment voelde. Daarom besloot ik mijn eigen gevoelens neer te pennen. Mijn eerste song schreef ik voor mijn toenmalige vriendin, en ik kreeg er veel positieve reacties op uit mijn omgeving. Dat gaf me de moed om verder te schrijven vanuit mijn eigen beleving en dat ook te delen met de wereld. Intussen heb ik een aantal songs uitgebracht op streamingplatforms, wat voor mij én de luisteraars een mooi beeld geeft van mijn evolutie als songwriter, producer en artiest.
Je werkt met programma’s als Logic, Ableton en Pro Tools. Hoe belangrijk is het technische aspect van muziekproductie voor jou als songwriter?
In het begin speelde het technische aspect nauwelijks een rol. Ik schreef eerst de song, nam die daarna op en arrangeerde ze. Productie voelde toen vooral als een noodzaak, iets dat moest gebeuren om de song op te nemen. Na verloop van tijd ontdekte ik dat ik dat technische aspect eigenlijk veel leuker vond dan ik dacht. Sinds ik muziekproductie studeer, heb ik er een andere kijk op gekregen. Begrijp me niet verkeerd: ik schrijf nog vaak een song volledig uit voor ik ze opneem of arrangeer, maar de laatste twee jaar merk ik dat er interessante dingen ontstaan als ik het technische aspect meteen integreer in het schrijfproces. Dat is een andere manier van werken, en net die afwisseling vind ik heel inspirerend.
Op MUDA en nu aan het KASK & Conservatorium krijg je een stevige muzikale basis. Wat neem je daaruit mee naar je eigen werk?
Dat klopt. Veel informatie neem ik onbewust mee in mijn schrijf-, opname- of productieproces. Vaak probeer ik ook nieuwe leerstof te integreren in mijn eigen muziek, dat begint soms als een experiment of zijproject en groeit dan uit tot een volwaardig nummer dat ik kan uitbrengen. Natuurlijk is het niet altijd makkelijk om dat met hetzelfde plezier te doen als bij mijn andere songs. Zolang het speelse niet verloren gaat, blijft het wel leuk. Het is precies die balans waar ik de komende jaren verder naar wil zoeken als artiest.
Denderstruck is een podium met veel jong talent. Hoe bereid jij je voor op zo’n optreden, en wat wil je dat het publiek vooral meeneemt van je set?
Omdat ik een akoestische set speel, herhaal ik mijn songs thuis met mijn gitaar, met in het achterhoofd waar, wanneer en waarom elk nummer tot stand kwam. Zo kan ik me beter inleven in de sfeer van elk nummer en de emoties ook sterker overbrengen. Dat vind ik heel belangrijk, zeker bij een set waarin je het publiek wil raken met enkel gitaar en stem. Ik hoop dat het publiek wat positiviteit meeneemt van mijn set, ook al zijn mijn nummers niet allemaal even uplifting. Mensen moeten blijven beseffen hoe belangrijk samenzijn is, wat livemuziek met je kan doen en hoe gezond menselijk contact eigenlijk is.
Welke artiesten inspireren je op dit moment het meest, muzikaal, tekstueel of qua sfeer?
De Belgische scène inspireert me enorm, zowel Nederlandstalig als Engelstalig. De manier waarop Jokke met woorden speelt en zo nostalgische beelden oproept, vind ik fantastisch. Al schrijf ik zelf weinig in het Nederlands, toch bewonder ik die eigenheid enorm. Ook in het Engels gebeurt er veel moois in België, kijk bijvoorbeeld naar Iskander Moon, die sfeervolle producties maakt met teksten die echt binnenkomen. Internationaal gezien inspireren Finneas en Jacob Collier me het meest. Finneas heeft een frisse kijk op songwriting en productie, waar ik me sterk in herken. Jacob Collier durft soms te overdrijven in wat hij doet, maar ook dat spreekt me aan. Bovendien vind ik zijn wereldvisie heel verfrissend, iets wat ik zelf ook nastreef.
Stel dat je een nummer mocht spelen met één van je grote voorbeelden op Denderstruck, wie zou dat zijn en waarom?
Goh, dat is geen makkelijke keuze. Maar als ik echt moet kiezen, zeg ik Jacob Collier. Zijn energie en manier van werken zouden me enorm stimuleren. Idealiter zou ik met hem een zacht, hoopvol nummer brengen met mooie harmonieën, misschien wel een akoestische versie van Little Blue.
Waarom moeten mensen naar je komen kijken op Denderstruck?
Beginnende artiesten ondersteunen is iets wat ik zelf ook belangrijk vind. Als je hen later ziet doorgroeien, voelt het speciaal om er van bij het begin bij geweest te zijn. Ik kijk ook altijd uit naar de gesprekjes voor of na mijn sets, het is fijn om feedback te krijgen of gewoon wat te babbelen. Bovendien staan er die avond nog een paar andere artiesten op het podium, stuk voor stuk toppers met elk hun eigen stijl.