Luminous Dash BE

Luminous Belge

Het zijn de gitaren, meneer, het is de maniakale stem, mevrouw, het zijn de koortsdromen en wakker worden in poelen van angstzweet. Een niet alledaagse, avontuurlijke trip die vrij intens binnenkomt. Een volwassen band die klaar is om bij dageraad op te staan en daar misschien geen zin in heeft maar zo te horen wel.

Een groep die je mee neemt op een tocht door de verzengende hitte van de woestijn naar een achtervolging in een neon verlichte grootstad om te eindigen op een surrealistisch dansfeest, waarna je je afvraagt of dit niet allemaal een droom was. En tot slot gitaren waarmee je raketten uit de lucht kan halen. Deze week allemaal te beluisteren in onze Luminous Belge!

Artiesten van dienst zijn Purplemachine, Dishwasher_, Macgray, Crooked Steps en Peuk! Knallen maar!

© Pieter Walcarius

Ja Sire, het zijn Belgen. Uit Knokke-Heist wat volgens recente berekeningen nog steeds aan de zee grenst. En waar grenst Purplemachine aan? Moeten ze dat? Ergens aan grenzen?

Natuurlijk niet. Dit is hun derde single uit hun nog uit te komen lp en die komt uit op 21 april en die zal heten Persum Planet. Goed om weten, toch?

En als ze dan toch al ergens aan grenzen, dan aan The Cramps en aan Take a Chance On Me van Johnny Thunders & The Heartbreakers want deze Dream Away zit er vol van. Het zijn de gitaren, meneer, het is de maniakale stem, mevrouw, het zijn de koortsdromen en wakker worden in poelen van angstzweet. Machtige single. En je kan hen ook, zomaar, gaan bekijken!

Waar? Wel, wij hebben net een site ontdekt en die heet Google en als je daarop een zoekopdracht intikt, kan je meteen resultaten krijgen. Maar hou het stil. En zet dit luid.

De Brusselse muzikant en producer Macgray maakt instrumentale muziek waarin hij electro, ambient en neoklassiek vermengt. Tegelijk wil hij met zijn composities een boodschap brengen, daarvoor werkt hij samen met visuele artiesten die zijn verhalen in clips gieten. Nadat hij bij diverse artiesten te horen was als gastmuzikant startte hij in 2019 met zijn soloproject waar in 2020 het eerste wapenfeit, het album Journey To The Dawn, van verscheen.
Op het podium werkt hij met klassieke muzikanten om het neoklassieke aspect van de muziek beter tot hun recht te laten komen en tegelijk worden er videoclips geprojecteerd.

Collapse is de tweede langspeler van Macgray, daarop vertelt hij het verhaal vanaf de schepping tot de terugkeer tot het niets. Hoe de kleine en grote elementen van het universum allemaal geboren worden en uiteindelijk ook weer dood gaan. Het album bestaat uit twee hoofddelen van vier track en een spilnummer tussen de twee. Het eerste deel is gewijd aan de geboorte, het tweede deel focust op chaos en vernietiging. Net zoals op zijn debuut gebruikt hij warme, organische klanken die hij voortbrengt met analoge synthesizers, akoestische instrumenten en synths met een symfonische dimensie.

Macgray loste al een paar singles van dit album, toch is het een plaat die je beter als één geheel beluistert omdat het een verhaal vertelt.

Met opener Origins krijgen we sfeervolle krautrock die het album knap laat openbloeien. Vervolgens neemt het album ons verder mee op een mysterieuze tocht met Forest waarin dezelfde sfeer blijft hangen als in het openingsnummer. Bij Dust verschijnen er al wat donkere beats en krijgen we tegelijkertijd ook meer neoklassieke invloeden. De beats dreunen verder in Neon, ook horen we duistere sequences die afgewisseld worden met symfonische breaks.

Breach is het overgangsnummer naar het tweede, donkerdere deel van het album. Het is een zuiver neoklassieke track met op het einde wat krautrock invloeden. Dan gaan de poorten van de hel open met de duistere dancetrack Orbit waarin in het begin zelfs wat industrial invloeden te horen zijn. Gelukkig laat het neoklassieke hier ook wat licht in de duisternis schijnen. Dan volgt het titelnummer: pure krautrock die ruikt naar Tangerine Dream en waarin de zang voor een mooi rustpunt zorgt.

Collapse in een unieke plaat boordevol afwisseling die je meesleurt in een verhaal dat je zelf kan inkleuren of waarin je kan meegaan in de gedachten van de componist. Een niet alledaagse, avontuurlijke trip die vrij intens binnenkomt.

Maakt geen hol uit waar ze vandaan komen. Uit Gent, maar nog eens: maakt geen hol uit. Ze hadden ook uit Californië kunnen komen. Zoals The Surf Teens of wijlen Dick Dale (al kwam die eigenlijk uit Boston). Want wat ze maken zijn soundtracks bij films die Tarantino nog gaat maken. Maar meer, veel meer dan dat.

Een song als Soul Gunner, zonder flippergitaar, daarin hoor je hun kracht: dit is een volwassen groep. Die klaar is om bij dageraad op te staan en daar misschien geen zin in heeft maar zo te horen wel.

Crooked Steps: er duiken dolfijnen op uit hun branding, blijven even als luchtschepen in de lucht hangen om dan weer te duiken. Maar duik niet weg voor hen. Ze zijn nu al goed maar enkel op weg naar nog beter.

De vijf minuten die debuutsingle Home Cinema lang is, meer hadden we niet nodig om reikhalzend uit te kijken naar het eerste album van Dishwasher_ (met underscore). De groep neemt je mee op een tocht door de verzengende hitte van de woestijn naar een achtervolging in een neonverlichte grootstad om te eindigen op een surrealistisch dansfeest, waarna je je afvraagt of dit niet allemaal een droom was. De debuutplaat van dit trio beloofde dus meer van dat soort knetterende avonturen te bevatten.

Dishwasher_ bestaat uit bassiste Louise van den Heuvel, drummer Arno Grootaers en saxofonist Werend Van Den Bossche, maar minstens zo belangrijk is de elektronica die de drie toevoegen om hun geluid te creëren. Zo veranderen ze voortdurend van gedaante: een kwikzilveren saxofoonmelodie die kronkelend zijn weg zoekt, kan een vingerknip later al gedrenkt zijn in de digitale effecten, klassieke percussie gaat naadloos over in ravende uitzinnigheid.

Het trio labelen als een jazzband zou hen niet genoeg recht aandoen, zo lezen we in het persbericht. Terwijl je overduidelijk de vrije geest van jazz en de daarbij horende improvisatie hoort in de creaties van het drietal. Natuurlijk zijn er nog andere invloeden: we zouden graag weten waar de loeiharde, metal-achtige kopstoot die Bahá’í opent vandaan komt, de Arabisch aandoende melodie van Buraq, en de Balkaninvloeden in het elf minuten durende epische prijsnummer Terra. Maar eigenlijk is dat allemaal zo belangrijk niet: dit is een album waardoor je je vooral moet laten meeslepen.

Wie voluit experimenteert, weet dat er af en toe al eens een proefbuis ontploft, zolang je in die queeste maar opzwepende ritmes en melodieën die de juiste snaar raken ontdekt.

Hun tweede! En is die dan beter dan de eerste? Niet noodzakelijk maar niets is noodzakelijk behalve hier naar luisteren want hun plaat is beter dan wat je dezer dagen nog gaat horen.

Peuk heeft wat Peuk moet hebben: een frontvrouw (Nele Janssen, maar gelieve niet te voederen, hou afstand: ze bijt) en de songs en de energie waarmee ze die songs uit hun Limburgse ondergrond boren.

Bokkenpaleis en Good Old Ways – terechte singles – zijn al bekend of horen dat te zijn. Maar er is dus (je voelt ons al komen) nog veel meer. De zonnestormen in If So bereiken planeet aarde en doen hier wijzers in tegenwijzerzin draaien. Machtig gezongen, drums omfloerst met fluweel. Who You Really Are had op iets vroegs van The Stooges kunnen staan en, bij benadering, op iets laters ook maar Nele is geen Iggy doch klinkt soms als wijlen Poly Styrene, de woede van alles in haar stem.

Break Table is even een lunchpauze voor ze zich, tanden blikkeren in het maanlicht, weer op jou gaan storten. Zoals in Lebanon, gitaren waarmee je raketten uit de lucht kan halen. En dan is er Rudy, venijnig en hard gezongen en dat rammelt en schudt en beeft aan alle kanten tot het in puin valt en je enkel kan snikken of stikken wegens zelf in puin gevallen. Wat een song, zeg.

Ja mensen, wat moeten we hier nog schrijven? Dat de pot met lof leeg is? Onze schuld wegens alle lof aan Peuk.
Oh ja, ze spelen zowat overal deze lente. Doe eens iets en zoek.

Veel luistergenot!

Mobiele versie afsluiten