Bert Dockx moet zo’n beetje the hardest working man in Belgian showbusiness zijn. Naast zijn solowerk (live als Bert Dockx Band) is hij ook de spilfiguur van Ottla, Dans Dans en Flying Horseman. Van die band verscheen recent, na een pauze van vijf jaar, het nieuwe album Anaesthesia en het is weer een topplaat! Vijf jaar is lang en in de tussentijd deed zich een belangrijke verandering voor in de samenstelling van de band. Drummer Alfredo Bravo en bassist Mattias Cré verlieten Flying Horseman, en Louis Evrard en Maximilian Dobbertin (beiden ook lid van Bert Dockx Band) namen hun plaats in. We spraken er met Bert over en hadden het ook over de nieuwe plaat, wereldpolitiek, de vloek van Spotify en nog veel meer.

Sinds jullie vorige album Mothership, is de samenstelling van Flying Horseman flink door mekaar geschud, heeft die verandering een effect gehad op de manier waarop de band functioneert?
Bert: Mothership was het eindpunt van een hele evolutie binnen Flying Horseman. Op de eerste platen speelden we vooral songs die ik op mijn eentje had geschreven, en dan samen arrangeerden. In de latere platen waren meer en meer van de liedjes het gevolg van jamsessies, vooral tussen Mathias, Alfredo en mezelf. Ik nam die op en ging er thuis mee aan de slag. Op de nieuwe plaat zijn we teruggekeerd naar hoe het ooit begon al zie ik mezelf niet als een echte singer-songwriter, en schrijf ik mijn muziek altijd in functie van de band. Het is heel goed mogelijk dat we later opnieuw meer zullen werken vanuit jamsessies hoor.
Ik heb je jaren geleden, in de begindagen van Ottla en ook bij Dans Dans leren kennen als virtuoos gitarist, bij Flying Horseman presenteer je je dan weer als zanger en je bent natuurlijk ook de componist van al die muziek. Zie jij jezelf als gitarist, zanger of componist?
Bert: Het simpele antwoord is dat ik mezelf als gitarist en componist zie. Die twee zaken kan ik echt niet los zien van mekaar. Het componeren komt voort uit gitaarspelen en gitaarspelen is in functie van de compositie. Ik speel al gitaar van toen ik een klein jongetje was, en heb gitaar gestudeerd aan de jazzstudio van het conservatorium. Ik ben pas echt beginnen zingen toen ik 25 of 26 jaar was. Voordien wilde ik wel zingen, maar ik durfde niet. Ondertussen is zang wel even belangrijk geworden voor mij. Ik ben er zeker van dat zingen een betere gitarist van mij heeft gemaakt.
De eerste jaren na het conservatorium was ik echt niet blij met mijn gitaarspel, tot op een punt dat ik er niet meer van genoot om gitaar te spelen. Het is iets wat veel mensen die muziek studeren meemaken. Er worden je zoveel regeltjes en ideeën ingelepeld over wat een “goede” muzikant is en wat niet, dat je je niet meer vrij voelt. Door te beginnen zingen veranderde dat. Ik begon gitaar te spelen in functie van de song en van mijn stem. Toen ik, na mijn eerste plaat van Flying Horseman, terugging naar Dans Dans, voelde ik dat ik veel beter en vrijer gitaar speelde. Ik begrijp dat mensen die mij bijvoorbeeld enkel van Dans Dans kennen, mij zien als een gitarist en ik begrijp dat ook. Maar zingen is voor mij wel heel belangrijk. Ik geloof dat zingen en gitaar spelen voor mij een beetje hetzelfde is. De manier waarop ik gitaar speel is een beetje zoals een zanger zingt. Ik speel eerder eenvoudige melodieën en probeer in een gitaarsolo de mensen mee te nemen in een verhaal.
In je nieuwe plaat Anaesthesia is de tekst heel belangrijk. Bij mij komt instrumentale muziek altijd net iets vrijblijvender over dan muziek met tekst. Je neemt op de nieuwe plaat heel duidelijke standpunten in die je, volgens mij althans, enkel kan overbrengen met tekst.
Bert: Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Als je mij morgen vraagt om te kiezen tussen heel mijn leven niet meer naar gezongen muziek mogen luisteren of niet meer naar instrumentale muziek, dan kies ik er sowieso voor om de gezongen muziek weg te laten. Hoe belangrijk die teksten ook zijn, is muziek voor mij in de eerste plaats iets abstract en emotioneels. Instrumentale muziek kan heel diepgaand zijn. Er is trouwens ook veel politiek getinte instrumentale muziek gemaakt die een heel duidelijke boodschap overbrengt. Ik denk dan in de eerste plaats aan heel wat freejazz die gemaakt werd van eind jaren ’50 tot midden jaren ’60, door Ornette Coleman of Sun Ra bijvoorbeeld. Het is muziek met een heel duidelijke politieke component en die gaat over de burgerrechten van de zwarte mensen in de VS. Je voelt dat, dat zit echt in de vezels van die muziek. De drang naar vrijheid, dit is mijn identiteit en niemand kan die afpakken van mij…
Als luisteraar die de context niet kent is het misschien wel makkelijker om zich mét tekst een beeld te vormen van waarover een nummer gaat. Wat is de rode draad die loopt doorheen jullie nieuwe album?
Bert: Ik denk dat die hetzelfde is gebleven doorheen alle platen van Flying Horseman. Er is altijd een wisselwerking geweest tussen heel persoonlijke dingen en zaken die meer betrekking hebben op onze samenleving. Ik geloof namelijk niet dat die twee gescheiden zijn van elkaar: de wereld zit in mij en ik zit in de wereld. De politieke component heeft er voor mij altijd ingezeten, alleen is die op deze plaat meer uitgesproken. Anaesthesia gaat over hoe je plek te vinden in en hoe je te verhouden tegenover deze wereld. Ik word heel ongelukkig van heel veel dingen in de wereld en dat is eigenlijk altijd al zo geweest. Ik kan heel moeilijk zomaar wat mijn eigen ding doen zonder mij iets aan te trekken van de context waarin we leven. Soms is dat zo overweldigend moeilijk dat ik het moeilijk vind om te functioneren. Muziek is altijd een manier geweest om die emoties een plek te geven. Ook het zingen zelf, los van de tekst, is iets heel bevrijdend. Op een podium de woorden brengen die écht belangrijk zijn voor mij, is een heel pure manier van communiceren die mij enorm goed doet. Ik lig de laatste jaren wakker van Gaza. Ik vind het werkelijk degoutant wat daar gebeurt en ik vind de rol van het Westen en de manier waarop dat reageert heel hypocriet tegenover al onze praatjes over mensenrechten. Ik zit daar mee, en ik verwerk dat in mijn muziek.
Ik hoor veel woede en boosheid, en denk dan bijvoorbeeld aan Borders waarin je op een zeker moment ook pleit voor open grenzen en je een heel duidelijk politiek standpunt inneemt. Heb je geen schrik dat luisteraars afgeschrikt zullen worden, want neutraal luisteren is er niet meer bij.
Bert: Neen, ik zing waar ik mij goed bij voel om over te zingen. De tekst van Borders is eigenlijk best verwarrend. Er zit veel sarcasme in en in het eerst deel recupereer ik frasen die vaak uitgesproken worden door extreemrechts. Ik probeer die een andere betekenis te geven.
Ik zing bijvoorbeeld: “Guess I am a stranger in my own land”. Da’s zo’n typische zin die je wel eens hoort, terwijl ik bedoel dat ik mij tussen al die racisten een vreemdeling voel in mijn eigen land. Daar maak ik me soms wel zorgen over, dat mensen dat sarcasme niet zullen vatten. In het tweede deel zing ik dan “Open up the country” wat net het tegenovergestelde is. Ik heb dat niet enkel geschreven omdat ik per se wilde pleiten voor open grenzen, ik bedoel het eerder figuurlijk. Open de cultuur naar een vrijere manier van denken los van al die strak afgebakende hokjes. Die denkschema’s worden van buitenaf opgelegd omdat er politiek voordeel kan worden uitgehaald. Mensen verwarren de hokjes – die gecreëerd zijn om te kunnen communiceren – met de realiteit die veel vrijer en complexer is. Stop met heel de tijd in tunneltjes te blijven denken.
Is Palestina dan de ultieme trigger geweest om deze plaat te maken?
Bert: Ja, er werden toen heel veel dingen duidelijk. Mijn meest negatieve gedachten over onze samenleving en onze cultuur – waarvan ik voordien dacht dat ze misschien overdreven waren – bleken gewoon de waarheid te zijn. Een genocide is pas een genocide als het witte mensen zijn. Als het Palestijnen zijn dan wordt er werkelijk alles aan gedaan om aan te tonen dat het geen genocide is. Maar het ís gewoon een genocide!
Ik ben al heel lang begaan met heel die kwestie terwijl veel mensen het precies nu pas ontdekken. Maar heel die kwestie is al bezig van in 1948. Ik raad dan ook iedereen aan om Ilan Pappé te googelen. Pappé is een Israëlische historicus, zoon van ouders die gevlucht zijn uit nazi Duitsland, het soort mens dat men tegenwoordig heel graag antisemiet noemt maar dat is moeilijk in dit geval. De man is geen linkse provocateur, maar een gedegen historicus die weet waarover hij praat. Hij doet al heel zijn leven heel helder de geschiedenis uit de doeken en hij is heel expliciet antizionistisch wat tegenwoordig al eens verward wordt met antisemitisch. Als je een keer zaken van die man begint te lezen of te beluisteren op YouTube dan wordt heel snel duidelijk wat daar aan de gang is. Hamas is een terroristische organisatie daar is geen discussie over, maar nu wordt het Palestijnse volk uitgemoord. Ik weet niet hoeveel duizenden kinderen er al zijn vermoord, dat heeft helemaal niets met Hamas te maken. Het heeft met kolonisatie en met racisme te maken…
Hoop je dan met deze plaat een hoger doel te bereiken?
Bert: Neen, maar als ik in een interview zoals dit, de naam van Ilan Pappé kan laten vallen en mensen pikken dat op, dan kan er misschien verandering komen. Je leest iets, je leert iets, je blik wordt verruimd, je bent wat beter gewapend tegenover de bullshit die ze je proberen te verkopen.
Mijn plaat komt voort uit een emotie, omdat ik de behoefte voel om die te delen. Maar ik ben daarom niet per se een boodschap aan het verkondigen, ik druk mij uit en hoop met andere mensen een connectie te maken als ze naar mijn muziek luisteren. Ik vind het belangrijk dat de muziek vrij blijft, dat ze vrij geïnterpreteerd kan worden. In een nummer als Ocean benoem ik expliciet Palestina, maar als je luistert naar de tekst dan zal je merken dat het niet alleen over Gaza gaat. Het is veel poëtischer en je kan er van alles in lezen. Ik wil niet gewoon met slogans afkomen.
We hebben bij Luminous Dash al vaak discussies gehad over wat we moeten doen met Spotify. We voegen Spotify links toe aan recensies en hebben zelf een playlist. We doen dat vooral omdat de meeste bands en luisteraars op Spotify zitten en graag en vaak beluisterd willen worden. Iedereen weet ondertussen dat je je heel wat ethische vragen kan stellen bij Spotify. Niet alleen verdient Daniel Ek waanzinnig veel geld terwijl de muzikanten nauwelijks betaald worden, zijn recente investering in de wapenindustrie maakt het allemaal nog veel erger. Hoe sta jij daar tegenover want al jullie muziek is ook beschikbaar op dat platform.
Bert: Ik heb daar al een jaar of zo, stevige discussies over met het label en het management. Ik zou eigenlijk weg willen van Spotify, sterker nog: ik wilde nooit op Spotify. Ik snap natuurlijk heel goed waarom we er wel op zitten. Maar ik vond het platform van in het begin een soort van scam. Als muzikant word je veel te weinig betaald, mensen kopen minder en minder platen en ondertussen verdwijnt al dat geld in de zak van Daniel Ek. Je kan natuurlijk nooit helemaal “puur” zijn, ik heb ook een bankkaart terwijl ik problemen heb met hoe heel de financiële wereld werkt; het internet is een extreme ramp voor het milieu en toch gebruik ik het elke dag… Iedereen moet een beetje voor zichzelf uitmaken waar ie de grens trekt, maar ik vind Spotify er eigenlijk ver over.
Mocht ik het zelf kunnen beslissen dan zou ik weg stappen van Spotify maar ik zou daar misschien ook wel veel last van ondervinden, dus ik kan niet voorspellen hoelang ik dat zou volhouden. Mijn gevoel is wel dat de tijd rijp is om dat platform massaal te boycotten. Op die manier kan er iets nieuws ontstaan dat misschien beter en ethischer is. Je kan niet verwachten van mensen zoals ik dat we muziek blijven maken als we er niet voor betaald worden. Ofwel moet muzikanten een soort van basisinkomen krijgen, maar zolang dat ik moet meedraaien in dit kapitalistische systeem mag ik toch wel betaald worden voor mijn werk?
Toen ik in 2012 voor het eerst met Koen Gisen werkte, zei hij tegen mij: “Je hebt echt pech want met het publiek dat jij bereikt en de aandacht die je krijgt, had je twintig jaar geleden comfortabel kunnen leven en werken.” Mogen vandaag alleen nog de hypercommerciële dingen overblijven? Da’s toch onzin! Er zijn duizenden mensen die elke dag naar mijn muziek luisteren op Spotify, dan mag ik daar toch iets aan verdienen?! Hoe lossen we dit op? Ik weet het niet, maar ik denk wel dat het nu het moment is om weg te gaan van Spotify.
Jullie gaan in het najaar de boer op met het nieuwe album, wat mogen we verwachten?
Bert: Dat is een beetje geëvolueerd. Eerst wilde ik geen oude nummers spelen omdat die ook van Alfredo en Mathias zijn en ik er vanuit ging dat ze nooit zouden werken met de nieuwe band. Maar van zodra we de nummers dan toch eens probeerden bleek ik mij helemaal vergist te hebben. Die oude nummers begonnen terug te leven en kregen een nieuwe invulling. Dus we spelen bijna de volledige nieuwe plaat en dan nog een hoop oude nummers waarvan we sommige al heel lang niet meer gespeeld hebben. De set zal wel nog een beetje evolueren tijdens de tour want ik wil heel veel nummers spelen, maar ik hou echter niet van een lange set. Ik heb echt geen zin om een uur en drie kwartier te spelen, ik vind dat zelf als luisteraar veel te lang. Ik heb nu enkele harde keuzes gemaakt al hebben we nu wel 2 à 3 nummers voorzien waarmee we elke avond gaan roteren.
Je kan Flying Horseman hier live aan het werk zien:
02/10 – Hnita, Heist-op-den-Berg (try-out)
18/10 – De Roma, Antwerpen
22/10 – Bootstraat, Hasselt
23/10 – Handelsbeurs, Gent
24/10 – Botanique, Brussel
30/10 – Cactus, Brugge
01/11 – Het Depot, Leuven
04/12 – Gebouw T, Bergen op Zoom
Instagram – Facebook – Bandcamp