Site pictogram Luminous Dash BE

ISLE OF MEN

Een paar maanden geleden bracht Isle Of Men de prachtplaat Voluntary Blindness op Starman Records uit. Tijd voor een uitgebreid praatje met een band die je zeker wil leren kennen!

Als ik aan Isle Of Men denk, dan heb ik onmiddellijk een band in gedachten die muziekfan per muziekfan weet te charmeren. Ik bedoel er is geen hype, toch komen jullie er wel!
Helemaal juist. Je hebt zelf op je Facebook geschreven dat het geen Blitzkrieg is en dat klopt. Toen de plaat verscheen eind november 2015 hebben we best zeer mooie recensies gekregen, maar je kan je afvragen wat de impact daarvan is. Ik was vroeger voltijds muziekjournalist en dan weet je dat je ook vaak voor je eigen parochie preekt. Al heb je de dag van vandaag vooral een enthousiasmerende en richtingaangevende functie denk ik. Het muziekbos is een haast ondoordringbaar oerwoud geworden waarin je snel verloren loopt. Enkele boeien die voor een zekere houvast kunnen zorgen, zijn dan geen overbodige luxe meer. Ik hoop verder dat we met een tweede single over enkele maanden toch de radio kunnen overtuigen om niet alleen ’s avonds en ’s nachts onzemuziek te programmeren. We zien wel. Het echte werk gebeurt nu live en daar kan je mensen overtuigen die de band voor het eerst horen.
We vragen ook dat het publiek zich een uur kan concentreren omdat we bijvoorbeeld vaak amper iets spelen, de gitaren met een microfoon miken en geen monitors gebruiken waardoor we verplicht worden om naar elkaar te luisteren. Nu spelen we gemiddeld voor zo’n 100 à 150 man en dan kan dat. We proberen mensen mee te zuigen in een verhaal en dat blijkt te lukken. Langzaam maar zeker overtuig je op die manier meer en meer mensen die je volgen. En het klopt ook dat we de echte muziekfan aantrekken, iemand die bereid is om buiten de waan van de dag te denken en daar ook tijd voor wil maken.

Van jullie debuut zijn er ondertussen meer dan 800 stuks verkocht. In tijden dat men beweert dat geen kat nog een plaat koopt, is dit een zeer knap cijfer, me dunkt. Hoe verklaren jullie dit?
We gaan ondertussen naar de 900 en dat doet een mens plezier. Zo speelden we midden september op het Jazz Madd festival. Drie concerten: zaterdag in Denderleeuw, zondagmorgen in Aalst en ’s avonds in Ninove en telkens op een intieme, mooie locatie met een geïnteresseerd publiek. Alle lof trouwens voor de organisatie die er door de jaren heen in geslaagd is een publiek op te bouwendat bereid is om een nieuwe band te ontdekken. Wel, ik heb dat weekend meer dan 100 platen verkocht. Mensen zijn blijkbaar geraakt of geëmotioneerd na een Isle Of Men-concert.
Zo was er zondagochtend een Engelsman in het publiek die de plaat al maanden geleden had gekocht en wilde weten wie de gezichten waren achter de muziek en de teksten. Een dag later zie je dan een post op zijn Facebook met verwijzingen naar Leonard Cohen en Tom Waits en dan weet je weer waarom je aan dit avontuur begonnen bent. Ook mooi… ’s Avonds was er een dame in het publiek die een Siciliaans restaurant heeft in Ninove. Die vertelde ons dat de plaat er haast elke dag gedraaid wordt en heel het team tot rust komt na een hectische avondservice. Om ons te bedanken nodigde ze de band uit om na het afbreken iets te komen eten. Een fantastische afsluiter van drie dagen gebouwd rond pure muziek. Na die concerten zitten mensen in het moment en willen ze ook een tastbare herinnering aan wat ze beleefd en gehoord hebben. We blijven tactiele wezens en dat wordt blijkbaar door aldie zelfverklaarde trendsetters vergeten. Een andere manier om platen of cd’s te verkopen is de mond-aan-mond-reclame. Mensen draaien de plaat thuis voor vrienden of geven ze cadeau. Zeker de vinyluitgave is een mooi geschenk omwille van het artwork. En dan krijg je op een gegeven moment een mail uit Berlijn van de zakelijke leider van het Vocalconsort, een koor rond oude muziek, die de plaat voor zijn verjaardag had gekregen en op zijn beurt enkele koorleden wil verrassen en bedanken met een exemplaar. Die man laat je dan weten dat hij de plaat dagenlang na elkaar heeft gespeeld en echt in de songs werd gezogen. Zo bouw je rustig op en blijft het controleerbaar. Al hoop je natuurlijk nog meer mensen te bereiken.

Jullie muziek wordt vaak vergeleken met David Sylvian. Zelf hoor ik er de latere Talk Talk in. Het zijn twee namen om van achterover te vallen, maar zijn deze twee bands inspiraties?
Ik ben al vanaf mijn 18de een fan van Japan en later van David Sylvian. Zijn Brilliant Trees of Secrets of the Beehive blijven de fundamenten van mijn platencollectie. Sylvian is een estheet met oor en oog voor avontuur en artwork. Ook de latere Talk Talk – en zeker de soloplaat van Mark Hollis – zijn vrienden voor het leven en een bron van inspiratie. Maar ook Nick Drake, Nick Cave, Leonard Cohen en zeker The Blue Nile vormen samen mijn persoonlijk muzikale erfgoed. Al probeer ik vooral een eigen taal en stijl te ontwikkelen. In het begin kijken al die helden mee over je schouder, maar je moet ze gaandeweg kunnen loslaten. Er zit niemand te wachten op een tweede David Sylvian en ik al zeker niet. De rode draad doorheen de invloeden blijft wel muziek die gestoeld is op sterke emoties die vanuit een persoonlijke ervaring een universeel gevoel moet weten op te roepen. Zaken die ik graag hoor hebben de eigenschap dat ze buiten een bepaalde tijdsframe opereren en net daardoor een lang leven kunnen leiden.

Sorry maar ik moet dit bijna vragen. De hoes van Voluntary Blindness deed me enorm aan dhet artwork van de Talk Talk-platen denken. Juist of fout?
Nu je het zegt zie ik wel de link, maar ik heb er nooit bij stilgestaan. Het schilderij is van Ben Gijsemans, een jonge striptekenaar, schilder en graficus. Check zeker even zijn debuut ‘Hubert’. Het beeld van de man in pak met het rode pestmasker komt uit een animatiefilm waarvoor Tom (Van der Schueren, onze pianist) de soundtrack deed. Zijn vergoeding bestond uit enkele schilderijen en toen ik dat ene beeld zag wist ik meteen dat het de hoes zou worden. Ik heb Ben carte blanche gegeven voor het artwork maar je merkt meteen de hand van een uitgepuurde estheet met oog voor verhouding en kleur. Het visuele moet een verlengde zijn van de muziek, anders werkt het niet voor mij. En dat zie je ook bij de platen van Talk Talk. De hoes alleen al roept een hele sfeer op.

Bij de opnames van Isle Of Men zijn er heel wat muzikanten betrokken. Zijn zij dat ook bij het componeren van de songs?
Ik ben het zaadje van Isle Of Men, maar heb de anderen meer dan nodig om te kunnen oogsten. Zo heb ik me eigenlijk in dit avontuur ‘geluld’. Tien jaar geleden interviewde ik Gunther (Verspecht) die toenzijn tweede Stash-plaat uithad. Het klikte en ik opperde dat ik hem ooit zou opbellen met de vraag een plaat te maken. Het duurde een hele tijd voor ik min of meer tevreden was over wat ik schreef. Een tragisch ongeval van een vriendin heeft ervoor gezorgd we voor het eerst samenspeelden op een crematie. Daar was ook Tom bij. Tijdens de voorbereiding van de dienst voor die crematie kwam hij op een dag binnen om zijn pianopartij te laten horen. Ik speelde hem mijn song voor met het excuus dat ik er geen partituur van had. ‘Ik volg wel’, klonk het droog en toen wist ik dat er een muzikant met kloten en bakken talent voor me zat.
Met Tom en Gunther heb ik aan de songs gewerkt tot er voldoende materiaal was om Ht Roberts als producer in te schakelen. Met hem heb ik elke noot en elk woord tot op het bot ontleed om zo de essentie over te houden. Met dat materiaal trokken we naar de heuvels rond Ronse waar bassist Arne Van Dongen woont. Herman raadde Luc Van den Bosch (Vaya Con Dios, Toots Thielemans…) als drummer aan en zo hebben we de elf songs met zijn vijfen live in één kamer opgenomen. Herman is een krak in microfoonplaatsing en door de overspraak van het live opnemen hebben we er op gelet van niet in de weg van een andere muzikant te spelen. Later hebben we met Gabriela Arnon, een Amerikaanse die in Parijs woont en ook solo platen maakt, aan de backings gewerkt en zorgden Niels Delvaux en Mattias Laga voor percussie en klarinet. Het belangrijkste was dat alles bleef ademen en organisch klonk. Met de hoofdtelefoon op hoor je de drummer zuchten of het kraken van de pianostoel en dat is prima. Zo leeft je muziek en klinkt het niet ‘platgeproduceerd’.

De lat ligt bij Isle Of Men immens hoog. Ik hoor een bende perfectionisten. Zijn jullie dat ook? Ik heb begrepen dat bepaalde leden klassiek geschoold zijn.
Zeker perfectionistisch, maar met oog voor het onverwachte en de – om Leonard Cohen even vrij aan te halen – onvolmaaktheid die licht toelaat waardoor het geheel meer ademruimte krijgt. Ik bracht het skelet van Voluntary Blindness mee naar Arnes huis, maar het zijn de muzikanten en de stem van Gunther die het van vlees hebben voorzien. Ik besefte ook al snel dat de kunst van het loslaten tot verrassende resultaten kan leiden. Tom, Gunther en ik kenden de songs maar na twee keer voorspelen, stond de partij van Arne en Luc er daadwerkelijk op. Meer dan drie of vier takes zijn er niet geweest per song. Qua scholing… Ik weet hoe akkoorden zijn opgebouwd, maar ik kan geen noot lezen en beschik over geen theoretische muziekkennis. Tom is een klassiek geschoolde pianist die evengoed jazz, pop, avant-garde, blues of soul speelt. Ook Arne is klassiek geschoold met een feilloze klank en een groot inzicht. Luc, Gabriela en Mattias zijn eveneens geschoolde muzikanten. Bij Isle Of Men is dat alleen maar een voordeel en iedereen zoekt binnen die kennis naar het essentiële. Herman, die als Ht Roberts al heel wat uitstekende platen heeft gemaakt, lette er sterk op dat alles bleef ademen. Ik herinner me dat de mastering in amper vier uur klaar was. De mix van Herman was zo open en gebalanceerd dat er enkel wat pieken moesten weggewerkt worden om de plaat draaibaar te maken op verschillende dragers.

Je was vroeger voltijds muziekjournalist terwijl je nu nog sporadisch voor Metro werkt. Hierdoor bekijk je muziek vanuit een kritisch oogpunt. Speelde dat een rol bij Isle Of Men in de zin dat jij een moeilijke jongen was en dat alles tot op de komma moest kloppen?
Dat valt best mee. Ik stel me zo bescheiden mogelijk op omdat ik nu eenmaal weet dat anderen talent hebben dat je moet benutten. Maar ik weet wel waar ik heen wil en uiteindelijk heb ik alles uit eigen zak betaald na jarenlang sparen en dan moet je jezelf kunnen vinden in wat je uitbrengt. Qua artwork moest het zeker kloppen en de voorbereiding moest er staan voor je het toeval kon binnenlaten. Eens je begint op te nemen moet je kunnen loslaten. Ik wilde gewoon een debuut waar ik fier over kan zijn. Ik kon ook niet beter op dat moment en daar neem ik  vrede mee. We zijn ondertussen begonnen aan een tweede en die moet natuurlijk een evolutie laten horen.

De plaat is een oproep om medelijden te hebben met de falende mens, gewoonweg omdat iedereen wel eens faalt. Leg uit!
Ik stel vast dat iedereen maar wat aanmoddert in het leven en dat zoiets eigenlijk best oké is. We proberen toch allemaal een betere versie van onszelf te worden maar falen daar ook vaak in. Proberen en falen is zowel aandoenlijk als moedig. Niets doen en je in je eigen medelijden of onkunde wentelen is naar mijn mening pas echt pathetisch. Ik heb sympathie voor wie zijn nekt durft uit te steken, los van het feit of die er al dan niet snel afgemaaid wordt. En het is net omdat je graag gezien wil worden door zoveel mogelijk mensen dat je dingen doet die als een boemerang terug in je gezicht ketsen. Verder is Voluntary Blindness een titel die verwijst naar het feit dat we een groot deel van ons leven leiden binnen een soort bereidwillige, zelfgekozen blindheid. Sommige zaken wil je gewoon niet zien om het leven draaglijker te maken. Ik schrijf over zaken die een man van mijn leeftijd bezighouden. De twijfels, het verlangen naar wat ooit was en zich nooit meer zo fris zal aandienen, lust en overspel maar evengoed pure liefde. Het is en blijft een hoopvolle plaat en net daardoor komt ze ook zo sterk binnen bij wie er naar luistert en zich wat verdiept in de teksten.

Je noemde Voluntary Blindness een nachtplaat. Je hebt dus een plaat gecomponeerd voor mensen die het daglicht schuwen!
Yep, ik doe er alles voor om de vleermuis van Sint-Amandsberg te worden. (lachend) Dan kan ik samen een grot boeken met Nick Cave. Ik noem het inderdaad een nachtplaat omdat je tijdens nacht of de late avond het hectische bestaan van overdag kan bedekken met een liefdevol deken. En dan is Voluntary Blindness een prima gezel. Ze is nooit opdringerig maar biedt zich wel aan wanneer je er als luisteraar om vraagt. En ze mag best achtergrondmuziek zijn tijdens een diner met vrienden, zolang het maar niet als lounge omschreven wordt. Dan krijg je me op mijn paard, want vrijblijvend is de plaat verre van. Veel mensen laten me ook weten dat het een prima metgezel is voor in de wagen en in het bijzonder tijdens nachtelijke ritten. Ze geeft mensen rust.

Alle gekheid op een stokje. Het is zeker een plaat die luisterbeurten nodig heeft alvorens ze tot je doordringt. Had je daar geen schrik van? Per slot van rekening leven we in tijden dat mensen van het ene YouTube-filmpje naar het andere klikken.
Ik heb me die vraag nooit gesteld tijdens het maken van de plaat. En maar goed ook. Het is pas na de release dat ik me vragen heb gesteld over die korte attentiespan van de mensheid anno 2016. Maar ik weet zeker dat er voldoende mensen zijn die niet vies zijn van een degelijke portie reflectie en nood hebben aan het bevriezen van de tijd. Voor die groep maak je dan een plaat. Niets mis met hipsters, trends of wat dan ook, maar dat is mijn leefwereld niet.

Trouwens, hoe kijken jullie naar de moderne manier waarop mensen muziek beleven? Hoewel ik jullie niet persoonlijk ken, lijken jullie mensen te zijn die hun vinylplaat omarmen…
Tijdens elk concert probeer ik de vinylversie van de plaat extra te promoten. Er zit ook een cd bij de plaat maar je hebt een veel mooier artwork wanneer je vinyl in huis haalt. Ik blijf geloven in de kunst en het belang van een echt album met kwalitatieve songs. ‘All killers, no fillers.’ Ik wijs mensen dan even op de manier van luisteren. Dat je moeite moet doen om geluid te krijgen en je weet dat je voor 20 minuten luistert naar de volgorde die de maker van de plaat heeft vastgelegd. Je bent gewoon veel bewuster aan het luisteren en zo ontdek je vaak opnieuw de schoonheid en kracht van muziek. Wie alles streamt stelt zich geen vragen meer over wat er achter de gespeelde noten schuilt. Ondertussen hebben er al wat mensen laten weten dat ze door Voluntary Blindness opnieuween platenspeler hebben gekocht. Missie geslaagd! Ik zie het kopen van een plaat dan ook als een teken van waardering en respect voor de muzikant. Ik heb thuis van bepaalde artiesten zowel de download, de cd als het vinyl. Als het echt goed is, wil ik het steunen.

Over platen gesproken. Jullie zitten op Starman Records, een label dat wordt gerund door een echte muziekfanaat. Hoe kwamen jullie daar terecht?
Felix Huybrechts, de drijvende kracht achter Starman Records, is een vriend en een ex-collega. We werkten ooit samen voor Stage Magazine, het muziektijdschrift dat naast interviews en besprekingen ook reviews van instrumenten deed. Jarenlang hebben we elkaar uit het oog verloren, maar eens ik de plaat had, kwam Starman meteen in me op voor de release. Gelukkig kon Felix het wel smaken en als het van mij afhangt, gaan we ook samen voor de tweede. Felix is ook een muziekmens pur sang en die heb je nodig in een business waar oppervlakkigheid en het snel bedienen van het snoepje van de dag de norm is geworden.

Wat is je favoriete plaat aller tijden en waarom?
Aartsmoeilijk. Kind Of Blue van Miles Davis, het solo-album van Mark Hollis uit 1989, Bryter Layter van Nick Drake, platen van Ray Lamontagne, The Blue Nile, Joni Mitchell, Ryan Adams, Tom Waits of Leonard Cohen. Maar als ik dan toch moet kiezen, wordt het Secrets Of The Beehive van David Sylvian. Een heerlijk evenwicht tussen pastoraal en stedelijk met fantastische arrangementen van o.a. Ryuichi Sakamoto. Tekstueel een genot en elke noot die er gespeeld wordt, heeft zin. Het is een plaat uit 1987, maar ze klinkt tijdloos. Voor mij de Sylvian op de piek van zijn kunnen. Al blijf ik hem ook volgen in zijn meer avant-garde gericht werk. Maar ik moet ook bekennen dat Skeleton Tree van Nick Cave alles op de helling zet. Geen enkele plaat kan zich qua intensiteit aan dit meesterwerk meten. Van een ontroerende schoonheid ontstaan uit onmenselijke dramatiek.

Met wie zou je het niet erg vinden om 8 uur in een lift mee te zitten en wat zou je dan doen?
Met Nick Cave. Nadat ik over de dood van zijn zoon had gelezen, heb ik maandenlang geen plaat meer van hem opgezet. Ik kon de mythe Cave niet meer rijmen met de realiteit. Daarvoor stapte ik met veel plezier in zijn wereld van hoerenlopers, pooiers of dat wan ook. Ik vroeg me af hoe hij in godsnaam verder kon gaan als artiest. Het flirten met die donkere speeltuin vol moordenaars en ander tuig was niet meer aan de orde. Ik vind het ongelooflijk dat hij zich zo kwetsbaar heeft opgesteld en een soundtrack heeft gemaakt van een zoekende mens die alle uiteengeschoten lappen van zijn persoonlijkheid terug aan elkaar probeert te naaien. Ik zou urenlang met hem willen praten over hoe hij langzaam aan weer een mens probeert te worden. Skeleton Tree draai ik nu zowat elke dag wetende dat de prijs die hij voor zoveel goddelijke intensiteit vol rauwe poëzie betaald heeft veel te groot is.

Het laatste woord is aan jullie.
Hopelijk slaag ik er in een mooie tweede plaat te maken die aan intensiteit wint na elke luisterbeurt. De werktitel is Soul Of Kindness met mededogen als centraal thema, iets waar we nood aan hebben om het allemaal leefbaar te houden. Het mag familie zijn van Voluntary Blindness, maar geen tweeling of broertje. En ik hoop op meer radio airplay, want droom er toch stiekem van om na de tweede plaat een heuse tournee te kunnen doen in culturele centra. Maar daar hebben we meer naambekendheid voor nodig. Ondertussen doen we lekker verder, traag maar zeker en los van de waan van de dag.
Ga eens naar onze website – www.isleofmen-music.com – Daar lees je alles over ons album of zie je reacties  van o.a. Lieven Tavernier, Jan De Smet, Steven de Bruyn, Stef Bos en Kris De Bruyne.

Mobiele versie afsluiten